De longlist met tien genomineerden voor de Libris Geschiedenis Prijs 2025 is bekend. Recensent Rob Hartmans, een van de leden van de voorselectiecommissie, zet de tien kanshebbers op een rij.
Arianne Baggerman – De storm die wij vooruitgang noemen
Eeuwenlang veranderde het dagelijks leven in de westerse wereld voor de opeenvolgende generaties niet ingrijpend. Wie de uitzonderlijk hoge leeftijd van tachtig jaar bereikte, zag om zich heen een wereld die niet heel erg verschilde van die uit zijn of haar jeugd. Vanaf het einde van de achttiende eeuw kwam hier verandering in. Na een reeks politieke aardverschuivingen zorgden vooral de razendsnelle technologische en economische ontwikkeling ervoor dat mensen het gevoel kregen dat de wereld continue veranderde. Als ze op hun oude dag terugkeken op hun jeugd, leek het alsof die zich had afgespeeld in een heel andere wereld.
Arianne Baggerman heeft decennialang onderzoek gedaan naar Nederlandse egodocumenten en voor dit boek heeft ze vele honderden dagboeken en autobiografieën bestudeerd van mensen die zijn geboren tussen 1750 en 1919. De storm die wij vooruitgang noemen is niet alleen een fraai geïllustreerde en goedgeschreven analyse van de ontwikkeling van egodocumenten en bijbehorende problemen als de werking van het menselijk geheugen, maar vormt ook een belangrijke bijdrage aan de mentaliteitsgeschiedenis van deze periode, die gekenmerkt werd door secularisering en individualisering. Bovendien wordt duidelijk hoe vanaf 1800 een min of meer cyclisch tijdsbesef plaatsmaakte voor een lineair perspectief, waarin het verleden wordt gezien als iets dat afgesloten en radicaal anders is dan het heden, en dat de toekomst open en beïnvloedbaar is.
De storm die wij vooruitgang noemen. Tijd, tempoversnelling en de transformatie van Nederland in egodocumenten, 1750-2000
Arianne Baggerman
591 p. Panchaud, € 34,90

Janna Coomans – Dievenland
De geschiedenis van de Middeleeuwen is nog altijd veel te veel het verhaal van koningen, edellieden, stedelijke elites en oorlogen. Hoe het dagelijks leven eruitzag, hoe gewone mensen het hoofd boven water hielden, waar mensen waarde aan hechtten, hoe men omging met afwijkend of crimineel gedrag – dat alles blijft dikwijls vrij vaag en steken in clichés. Omdat Dievenland zich richt op criminaliteit in de late Middeleeuwen geeft het boek uiteraard geen volledig antwoord op deze vragen, maar niettemin biedt het een levendig inkijkje in het alledaagse leven van gewone mensen.
Op basis van onderzoek in de archieven van Kampen, Deventer en de meierij van Den Bosch schetst Coomans een beeld van de criminaliteit en de rechtspraak in de Lage Landen in de periode 1450-1550. Aan de hand van onder meer bekentenissen van daders schetst ze niet alleen het vaak precaire bestaan van allerlei mensen aan de onderkant van de laatmiddeleeuwse samenleving, maar weet ze op veel meer aspecten licht te werpen. Zo gaat ze bijvoorbeeld uitgebreid in op de waarde en betekenis van materiële spullen (wat een groot contrast met het heden oplevert), de sociale structuur van middeleeuwse steden, de praktijk van het strafrecht (die minder vaak de doodstraf oplegde dan vaak wordt aangenomen), de mobiliteit van veel mensen aan de zelfkant en de rol van (al dan niet betaalde) seksualiteit.
Dievenland. Overleven in de middeleeuwen
Janna Coomans
343 p. Bezige Bij, € 27,99

Patricia Van den Eeckhout – Koks en kelners
Yotam Ottolenghi, Jonnie Boer, Jamie Oliver, Nigella Lawson – via kookboeken, tv-programma’s en de aandacht voor toprestaurants kunnen koks tegenwoordig een sterrenstatus bereiken. Ooit was dat wel anders en stond het beroep in laag aanzien. Binnen het restaurant hadden koks nog minder status dan de kelners, die ook meer verdienden, en bovendien werkten de beste koks niet in restaurants maar voor rijke particulieren. Keukens bevonden zich meestal in kelders, waar de arbeids- en hygiënische omstandigheden vaak onbeschrijfelijk beroerd waren. Er werd wel gezegd dat koks de beste vrienden van de dokters waren, aangezien ze die heel veel klandizie bezorgden.
In Koks en kelners beschrijft Patricia Van den Eeckhout de geschiedenis van de horeca tussen 1750 en 1950 uitgebreid en buitengewoon levendig. De lezer komt van alles te weten over de veranderingen in de keukens en eetzalen van restaurants, hotels, herbergen en allerlei soorten eettentjes in België, Nederland, Frankrijk, Engeland, Duitsland en Oostenrijk. Niet alleen de culinaire innovaties komen aan bod, maar ook de ellendige arbeidsomstandigheden, de corruptie en de smerigheid. Het lezen van dit boek doet je vaker kokhalzen dan watertanden, maar het verheugende is dat je wel degelijk getuige bent van een behoorlijke mate vooruitgang. Maar wie bijvoorbeeld nog in de jaren zestig in Nederlandse restaurants heeft gegeten, weet dat er ook na de ‘sluitingstijd’ van dit boek nog een lange weg te gaan was.
Koks en kelners. 1750-1950
Patricia Van den Eeckhout
552 p. Ertsberg, € 34,95

Emily Hemelrijk – Eindelijk vrij
Het Romeinse Rijk was een slavenmaatschappij. Rond het begin van onze jaartelling woonden er op het Italiaanse schiereiland naar schatting zes miljoen mensen, waarvan circa een derde onvrij was. Het waren (nakomelingen van) krijgsgevangenen uit de vele oorlogen die Rome voerde of slaven die waren gekocht van piraten in het Middellandse Zeegebied. In tegenstelling tot veel andere slavensamenlevingen was er kans op vrijlating en de kinderen van vrijgelaten slaven die in vrijheid werden geboren kregen het Romeinse staatsburgerschap.
Nog altijd weten we relatief weinig over Romeinse slaven, en dat geldt zeker voor de vrouwen onder hen. Vandaar dat dit boek van Emily Hemelrijk zeer welkom is. Op basis van inscripties, grafmonumenten en andere archeologische vondsten heeft Hemelrijk erg veel informatie weten te verzamelen over vrouwelijke slaven die op zeker moment vrij werden. We komen te weten welke beroepen ze uitoefenden, wat hun juridische en sociale status was, in welke mate er sprake was van sociale mobiliteit na vrijlating, en hoe sommigen een behoorlijke welstand wisten te bereiken. Ook wordt duidelijk hoe de rest van de Romeinse samenleving op voormalige slavinnen reageerde. Zo werd er bijvoorbeeld met minachting gekeken naar al te protserige grafmonumenten en duurde het vaak enkele generaties voor het stigma van de slavernij volledig was uitgewist.
Eindelijk vrij. Hoe vrouwen in het Romeinse Rijk de slavernij achter zich lieten
Emily Hemelrijk
295 p. Balans, € 23,99

Erik de Lange – De laatste dagen van Barbarije
Tussen 1815 en 1830 maakten enkele Europese mogendheden een einde aan de kaapvaart op de Middellandse Zee door Ottomaanse vazalstaatjes als Algiers, Tunis en Tripoli. Al eeuwenlang werd de koopvaardij in dit gebied geteisterd door deze kapers, die schepen veroverden en ladingen confisqueerden. Vaak lieten ze de bemanning als slaven verhandelden en na enige tijd vrijkopen door het land van herkomst. Kaapvaart was tot dan toe een legitieme activiteit geweest, waaraan Europese landen in oorlogstijd ook vol enthousiasme meededen. (Denk aan de zilvervloot van Piet Hein.) Na de nederlaag van Napoleon en het Congres van Wenen werd getracht om de internationale veiligheid te vergroten en te garanderen. In dit kader werd de kaapvaart gecriminaliseerd en werden de leiders van de Ottomaanse vazalstaatjes voortaan gezien als barbaarse roverhoofdmannen.
Erik de Lange laat op zeer leesbare wijze zien hoe dit proces zich voltrok. Hierbij werpt hij niet alleen een iets ander licht op de kolonisatie van Noord-Afrika, die in deze jaren plaatsvond, maar laat hij ook zien hoe na 1815 getracht werd permanente bondgenootschappen te vormen die vrede en veiligheid (voor de Europese naties) moesten garanderen. Deze pogingen tot een ‘veiligheidsarchitectuur’ leidden na de Tweede Wereldoorlog onder andere tot de oprichting van de NAVO, een organisatie waarvan men zich nu weer afvraagt hoe ‘permanent’ die is.
De laatste dagen van Barbarije. Hoe piraterij verdween van de Middellandse Zee
Erik de Lange
303 p. Prometheus, € 24,99

Geert Mak – Wisselwachter
De centrale figuur in dit boek is Harry Hopkins, de ‘wisselwachter’ uit de titel. Hij gaf in de jaren van de New Deal leiding aan verschillende federale organisaties die de crisis moesten bestrijden en zou tijdens de Tweede Wereldoorlog president Roosevelts belangrijkste adviseur en afgezant worden, die onder meer de band met Churchill onderhield en kort na de Duitse inval in de Sovjet-Unie met Stalin sprak. Hij kreeg onder meer de leiding over het Lend-Lease-programma, dat ervoor zorgde dat Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie en andere bondgenoten werden voorzien van voedsel, olie en oorlogsmaterieel. Ook was Hopkins aanwezig tijdens de grote geallieerde conferenties in Teheran en Jalta.
Geert Mak heeft met Wisselwachter geen biografie van Hopkins geschreven, maar een zeer levendig en interessant boek dat een beeld schildert van van de binnen- en buitenlandse politiek van de VS in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. Samen met Roosevelt zorgde Hopkins ervoor dat er op cruciale moment wissels werden omgezet en dat landen het isolationisme vaarwel zeiden. Mak heeft in zijn bekende, zeer persoonlijke stijl een boek geschreven dat deels ook een ode is aan een Amerika dat niet meer lijkt te bestaan: ‘een land waar het dienen van de publieke zaak nog gold als hoogste doel. Een land waar, dwars door al het harde onrecht, een democratische belofte gloorde. Een land dat, ondanks alle verschillen tussen de mensen, de kracht en eenheid kon opbrengen om die te verdedigen, tot in het verre Europa toe.’
Wisselwachter. Amerika-Europa, 1933-1945
Geert Mak
640 p. Atlas Contact, € 36,99 (pbk)
€ 44,99 (geb)

Maarten van Riel – Het verdriet van Tilburg
Op het eerste gezicht is dit de zoveelste familiegeschiedenis waarin een auteur op zoek gaat naar zijn of haar familie. Er verschijnen tegenwoordig heel veel van dat soort boeken, die voor de betrokken families ongetwijfeld heel interessant zijn, maar over het algemeen anderen heel wat minder kunnen boeien. Het verdriet van Tilburg begint op het moment dat Maarten van Riel besluit dat hij meer wil weten over zijn grootvader van moederskant, een fabrieksarbeider die in 1977, een jaar of vijf voor de geboorte van de auteur, zelfmoord had gepleegd. Al snel concentreert hij zich niet meer op de getroebleerde familieverhoudingen, maar komt hij met een, in zijn eigen woorden, ‘krankzinnige’ onderzoeksvraag: ‘Is er in Tilburg een causaal verband tussen suïcide en de ondergang van de textielindustrie?’
Om die vraag ook maar enigszins te kunnen beantwoorden moet hij aandacht besteden aan de opkomst en bloei van de textielindustrie in Tilburg, de sociale verhoudingen in het industriestadje, de rol van de kerk, de toenemende buitenlandse concurrentie als gevolg van de Europese eenwording en de razendsnel afkalvende werkgelegenheid in de jaren zeventig. Wie deze opsomming leest vreest wellicht dat dit een oersaai boek is. Niets is minder waar. In een honderdtal korte en meeslepend geschreven hoofdstukjes zoomt de auteur beurtelings in en uit en weet hij zo een imponerend beeld te schilderen van een stad die zelfs de meeste Tilburgers lelijk noemen, maar die inmiddels de weg omhoog weer lijkt te vinden.
Het verdriet van Tilburg
Maarten van Riel
415 p. Thomas Rap, € 26,99

Piet de Rooy – De tijd, de waarheid & de geschiedenis
De auteur van Het verdriet van Tilburg mocht zijn eigen onderzoeksvraag dan ‘krankzinnig’ vinden, de gerenommeerde historicus Piet de Rooy heeft zelfs helemaal afgezien van zo’n onderzoeksvraag. Of het zou de ondertitel van dit boek moeten zijn, maar daar ontbreekt het vraagteken. De tijd, de waarheid & en de geschiedenis is een buitengewoon erudiet, prettig geschreven en bijzonder interessant boek dat ik met heel veel plezier las, maar waarbij ik me ook de hele tijd bleef afvragen: waar gaat dit eigenlijk over?
De Rooy begint met een fictieve anekdote, namelijk dat hij tijdens een saai congres in Madrid spijbelde en in het Prado een schilderij van Goya ziet waarop de Tijd, de Waarheid en de Geschiedenis zijn afgebeeld. Dat schilderij hangt in werkelijkheid in Stockholm, maar hij gebruikt het wel als uitgangspunt van dit boek, waarin hij zeer persoonlijke bespiegelingen schrijft over deze drie thema’s. Zowel de tijd, de waarheid als de geschiedenis zijn menselijke uitvindingen, het zijn pogingen om greep te krijgen op de wereld om ons heen. De Rooy beschrijft op meanderende wijze over de ontwikkelingen op het gebied van tijdmeting en tijdsbesef, over hoe allerlei wereldbeelden en religies leugen en waarheid trachtten te onderscheiden, en over de zeer uiteenlopende manieren waarop men ‘de geschiedenis’ in kaart kan brengen. Ook laat hij hierbij zien dat toevallige vondsten soms een belangrijke rol spelen, en dat er enige overeenkomsten bestaan tussen historici en complotdenkers. Als je het boek uit hebt, weet je nog niet hoe de wereld in elkaar zit, maar heb je wel heel veel geleerd en ben je zelfs wat wijzer geworden.
De tijd, de waarheid & de geschiedenis. Hoe onze wereld in elkaar zit
Piet de Rooy
684 p. Querido Facto, € 45,–

Stephan Steinmetz – De tien van Den Haag
In de titel zit ongetwijfeld een verwijzing naar het ooit zo bekende begrip ‘de drie van Breda’. Niet dat de auteur de tien topambtenaren die hij beschrijft wil vergelijken met de Duitse oorlogsmisdadigers die tot 1989 gevangenzaten. Wel is het zo dat het de afgelopen decennia bon ton is geworden om heel negatief te spreken over het Nederlandse overheidsapparaat tijdens de Duitse bezetting. Nu is daar ook veel kritiek op mogelijk, wat onder meer leidde tot de excuses die premier Mark Rutte in 2020 maakte voor het ernstig tekortschieten van de overheid jegens Joodse medeburgers.
Steinmetz bagatelliseert dit geenszins, maar vertelt wel een genuanceerder verhaal, op uiterst leesbare wijze. De ‘tien’ uit de titel zijn de secretarissen-generaal, de hoogste ambtenaren van de toenmalige Haagse departementen. Slechts drie van hen zijn de hele oorlog op hun post gebleven, en zij kregen dan ook de meeste kritiek. De anderen verloren soms hun functie omdat hun departement werd opgeheven, of stapten vrijwillig op. Steinmetz laat overtuigend zien dat die laatste categorie niet per definitie op een hoger moreel plan stond dan degenen die bleven. Tevens schetst hij voor welke dilemma’s ze kwamen te staan, en hoe het ‘DNA’ van de toenmalige ambtenaar (loyaal, gehoorzaam, hiërarchisch denkend, elitair en tamelijk wereldvreemd) ervoor zorgde dat men al vroeg tijdens de bezetting het idee van de rechtsstaat losliet.
De tien van Den Haag. Topambtenaren tijdens de bezetting
Stephan Steinmetz
288 p. Boom, € 29,90

Marja Verbraak – Elselina (1776-1845)
Elselina Versfelt was een Nederlandse domineesdochter die op vierjarige leeftijd haar moeder verloor, op haar vijftiende trouwde met een Patriot die naar Frankrijk vertrok, haar kinderen in de steek liet om ervan door te gaan met generaal Moreau en naar eigen zeggen later ook de minnares werd van de beroemde maarschalk Ney, een van Napoleons lievelingsofficieren. Haar avontuurlijke leven, waarin ze lak had aan de ontelbare fatsoensregels die voor vrouwen golden, beschreef ze later in haar vierduizend bladzijden tellende Mémoires d’une Contemporaine, waarin ze niet schroomde haar allesbehalve conventionele leven flink op te pimpen met allerlei verzinsels.
De beeldschone Elselina, die al jong doorhad dat ze mannen het hoofd op hol bracht, was duidelijk een courtisane. Maar ook hierin brak ze met de conventies. Ze trok immers mee met de legers van Napoleon, kleedde zich soms als man en deed nog veel meer dingen die van een vrouw niet verwacht werden. Biografe Marja Verbraak waarschuwt ervoor dat we Elselina niet moeten zien als feministe, want dat is een anachronistische benadering. De beweging voor gelijke rechten voor vrouwen zou pas aan het eind van de negentiende eeuw opkomen. Maar dat zij een zeer eigenzinnige, zelfstandige vrouw was die het keurslijf voor vrouwen aan flarden scheurde staat buiten kijf. Tegelijkertijd doet Verbraak haar uiterste best om in de uitvoerige geschriften van Elselina feiten en verzinsels van elkaar te scheiden. Maar zelfs als alle fictie verwijderd is, blijft er een zeer opmerkelijk leven over.
Elselina (1776-1845). Avontuur in het voetspoor van Napoleon
Marja Verbraak
295 p. Boom, € 29,90
