Home LESSEN: ZZP’er

LESSEN: ZZP’er

  • Gepubliceerd op: 27 november 2014
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Alies Pegtel

Het kabinet wil schijnzelfstandigheid aanpakken en de fiscale voordelen van zzp’ers afschaffen ten gunste van de positie van werknemers in loondienst. Arbeidshistoricus Matthias van Rossum, verbonden aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG), promoveerde op een dissertatie over arbeidsverhoudingen bij de VOC. Hij vertelt dat er door de geschiedenis heen altijd zzp’ers aan het werk zijn geweest.

‘Een van de inzichten die het IISG heeft opgedaan door vergelijkend internationaal onderzoek naar arbeidsverhoudingen in de afgelopen vijf eeuwen, is dat er overal ter wereld altijd verschillende arbeidsverhoudingen naast elkaar hebben bestaan. Loonarbeiders werkten naast dagloners, contractarbeiders, stukloners, horigen of slaven. De zelfstandige zonder personeel is zeker geen nieuw verschijnsel. Vanuit historisch perspectief zou ik zeggen dat het een verzamelcategorie is van twee verschillende groepen arbeiders: mensen die zeer specifieke vaardigheden verkopen, zoals een meubelmaker of een architect. En mensen die wat dit betreft vervangbaar zijn, maar die ook stukloon ontvangen, zoals sjouwers van goederen.
 

Een contract met de VOC bood ook zekerheid 

Vanuit historisch oogpunt is het ongebruikelijk dat we tegenwoordig zo massaal in loondienst werken. Pas aan het einde van de negentiende eeuw, toen de industrialisering opkwam, werd er gewezen op de onzekerheid en uitbuiting van zelfstandigen. De toenemende aandacht voor de nadelen van werken zonder contract, leidde tot betere arbeidswetgeving en de opmars van werken in loondienst.

Tijdens mijn onderzoek naar de VOC ontdekte ik dat arbeidskrachten op verschillende manieren gecontracteerd werden. Mannen die mee aan boord gingen tijdens de zeereis werden voor zeven jaar in dienst genomen. Voor het lokale werk in de havens, zowel in Amsterdam als in Batavia, werd tijdelijk extra mankracht ingehuurd. Sommigen werden betaald per dag, anderen per uur. Deze sjouwers werden alleen ingezet tijdens de piekmomenten wanneer er geladen en gelost moest worden.

In de zeventiende eeuw was de arbeidsmarkt dus vrij flexibel. Het was voor de VOC aantrekkelijk dat ze als werkgever gebruik kon maken van vaste mensen én van tijdelijke krachten die ze niet in dienst hoefde te nemen.

Er bestonden nog geen door de staat bepaalde werknemersrechten, maar desondanks beperkte de arbeidsverhouding zich niet tot een zuiver economische uitruil van diensten en loon. Had je een contract met de VOC, dan bood dat ook zekerheid. Brak je aan boord bijvoorbeeld je been, dan ging je naar het VOC-hospitaal in Batavia. Werknemers verwachtten ook constante beloning: Indiase VOC-zeelieden kwamen bijvoorbeeld in actie toen zij buiten hun schuld aan wal niet werden doorbetaald. Omgekeerd was het contract ook verplichtend: als een zeeman deserteerde van de vaart, kon hij ter dood veroordeeld worden. Dit gebeurde niet vaak. Dwangarbeid, een andere straf voor VOC-deserteurs, werd wel regelmatig opgelegd.
Als les uit het verleden wil ik opmerken dat een arbeidsverhouding, ook tussen een zzp’er en een opdrachtgever, nooit puur economisch van aard is geweest. Over en weer verlangen werkgever en werknemer betrokkenheid. Ook al verander je de sociale-zekerheidsregels, in menselijk opzicht maakt een vast versus een los dienstverband niet altijd een verschil in datgene wat mensen van elkaar verwachten.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.