Imprimatur is een historische roman die met het nodige tromgeroffel is gelanceerd, als ware het de film die er ongetwijfeld van gemaakt zal worden. De soundtrack wordt nu al op cd bijgeleverd. Het 600 pagina’s dikke boek, geschreven door een letterkundig Italiaans journalistenduo, Rita Monaldi en Francesco Sorti, wordt aangekondigd als literaire thriller, gebaseerd op authentieke historische documenten, die een geheel nieuw licht zouden werpen op de geschiedenis van Europa. Plaats van handeling is Rome, het tijdstip september 1683. Wenen wordt belegerd door de heidense Turken en het machtsevenwicht in christelijk Europa wordt bedreigd door Lodewijk de Veertiende, de allerchristelijkste Franse koning. Tot diens tegenstanders behoort, naast de Hollandse stadhouder Willem III, ook paus Benedetto Odescalchi, alias Innocentius XI. Op deze paus wordt in de roman een aanslag beraamd.
Alle hoofdpersonen in Imprimatur zijn gebaseerd op historische figuren, met als meest prominente de castrato- zanger annex spion Atto Melani, en Nicolas Fouquet, de in ongenade gevallen minister van Lodewijk XIV. De thrilleropbouw is klassiek: de personages worden in een herberg in Rome in quarantaine gehouden wegens een vermeend geval van pestbesmetting. Er doet zich een raadselachtig sterfgeval voor, er ontstaan dreigende ziekteverschijnselen en er vindt een diefstal plaats. Diverse personen gedragen zich verdacht en hebben duistere onderlinge banden. De gasten mogen de herberg niet verlaten, maar een aantal kent de geheime onderaardse gangen, die ’s nachts dan ook druk worden bezocht en waar het wemelt van de ratten en lijkenpikkers.
Moordaanslag
Naast de gasten is er een scherpzinnige speurder, Atto Melani, met een naamloze assistent, de onvermijdelijke dwerg, die tevens de verteller is. Na vele nachtelijke omzwervingen en mysterieuze voorvallen begrijpen deze verteller en zijn speurder dat een van hun medegasten een moordaanslag op de paus beraamt. Bij hun poging om die te verijdelen komt het in het Colosseum tot een spectaculaire confrontatie, waarbij duidelijk wordt dat alle gasten op de een of andere wijze in verbinding staan met het Franse hof, stadhouder Willem III of de paus.
Imprimatur is een onmiskenbaar rooms-katholiek boek met veel hocus-pocus. Het is samengesteld op een manier die veel weg heeft van de wijze waarop de dwerg zijn maaltijden bereidt voor de gasten in de herberg: met een snufje Umberto Eco, een vleugje Arthur Conan Doyle, een toefje A.S. Byatt, op smaak gebracht met een beetje alchemie, astrologie en waarzeggerij, en afgemaakt met een flinke scheut Galenische geneeskunde en wat bijbelse citaten. Het resultaat is een historisch brouwsel dat best smakelijk is.
Hier en daar is er een hapje voor fijnproevers toegevoegd, zoals op het moment dat Melani, nadat hij zijn pijp voor pistool heeft laten doorgaan, aan zijn knechtje uitlegt dat je, als je met je pijp een belager onder schot houdt, moet roepen: `Ceci n’est pas une pipe.’ Vermakelijk is ook het gesprek over zonden dat de verteller voert met een pater. De pater legt uit dat je zonden genuanceerd moet bekijken. Neem bijvoorbeeld diefstal: `Het is niet nodig het gestolene terug te geven, als dat verarmen betekent: een edelman kan zich niet ontdoen van personeel, en een gezeten burger kan zich ook niet verlagen om te werken.’ Eenzelfde nuancering geldt voor het ontduiken van belasting: `Laten we zeggen dat het zeker zonde is als je niet de rechtvaardige betaalt, terwijl de onrechtvaardige van geval tot geval moet worden bezien.’
Het onderliggende thema, de hypocrisie van de rooms-katholieke Kerk, is wat afgesleten, maar in Italië is het kennelijk meer dan een bron van ironie. De auteurs pretenderen althans dat hun boek niet zomaar een onderhoudende historische roman is. In een nawoord suggereren ze dat het onderzoek dat ten grondslag ligt aan hun fictie tevens historisch-wetenschappelijke waarde heeft. Ze menen te kunnen aantonen dat Innocentius XI, oftewel Benedetto Odescalchi, de politiek van Willem III heeft gefinancierd die uiteindelijk leidde tot de Glorious Revolution, waarbij in Engeland een eind werd gemaakt aan het bewind van de rooms-katholieke Stuarts. Odescalchi – in 1956 zalig verklaard om zijn morele integriteit en vooral omdat hij fondsen van de Heilige Stoel aanwendde voor de strijd tegen de Turken – blijkt dus een ketterse prins te hebben geholpen tegen katholieke koningen. Bovendien zou hij geld hebben gestoken in de slavenhandel, en zelf slaven hebben gehouden. Zijn particuliere correspondentie blijkt vrijwel geheel te bestaan uit aanmaningen tot betaling en verbeurdverklaringen.
Huydecoper
Afgezien van de vraag of deze feiten nu zo vreselijk opzienbarend zijn valt er het een en ander af te dingen op de bewijsvoering. Die geschiedt via suggestieve zinnen als: `Moge het volstaan te memoreren dat het geld van de Odescalchi’s terechtkwam bij de Bartolotti’s, die verwant waren met Johann Huydecoper, de burgemeester van Amsterdam en geaccrediteerd diplomaat voor de Amsterdamse regering bij het hof van keurvorst Frederik van Brandenburg, de oom van Willem van Oranje…’ En, zeggen de auteurs, er waren nog veel meer van dergelijke verbanden. Er werd bijvoorbeeld geld overgemaakt naar de Amsterdamse handelaar Jan Deutz, en, let wel: `Een zwager van Jan Deutz was raadspensionaris Jan de Witt, de huisonderwijzer en leidsman van de jonge Willem III.’ Zo lusten we er nog wel een.
Vaststaat dat de steenrijke familie Odescalchi geld heeft geleend aan Hollandse handelsfirma’s. Een aantal van die firma’s leende op hun beurt aan de Oranjes, maar een rechtstreeks verband is niet aangetoond. Bovendien ging het niet om bijzonder opzienbarende bedragen, en de leningen hadden voornamelijk betrekking op de jaren 1660 tot 1671, toen Benedetto Odescalchi nog kardinaal was en Willem III een ambteloze jongeman. De auteurs maken melding van onverklaarbare hiaten in de archiefbronnen en suggereren dat in de jaren daarna de betalingen zijn doorgegaan, maar dat de bewijzen daarvan zijn weggemoffeld.
Dat is heel wel mogelijk, maar de onthulling is tamelijk opgeklopt, en met werkelijk opzienbarende geschiedschrijving hebben we hier zeker niet te maken. Een grote historische roman is Imprimatur evenmin. Ondanks de serieuze ondertoon is het toch meer een spannend jongensboek, waarin op een onderhoudende manier is gegoocheld met allerhande historisch materiaal.
Dit artikel is exclusief voor abonnees