Home HEIMWEE NAAR DE POLITIEK. DE HERINNERING AAN HET KABINET-DEN UYL door Ilja van den Broek

HEIMWEE NAAR DE POLITIEK. DE HERINNERING AAN HET KABINET-DEN UYL door Ilja van den Broek

  • Gepubliceerd op: 7 juni 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Doeko Bosscher

In een vlot, soms zelfs zwierig geschreven proefschrift onderzoekt Ilja van den Broek het raadsel-Den Uyl. Velen lopen zelfs zoveel jaar na het roemruchte kabinet dat zijn naam droeg nog over van herinneringen en verhalen. Wat heeft Nederland toch, in het positieve én in het negatieve, met Den Uyl? Waarom schieten mensen nog vol als het over deze `laatste werkelijk geëngageerde PvdA’er’ of juist over deze `potverteerder’ gaat?

        Van den Broek maakt heldere keuzes. Ze geeft een summiere beschrijving van Den Uyls intellectuele wortels, levensloop en de lotgevallen van zijn kabinet, want het gaat niet om een studie naar de verdiensten van het kabinet-Den Uyl. Daarna weegt ze nauwgezet de nog altijd overvloedig aanwezige ideeën over de politicus, zijn tijd en zijn team.
        Indertijd waren de premier en degenen die hij om zich heen had verzameld al omstreden. Aan borreltafels liepen de gemoederen hoog op, en niet alleen daar. Sommige journalisten schurkten tegen hem aan met participerende berichtgeving of concrete adviezen, andere verfoeiden hem. De controverse is nooit helemaal geluwd. Welke ontwikkeling is er in het herinneren te bespeuren? Hoe werkte en werkt het geheugen in dit geval? Hoe fungeren Den Uyl en zijn kabinet als lieu de mémoire?
        De meeste lieux de mémoire roepen een gestold geschiedbeeld op, dat binnen een nationale context als bindmiddel en niet als splijtzwam werkt. Maar bij dit historische ijkpunt ligt het heel anders. Bewondering die grenst aan bewieroking en afkeer die grenst aan haat strijden om de voorrang. Wat er verder ook over Den Uyl te zeggen valt, hij liet weinig mensen koud.
        `Het collectieve geheugen is niet neutraal,’ schrijft Van den Broek. Ze had ook kunnen schrijven: `Er is geen collectief geheugen.’ De samenleving die zich iets herinnert, bestaat uit individuen die allemaal hun eigen verleden koesteren. Zelfs wat in schoolboeken wordt opgeschreven, is afhankelijk van persoonlijke interpretatie, al nadert het op dat moment een toestand van bundeling die al aardig lijkt op het ontstaan van een collectief geschiedbeeld. De mythes die langzamerhand ontstaan, en die elkaar in het geval van Den Uyl uitsluiten, leiden juist door de persoonlijke verankering een taai leven.

Schijnemoties
De aard van het kabinet verklaart deels hoe het is gekomen dat Den Uyl er in de Nederlandse politieke geschiedenis van na de oorlog zo uitspringt. Het ging immers om `het meest linkse kabinet’ aller tijden. Maar pas na zijn val, constateert Van den Broek, werd dit kabinet `in de oppositie tegen de regering-Van Agt/Wiegel een veel ondubbelzinniger baken van progressiviteit dan het tussen 1973 en 1977 was geweest’. Wat Heimwee naar de politiek duidelijk maakt, is in welke ruime mate de jaren zeventig nog een nasleep van de jaren zestig waren. Politiek, kunst en cultuur waren met elkaar verweven. Politici voerden een theaterstuk op, toonden hun echte emoties of schijnemoties, probeerden vanaf de Bühne een band met het publiek te kweken.
        Geen wonder dat in latere tijden, toen de zakelijkheid (Lubbers, Kok) regeerde, met nostalgie werd teruggeblikt door al wie vroeger een rol had gespeeld of geïnteresseerd toeschouwer was geweest. Voeg daarbij dat de ministers, de Kamerleden, de journalisten en wie al niet jong waren toen het gebeurde – zij hadden nog lang te gaan en hadden dus nog een hele tijd om herinneringen op te halen –, en het raadsel-Den Uyl is grotendeels opgehelderd.
        Het is een beetje jammer voor Van den Broek dat ze haar onderzoek moest afsluiten voordat de explosie van controverses rond Pim Fortuyn en de dramatische gebeurtenissen in de aanloop naar de verkiezingen van 15 mei 2002 zich voordeden. Niet dat de hoofdpersonen van toen en nu dezelfde statuur hadden, en ook in andere opzichten is er geen opgelegde overeenkomst. Maar een feit is dat ook Fortuyn niemand onberoerd liet en dat hij excessieve sympathie en weerzin wekte. De auteur van Heimwee naar de politiek zou ongetwijfeld parallellen hebben bespeurd en daarover interessante dingen hebben gezegd. Het lot heeft gewild dat haar overigens zeer geslaagde boek eigenlijk een paar weken of maanden te vroeg is verschenen.

Doeko Bosscher is hoogleraar eigentijdse geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.