Home Geldzucht was voor advocaten doodzonde

Geldzucht was voor advocaten doodzonde

  • Gepubliceerd op: 28 november 2012
  • Laatste update 18 apr 2025
  • Auteur:
    Bas Kromhout
  • 3 minuten leestijd
Kantoor advocaat

Waarom nu?

Ook Taghi’s derde advocaat is opgepakt wegens verdenking van deelname aan een criminele organisatie. Taghi’s overgebleven advocaten legden na die arrestatie zijn verdediging neer.

Volgens Floris Bannier, bijzonder hoogleraar advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam, was geldzucht al in de negentiende eeuw een van de grootste zondes die een advocaat kon begaan.

Bannier: ‘De moderne advocatuur heeft zijn oorsprong bij Napoleon. Na de Franse Revolutie van 1789 waren de oude advocatenordes afgeschaft. De nieuwe machthebbers wilden zulke heldere wetten maken dat burgers al hun juridische zaken zelf konden voeren. Maar dat bleek in de praktijk onhaalbaar. In 1804 werd de advocatuur in Frankrijk in ere hersteld.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Napoleon had de pest aan advocaten – zijn vader was advocaat geweest. Hij zei: “Zolang ik een zwaard aan mijn zijde draag, zal niemand mijn advocaat zijn.” De keizer vond advocaten gevaarlijke wezens. Zij waren hem te mondig en vormden mogelijk een politieke bedreiging. Daarom onderwierp Napoleon hen aan een strenge tucht. Op 14 december 1810 ondertekende hij een decreet waarin stond dat er Raden van Toezicht en Discipline moesten komen. De tuchtrechtspraak werd aan advocaten zelf overgelaten, maar de keizerlijke procureur had een stevige vinger in de pap.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Het decreet werd op 1 juli 1811 ook van kracht in het geannexeerde Nederland. Onder koning Willem I bleef deze regeling in stand, totdat in 1838 de invloed van de koning op de Raden van Discipline verdween. Er waren in het midden van de negentiende eeuw 600 tot 700 Nederlandse advocaten. Allemaal eenpitters, losjes georganiseerd per gebied.

Er waren nog geen vaste regels, behalve dat advocaten geen inbreuk mochten maken op de eer van hun stand. De meesten waren afkomstig uit de hogere middenklasse. Het was een doodzonde als een advocaat eropuit was zo veel mogelijk geld te verdienen. De rechtsgeleerde Joannes van der Linden (1756-1835) noemde advocaten met geldzucht “getabberde roofvogels”. Andere inbreuken waren onzorgvuldig procederen en pleiten zonder inhoud. Pas in 1921 werden de “Ereregels” van de advocatuur op papier vastgelegd.

In een eeuw tijd groeide het aantal advocaten enorm. Ook werden zij steeds meer gewone ondernemers, die winst moesten maken. De Advocatenvereniging vond daarom dat het toezicht moest worden aangescherpt. Op haar initiatief werd in 1952 de eerste Advocatenwet ingevoerd. Er kwamen strengere opleidingseisen en voortaan waren er in elke arrondissement een Orde van Advocaten en een Raad van Discipline. Voor beroepszaken werd een centraal Hof van Discipline opgericht, bestaande uit drie rechters en twee advocaten.

Steeds was er discussie over de vraag of advocaten wel op een faire manier over elkaar konden rechtspreken. Om de kans te verkleinen dat leden van de tuchtraad moesten oordelen over confrères met wie ze een directe collegiale band hadden, werden in 1986 de raden weggehaald bij de arrondissementen. Er bleven vijf over, elk voorgezeten door een rechter.

Sinds Napoleon is er dus alles aan gedaan om de advocatuur zo zuiver mogelijk te houden. Desondanks zijn er altijd advocaten geweest die over de schreef gingen. Het is voorgekomen dat een advocaat zelf een vonnis schreef omdat hij een zaak was vergeten, zijn geheimhoudingsplicht schond, of zich wel liet betalen, maar niets deed.’

Nieuwste berichten

Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Nieuws

Zeventiende-eeuwse jongen kreeg Staten-Generaal als peetouder

In 1668 kreeg een baby, de zoon van de graaf en gravin van Bentheim, een opmerkelijke voornaam. Het jongetje werd ‘Statius’ gedoopt, een afgeleide van het woord ‘Staten’. De Staten-Generaal van de Nederlandse Republiek waren namelijk peetouder van het kind. En zij hadden om die naam gevraagd.  Het was een opmerkelijke gang van zaken, want...

Lees meer
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Interview

‘Met Mark Rutte zocht ik naar de resten van Van Oldenbarnevelt’ 

Ronald van Raak ging op onderzoek onder het Binnenhof. Hij vertelt over zijn historische sensatie: ‘In mijn goede pak kroop ik door het stof.’ Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?  ‘Die heb ik zeker ervaren tijdens een koude januarinacht in 2019, het hagelde, toen ik met Mark Rutte afdaalde in de...

Lees meer
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Artikel

Lída Baarová: de onmogelijke liefde van Joseph Goebbels 

Rijkspropagandaminister Joseph Goebbels raakt zo verliefd op de Tsjechische actrice Lída Baarová dat hij er met haar vandoor wil. Het komt er niet van, en Baarová betaalt een hoge prijs voor de affaire. ‘Geen van mijn films is zo dramatisch geweest als mijn leven.’  Haar moeder pusht Lída (1914-2000) en haar zus Zorka Janů al...

Lees meer
Allegorie Willem I
Allegorie Willem I
Beeldessay

Het regent koninklijke lintjes, een onderscheiding die Willem I invoerde

Koning Willem I doet zijn best het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden op te stoten in de vaart der volkeren. Toch verliest hij de helft van zijn land. Op 30 november 1813 landt Willem Frederik van Oranje na een ballingschap van 19 jaar op het strand van Scheveningen. Twee dagen later wordt hij uitgeroepen tot soeverein...

Lees meer