Home Jan Tinbergen – Erwin Dekker

Jan Tinbergen – Erwin Dekker

  • Gepubliceerd op: 17 mei 2021
  • Laatste update 19 mei 2021
  • 3 minuten leestijd
Jan Tinbergen – Erwin Dekker

Jan Tinbergen was de belangrijkste economisch bureaucraat van de vorige eeuw. Dat klinkt niet sexy, maar hij was ongekend invloedrijk, zo blijkt uit de biografie van Erwin Dekker.

De meeste Nederlanders weten weinig meer van Jan Tinbergen (1903-1994) dan dat hij de eerste en enige Nederlandse winnaar van de Nobelprijs voor economie was. Een enkele vergrijsde socialist verwijst nog weleens naar de ‘Tinbergen-norm’: het principe dat de top van een organisatie hooguit tien keer zoveel mag verdienen als de laagstbetaalde arbeiders. Maar deze norm wordt ten onrechte aan Tinbergen toegeschreven.

Hoewel hij als econoom zeker niet de mindere was van veel beroemdere vakgenoten als John Maynard Keynes en Friedrich Hayek, was Tinbergen wel een heel ander type wetenschapper. Vandaar dat het valt toe te juichen dat econoom en historicus Erwin Dekker de eerste volwaardige biografie van Tinbergen heeft geschreven. Daarin gaat hij onder meer op zoek naar de relatie tussen Tinbergens idealen en diens wetenschappelijke arbeid.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tinbergen kwam uit een progressief en hoogst intellectueel gezin – broer Niko zou de Nobelprijs voor fysiologie krijgen. Hij studeerde wis- en natuurkunde bij Paul Ehrenfest, die op voet van gelijkheid omging met wetenschappers als Einstein, Bohr en Lorentz. Daarnaast behoorde de jonge Tinbergen, die al snel overstapte naar de econometrie, tot het type socialist – dienstweigeraar, geheelonthouder en volksverheffer – in vergelijking met wie de gemiddelde calvinist nog een bourgondische levensgenieter is. In de crisisjaren dacht hij intensief na over manieren om de economie op een meer rationele én rechtvaardige wijze in te richten, en was hij samen met Hein Vos de belangrijkste architect van het roemruchte Plan van de Arbeid.

In tegenstelling tot Keynes en Hayek was Tinbergen geen hoogleraar en publieke intellectueel die af en toe beleidsadviezen gaf, maar was hij iemand die technieken en methodes ontwikkelde waarmee economisch beleid kon worden ontwikkeld en uitgevoerd. Volgens Dekker was hij ‘de belangrijkste economisch bureaucraat van de twintigste eeuw’, wat niet sexy klinkt, maar waardoor hij ongekend invloedrijk was. Tinbergen was een man van instituten – hij was onder meer de eerste directeur van het Centraal Planbureau – en zou zich later vooral profileren als ontwikkelingseconoom.

Dekker heeft een boeiende, uitstekend leesbare biografie geschreven, waarin hij volop aandacht schenkt aan de spanningen die zich soms voordeden tussen Tinbergens idealen en zijn wetenschappelijke ideeën. Bovendien besteedt hij veel aandacht aan de context waarbinnen zijn held opereerde. Helaas zijn daar af en toe wat foutjes in geslopen, onder andere omdat hij veel literatuur over het socialisme in de jaren twintig en dertig buiten beschouwing heeft gelaten.

Rob Hartmans

 

Jan Tinbergen. Een econoom op zoek naar vrede

Erwin Dekker

440 p. Boom, € 39,90