Home ‘Lincoln hief Amerikaanse erfzonde op’

‘Lincoln hief Amerikaanse erfzonde op’

  • Gepubliceerd op: 28 februari 2012
  • Laatste update 31 mrt 2023
  • Auteur:
    Geertje Dkkers
  • 5 minuten leestijd
‘Lincoln hief Amerikaanse erfzonde op’

‘Lincoln was een scharnierpersoon op een scharniermoment in de Amerikaanse geschiedenis. Tijdens zijn presidentschap dreigde het land uiteen te vallen. Als er toen iemand anders op zijn plek had gezeten, was het waarschijnlijk heel anders afgelopen: het Zuiden had zich van het Noorden afgesplitst en de twee helften waren nooit meer bij elkaar gekomen.’

Amerika-kenner Frans Verhagen beschrijft het leven van de zestiende president van de VS in zijn nieuwe boek Lincoln. Een geniaal politicus. Dat Abraham Lincoln het tot in het Witte Huis zou schoppen, lag allerminst voor de hand toen hij in 1809 werd geboren in een blokhut in de buurt van Elizabethtown, bij de toenmalige westgrens van de door kolonisten bewoonde wereld. ‘Als kind is hij nauwelijks naar school geweest en zijn ouders hadden maar vijf boeken,’ zegt Verhagen. ‘Dat maakte hem overigens niet tot een atypische president. De meeste presidenten van Amerika hebben een armoedige achtergrond.’

Dat Lincoln zich ontworstelde aan de armoede schrijft Verhagen in belangrijke mate toe aan de tweede vrouw van zijn vader, Sarah Bush Johnston. Ze nam nieuwe boeken mee en moedigde Abraham aan om te lezen. ‘Ik denk dat Lincoln zich heeft gerealiseerd dat lezen zijn ticket was om uit die armoedige samenleving weg te komen. Hij wist dat hij slimmer was dan de rest en hij had die typische frontiermentaliteit: de drive om het beter te krijgen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Lincoln heeft altijd iets willen betekenen, zegt Verhagen. ‘Als persoon, maar ook voor de samenleving. En ik denk dat die ambitie altijd levend is gebleven, ook in tijden dat het politiek minder met hem ging. Helemaal hardmaken kan ik het niet, want Lincoln heeft bijna niets persoonlijks opgeschreven. Hij had geen dagboek. Voor een biograaf is dat leuk. Het betekent dat je vrij kunt interpreteren. Diverse mensen hebben heel verschillende patronen ontdekt in zijn leven.’

Lincoln heeft dus ook nooit opgeschreven hoe hij dacht over zijn tijd in het Huis van Afgevaardigden (1847-1849). Erg positief zal hij niet zijn geweest. ‘Die periode was geen groot succes en daarna heeft hij een paar jaar nauwelijks van zich laten horen.’ In 1854 maakte Lincoln zijn comeback, uit verontwaardiging over de nieuwe Kansas-Nebraska-wet. Die bepaalde dat blanke inwoners van nieuwe staten in het westen zelf mochten bepalen of ze de slavernij zouden invoeren. Dat was een inbreuk op eerder gemaakte afspraken.

Verhagen: ‘Lincoln zag de slavernij als een groot kwaad. De slavernij werd in die jaren een cruciale kwestie in de Amerikaanse politiek. Rond 1800 had het erop geleken dat de slavernij zou verdwijnen. In grote delen van het land waren de opbrengsten van gewassen als tabak en katoen niet gunstig genoeg om het houden van slaven rendabel te maken. Totdat de cotton gin werd uitgevonden: een apparaat dat het eenvoudig maakte de katoen van de zaden van een plant te scheiden. De opbrengst per slaaf werd vijftig keer zo hoog en daardoor kreeg de slavernij een tweede leven.’

De meeste noorderlingen waren tegen de slavernij, maar een halszaak was het voor hen niet. ‘Lincoln is daarom heel lang terughoudend geweest over deze kwestie,’ zegt Verhagen. Zelfs toen de zuidelijke staten zich in 1861 losmaakten van het Noorden en de Burgeroorlog een feit was, stelde Lincoln – inmiddels president – de slavernij niet ter discussie.

Verhagen ziet dat als een teken van zijn politieke genialiteit. ‘Als Lincoln de slavernij toen al tot inzet van de oorlog had gemaakt, had hij de noorderlingen nooit meegekregen. Ze waren bereid hun jonge mannen naar het front te sturen voor de eenheid van de Verenigde Staten en voor de idealen van vrijheid en gelijkheid, maar niet vanwege de slavernijkwestie.’

Pas op 1 januari 1863 kwam Lincoln met de zogenoemde Emancipatieverklaring, die een einde maakte aan de slavernij in de opstandige zuidelijke staten. Daarmee gaf Lincoln de strijd voor de noorderlingen een nieuw elan, aldus Verhagen, nadat ze door een dal waren gegaan. Uiteindelijk wist hij zo de overwinning te claimen.

‘Achteraf lijkt het haast alsof het zo heeft moeten lopen,’ vindt Verhagen: ‘Als het Noorden in een eerder stadium had gewonnen, was de situatie in het Zuiden waarschijnlijk bij het oude gebleven. Dit was de enige manier waarop én de eenheid van de Verenigde Staten kon worden bewaard én de slavernij kon worden afgeschaft. Je mag het als historicus niet zeggen, maar het lijkt wel of hier sprake is geweest van een noodzakelijke ontwikkeling.’

Lincoln zelf sprak van een ‘wedergeboorte’ van de VS. ‘De erfzonde van de slavernij was opgeheven. Amerika heeft er daarna nog een eeuw over gedaan om ook een einde te maken aan de segregatie, maar een belangrijke weeffout uit het oorspronkelijk ontwerp van het land was verwijderd.’

De man die de VS verloste van de erfzonde kon daar niet lang van genieten. Een paar dagen na de capitulatie van het Zuiden werd Lincoln doodgeschoten door een aanhanger van de opstandige staten, John Wilkes Booth. Het was 15 april 1865: Goede Vrijdag.