Home LESSEN: ebola

LESSEN: ebola

  • Gepubliceerd op: 29 oktober 2014
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Alies Pegtel

Nu het ebolavirus de VS en Spanje heeft bereikt, zwellen de waarschuwingen aan over de risico’s op wereldwijde besmetting. Annet Mooij, auteur van Van pest tot aids. Vijf eeuwen besmettelijke ziekten in Amsterdam, volgt de berichtgeving over de eboladreiging met bijzondere belangstelling. ‘Zodra er epidemische ziektes opduiken, zoals een aantal jaren geleden de Mexicaanse griep en sars, zie je eenzelfde emotionele reactie. Hoewel we weten dat het helemaal niet zo makkelijk is om een virus als ebola over te dragen, begeeft de ratio het. Besmettelijke ziekten zijn angstaanjagende verschijnselen die een oud collectief onderbewustzijn aanspreken. Een onredelijke vrees voor gevaar vlamt op, niet gebaseerd op moderne medische kennis of feiten.

Ebola heeft tot nu toe een paar duizend slachtoffers gemaakt. Een schijntje vergeleken met de honderdduizenden Afrikanen die jaarlijks sterven aan malaria. Maar aan malaria zijn we gewend; de ziekte is niet besmettelijk, en is geen bedreiging voor het Westen. De potentiële dreiging van een epidemische ziekte als ebola geeft het gevoel dat we de controle kunnen verliezen. Dit boezemt een diepgewortelde collectieve angst in, die wordt gevoed door de media, die ons nauwkeurig op de hoogte houden van alle ziektegevallen wereldwijd.

Autoriteiten gaan mee in de ziektehypes, omdat ze doodsbang zijn om fouten te maken. Ten tijde van de Mexicaanse griep kocht de overheid preventief miljoenen vaccins in. Achteraf bleken deze helemaal niet nodig en was het gevaar schromelijk overschat. Hetzelfde gold voor de angst voor het aidsvirus, die begin jaren tachtig opkwam. Aanvankelijk vreesde men dat iedereen zomaar aids zou kunnen oplopen door onbeschermd seksueel contact. Pas later bleek dat het virus in Europa vooral beperkt bleef tot homoseksuelen. In Afrika is dit helaas anders gelopen.
 

Een onredelijke vrees voor gevaar vlamt op

Besmettelijke ziektes komen en gaan in golven. In de negentiende eeuw heersten er cholera en tbc. De veertiende eeuw was de eeuw van de pest. De zwarte dood kwam uit het Oosten, en werd overgebracht door ratten en vlooien. Destijds werd die connectie natuurlijk niet gelegd. De pest werd beschouwd als een straf van God. In Europa is naar schatting een kwart van de bevolking aan de pest gestorven. Zoals dat meestal gaat met ziekten, werden de armen het zwaarst getroffen. Van besmettelijkheid had men geen weet. Mensen sliepen vaak met z’n tienen op elkaar gepakt onder beroerde hygiënische omstandigheden in kleine ruimtes. Het uitroken van huizen om de pest te verdrijven had geen enkele zin.

Bij de verspreiding van het ebolavirus speelt sterk mee hoe de Afrikaanse bevolking tegen deze infectieziekte aankijkt. Religieuze aspecten worden daar nog gekoppeld aan ziekte-uitbraken. Ter plekke hebben Afrikanen westerse medici aangevallen die ebola proberen te bestrijden. De weerstand tegen de hulpverlening moet serieus worden onderzocht. Het heeft geen zin allerlei overtuigingen af te doen als bijgeloof of waandenkbeelden. Die kunnen nu eenmaal sterker zijn dan de medische rationaliteit, hoe vreemd dat soms ook mag lijken. Dat geldt ook voor ons. Zie bijvoorbeeld een paar jaar geleden het verzet tegen de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.