Home Marie Anne Tellegen: bevlogen en onverzettelijk

Marie Anne Tellegen: bevlogen en onverzettelijk

  • Gepubliceerd op: 18 december 2014
  • Laatste update 05 apr 2023
  • Auteur:
    Sietske van der Veen
  • 5 minuten leestijd
Marie Anne Tellegen: bevlogen en onverzettelijk

Marie Anne Tellegen (1893-1976) is voor velen nu misschien een onbekende, maar in het midden van de vorige eeuw kon niemand om haar heen. Als directeur van het Kabinet der Koningin stond zij Wilhelmina en Juliana jarenlang terzijde. Voormalig redacteur van NRC Handelsblad Wim Weenink (1945) schreef haar levensverhaal in Vrouw achter de troon. ‘Iedereen zag wel dat deze mevrouw flink wat in de melk te brokkelen had.’

In de oorlog speelde Marie Anne Tellegen een belangrijke rol in het verzet. Verzet plegen beschreef zij later als ‘de maatschappelijke mens moest onmaatschappelijk worden’. Hoe uitte zich dat in haar eigen verzetscarrière?

‘Ze vond dat je “nee” moest kunnen zeggen. Aan het begin van de oorlog was ze de rechterhand van de burgemeester van Utrecht, Gerard ter Pelkwijk. In die eerste jaren maakte ze zich sterk voor het onderbrengen van Joodse kinderen bij gezinnen op het platteland, in samenwerking met het Utrechts Kindercomité. Toen Ter Pelkwijk werd ontslagen omdat hij weigerde mee te werken aan het “jodenvrij” maken van de stad, nam ook Tellegen direct haar ontslag. Tegen de nieuwe NSB-burgemeester zei zij: “Met uw systeem kan ik niet uit de voeten.”

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Na de oorlog kwam ze in een depressie terecht, omdat ze die oorlogstijd – hoe afschuwelijk ook – toch een hele verrijkende periode had gevonden in haar persoonlijk leven. Het was een tijd waarin zij zich ten volle kon ontplooien: haar finest hour.’

Ze was een onafhankelijke vrouw. Vond ze het moeilijk om in de schaduw van het koningshuis te opereren?

‘Ze was geen Oranjeklant, maar vond het wel nuttig voor Nederland dat er een koningshuis was. En ze mocht haar koninginnen. Op Wilhelmina was ze zeer gesteld, en op Juliana op haar manier ook, al heeft ze met haar wel wat problemen gehad. Ik vind het opmerkelijk dat er ten tijde van de Hofmans-affaire geen breuk is ontstaan tussen de twee vrouwen. Maar ik denk dat Juliana het waardeerde als men eerlijk tegen haar was, en Tellegen heeft haar altijd gezegd waar het op stond.

Hun band was nauw, ook al vond Tellegen Juliana eigenlijk zweverig en soms zelfs onoprecht. Als je in de diepten van Tellegens aantekeningenboekjes daalt kom je kritische opmerkingen tegen over de koninginnen. Het is maar goed dat ze die nooit hebben gelezen. Tellegen had een hogere dunk van prins Bernhard. Zij mocht de prins erg graag en dat was wederzijds.’

Denkt u dat Tellegen beter had gefloreerd in de politiek dan als directeur van het Kabinet der Koningin?

‘Zij was in wezen een individualist. Daarom was die directeurspost zo gek nog niet: daarin had zij een geweldige vrijheid om invloed uit te oefenen – binnen de beperkingen die de functie had natuurlijk. In een partij zou zij met veel meer remmende factoren te maken hebben gehad.’

U schrijft dat Tellegen erg gespitst was op integriteit, maar sommige van haar acties riekten naar vriendjespolitiek.

‘Bernhard en Tellegen hebben erg geduwd en getrokken om een ministerschap van Buitenlandse Zaken te regelen voor hun vriend Wim Beyen, die na jaren bij het IMF en de Wereldbank toe was aan iets nieuws. Ik ben geneigd te denken dat de mores in die tijd wat anders waren, maar ik kan het niet helemaal goedpraten. Dat Tellegen voor allerlei commissies en delegaties ook altijd een vrouw wilde afvaardigen valt ‘vriendinnetjespolitiek’ te noemen, maar zij dacht daarbij aan de goede zaak. Ze wilde dat vrouwen assertiever werden en hun verantwoordelijkheid in de samenleving namen. In leidende functies waren vrouwen ondervertegenwoordigd: na de oorlog vielen vrouwen veelal terug in hun traditionele rol. Tellegen vond trouwens dat mannen en vrouwen samen moesten werken om mooie dingen te kunnen bereiken. In dat opzicht was ze geen feministe. Zij vond dat de twee geslachten niet gelijk, maar wel gelijkwaardig waren.’

Zij werd niet alleen de ‘ongekroonde koningin’ genoemd, maar ook wel een ‘Raspoetin’. Hoe verklaart u het immense verschil tussen deze twee bijnamen?

‘Iedereen zag wel dat deze mevrouw flink wat in de melk te brokkelen had. Omdat haar werk zich meestal achter de schermen afspeelde, wisten mensen niet goed wie ze was of wat ze deed. Toen het grote publiek haar leerde kennen omdat ze verscheen in polygoonjournaals en op foto’s bij de soevereiniteitsoverdracht van Indonesië, viel zij op door haar strenge en dominante uiterlijk. Iemand die dagelijks het oor van het staatshoofd heeft prikkelt bovendien de verbeelding. Sommige parlementsleden vroegen zich af of zij niet teveel invloed had , of ze misschien aan banden moest worden gelegd. Maar dat is onder haar functioneren nooit gebeurd. Ze had altijd goede beschermheren die haar een hand boven het hoofd hielden: Schermerhorn, Drees en later Beel.’

Vrouw achter de troon. Marie Anne Tellegen 1893-1976 (480 p., € 24,90) is verschenen bij Uitgeverij Boom.

Lees hier over Johan Willem Beyen, de vergeten ‘vader’ van Europa, over wie Wim Weenink eerder een biografie schreef.