Home Mulder: Arron

Mulder: Arron

  • Gepubliceerd op: 8 januari 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Gerard Mulder

We hebben weken van herdenkingen achter de rug. Een kwart eeuw geleden kaapten Molukkers voor het eerst een trein (de herdenking van de tweede treinkaping hebben we er meteen maar aangeplakt). Eveneens een kwart eeuw geleden werd Suriname onafhankelijk. Toevallig – of misschien juist niet – stierf ten tijde van die herdenking de eerste premier van het onafhankelijke Suriname, Henck Arron, in Nederland.

        ‘Herdenken’ is feitelijk een neutrale term. Opnieuw denken aan iets of iemand uit het verleden houdt niet meteen een waardeoordeel in over die/datgene waaraan wordt teruggedacht. Kleur krijgt de herdenking pas door de context waarin de herdenkers de gebeurtenissen van destijds plaatsen. Blijkbaar is die kleur per definitie positief, zoals de recente aanleidingen tot herdenken ons lijken te leren..
        Van Nederlandse kant was de herdenking van de Molukse kapingen en gijzelingen in woord, geschrift en beeld wel erg lankmoedig jegens de betrokken Molukkers. In het middelpunt stonden eerder de echte of vermeende fouten in het optreden van de toenmalige regering. Vertaald in hedendaagse politiek komt dat goed uit, want de betrekkingen tussen Nederland en Molukkers in Nederland blijven fragiel. Toch schaamde ik mij plaatsvervangend voor het gebrek aan aandacht voor de onschuldige slachtoffers, niet alleen voor de dode, maar ook voor de levende.
        Nog groter was mijn verbazing over de stampvolle Mozes en Aäronkerk in Amsterdam, waar de overleden oud-premier Arron werd herdacht. In verscheidene televisieprogramma’s kwamen Surinamers aan het woord die in lofprijzingen uitbarstten. ‘Hij leidde ons volk naar de onafhankelijkheid’, zei de een, ‘Hij was een vader voor ons’, zei een ander. Ze zijn vergeten hoe weinig vertrouwen ze in 1975 hadden in diezelfde Arron en de door hem gepropageerde onafhankelijkheid. Daarom vertrok een derde deel van het Surinaamse volk naar Nederland zodra Arron aankondigde Suriname op eigen benen te willen zetten. En daardoor kon die kerk in Amsterdam nu zo vol met Surinamers zitten.
        Als ze er nu hadden gezeten uit dankbaarheid voor het feit dat hun wantrouwen jegens Arron onterecht was gebleken, kon ik het nog begrijpen. Maar er is juist dát gebeurd wat de vertrekkende Surinamers vreesden: in vijf jaar leidde premier Arron het land naar de afgrond. Of dit uitsluitend zijn schuld was, betwijfel ik, maar dat doet niet ter zake. Onder zijn bewind verviel Suriname dermate in stagnatie en corruptie dat het volk de staatsgreep van de zestien sergeants onder Desi Bouterse in 1980 begroette als een bevrijding. Het nieuwe regime beloofde de Augias-stal die Arron had achtergelaten, te reinigen, maar faalde volledig.
        Misschien dat de rotzooi die Bouterse ervan maakte, de era-Arron achteraf een weemoedige uitstraling geeft. Dat is de manier waarop mythen ontstaan. Geschiedenis is in de herinnering van de meeste mensen een aaneenschakeling van mythen. Aan de geschiedschrijvers is de taak de mythen te ontzenuwen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.