In Rusland zaaiden oud-politici Roetskoj en Chasboelatov twijfel over de opstelling van Boris Jeltsin tijdens de communistische staatsgreep. ‘Jeltsin is bij de Russen enorm impopulair.’
In augustus 1991 verijdelde de Russische president Boris Jeltsin (1931-2007) door moedig optreden een coup van orthodoxe communisten. Het beeld van Jeltsin, staande op een tank, ging de hele wereld over. Maar oud-vicepresident Aleksandr Roetskoj beweerde in 2018 in een kranteninterview dat Jeltsin dronken was en wilde vluchten naar de Amerikaanse ambassade. Het verhaal is prompt bevestigd door de toenmalige parlementsvoorzitter Roeslan Chasboelatov. Ooggetuigen, zoals Jeltsins lijfwacht, noemen het een fabeltje.
Hella Rottenberg, redacteur van de kennissite Raam op Rusland.nl, vindt de beschadigingsactie van Roetskoj en Chasboelatov opvallend. ‘Hoewel die twee waarschijnlijk persoonlijke motieven hebben, zit er meer achter. Ik was in 1991 als correspondent in Moskou en herinner me de enorme vreugde van de Russen, omdat ze waren bevrijd van de dictatuur. Maar tegenwoordig wordt de democratische omwenteling niet officieel gevierd en de staatsmedia zwijgen erover. Jeltsin is bij de Russen enorm impopulair. Zij nemen hem kwalijk dat hij samen met de leiders van andere republieken de Sovjet-Unie heeft opgeheven, dat daarna het staatsbezit in handen kwam van enkelingen en dat de roebel een vrije val maakte, waardoor spaargelden en pensioenen de helft van hun waarde verloren. Maar Jeltsins rol in het afwenden van de putsch in 1991 is tot nu toe nooit betwist. Dat is kennelijk aan het veranderen.’
President Vladimir Poetin kan zijn voorganger niet openlijk bekritiseren, omdat hij aan hem zijn eigen presidentschap te danken heeft: Jeltsin schoof Poetin naar voren met de deal dat deze hem niet zou vervolgen. ‘Maar Poetin weet dat zijn eigen populariteit nauw verbonden is met de impopulariteit van Jeltsin,’ zegt Rottenberg. ‘Na de wanorde van de jaren negentig heeft Poetin Rusland weer groot gemaakt, zo luidt het officiële verhaal.’
