Home Grote Geschiedenis Quiz 2015

Grote Geschiedenis Quiz 2015

  • Gepubliceerd op: 25 maart 2015
  • Laatste update 04 apr 2023
  • 12 minuten leestijd

Wederom organiseren Historisch Nieuwsblad en het televisieprogramma Andere Tijden de Grote Geschiedenis Quiz. Dit jaar hebben we een nieuwe krantenpartner: deze voorronde vindt u ook in NRC Handelsblad van 28 maart. Doe mee en win een plek in het lezersteam, dat meedoet in de finale op Hemelvaartsdag 2015.

Spelregels

We selecteren met deze voorronde een lezersteam dat het opneemt tegen vier teams van prominenten. Die kwalificeren zich dit jaar voor het eerst in de Kleine Geschiedenis Quiz, die wordt uitgezonden in april.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Drie deelnemers aan deze voorronde gaan door naar de finale. Als lezersteam nemen zij het daar op tegen vier teams van prominente Nederlanders: een team van politici, van schrijvers, van acteurs en van presentatoren. Dit jaar moeten ook de prominenten zich kwalificeren: zij doen dat vier weken lang in de Kleine Geschiedenis Quiz. Onder anderen Aniek Pheifer, Lies Visschedijk, Coen Verbraak, Frits Huffnagel, Sofie van den Enk en Margriet van der Linden strijden met elkaar om een plek in de anderhalf uur durende uitzending op Hemelvaartsdag.

Deelnemers aan de voorronde in dit blad en de NRC maken kans op vijf historische verrassingspakketten. De finalisten, de winnaars van de verrassingspakketten en de goede antwoorden, staan op 18 april in NRC Handelsblad, op www.geschiedenisquiz.nl en op historischnieuwsblad.nl/quiz.

De finale wordt net als vorig jaar opgenomen in de Pieterskerk in Leiden en uitgezonden op Hemelvaartsdag, donderdag 14 mei, om 20.25 uur op Nederland 2 bij de NTR/VPRO.

Voordat u zich probeert te kwalificeren voor de finale een welgemeende waarschuwing. Natuurlijk kunt u antwoorden opzoeken. Maar daarmee houdt u uzelf en ons voor de gek, met het risico dat u in de finale voor het oog der natie door de mand valt.

In deze voorronde dient u 25 vragen te beantwoorden op het formulier op p. 67. Nog gemakkelijker is het om uw antwoorden in te sturen via  www.geschiedenisquiz.nl.

1. Wat was operatie Mongool?

A. Stalins poging in de jaren dertig Mongolië te confisqueren door op de steppen collectieve boerderijen te vestigen.

B. Het euthanasieprogramma van de nazi’s op geestelijk gehandicapten, begin jaren veertig.

C. Het offensief van China in Tibet midden jaren vijftig, waarbij de dalai lama moest vluchten.

D. De oprichting van een maoïstische partij door de BVD in de jaren zeventig om zo de communistische beweging intern te verdelen.

2. De Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger is een fundamentele tekst over democratie en vrijheid. Bij welke gelegenheid werd de verklaring uitgevaardigd?

A. Bij het opstellen van de Magna Carta in 1215.

B. Door de Nationale Grondwetgevende Vergadering tijdens de Franse Revolutie in 1789.

C. Tijdens de eerste Algemene Vergadering van de Volkenbond in 1920.

D. Bij de oprichting van de Verenigde Naties in 1948.

3. Wat was ‘Naatje op de Dam’?

A. De openbare wurging van ‘Naetalie’ op de Dam, het achttienjarige meisje dat Rembrandt schetste toen zij ter dood was gebracht voor moord.

B. Het monument voor de Tiendaagse Veldtocht dat tot 1914 op de Dam stond.

C. Een beroemd café naast Krasnapolski, waar in de jaren negentiendertig mannen met mannen en vrouwen met vrouwen mochten dansen.

D. De plek op de Dam waar hippies aan het einde van de jaren zestig in de openlucht bivakkeerden.

4. Het door Bartholdi ontworpen Vrijheidsbeeld werd in de negentiende eeuw door Frankrijk aan Amerika geschonken. Welke uitspraak over het Vrijheidsbeeld is NIET waar?

A. Gustav Eiffel werkte mee aan de staalconstructie van het beeld.

B. Het beeld leek als twee druppels water op Bartholdi’s plan voor een vuurtoren bij het Suez-kanaal.

C. De vrouwenfiguur is een verwijzing naar de Franse ‘Marianne’.

D. De arm met de toorts van het beeld werd tentoon gesteld in Philadelphia, en het hoofd op de wereldtentoonstelling in Parijs.

5. De officiële Duitse Dag der Eenheid wordt op 3 oktober gevierd. De Berlijnse Muur viel echter op 9 november. Waarom werd er niet voor deze dag gekozen als Duitse Dag der Eenheid?

A. 3 oktober was de verjaardag van Bismarck, de Duitse Vader des Vaderlands.

B. De Kristallnacht vond plaats op 9 november 1938, en ook de Hitlerputsch; daarom werd deze datum ongeschikt bevonden.

C. Er waren doden gevallen bij de val van de Muur; daarom achtte de Duitse regering de datum niet gepast.

D. Op 9 november 1958 werd de EEG opgericht; de Europese Unie wilde niet dat de Duitse eenwording op die dag wordt gevierd.

6. Wat was de Amerikaanse ‘War of Currents’?

A. Een conflict over de elektrische stroomstandaard in de negentiende eeuw, waarin Thomas Edison een grote rol speelde.

B. Een ruzie in de onderwereld tussen Al Capone en een concurrent over het illegaal drukken van geld.

C. Verdeeldheid binnen de Amerikaanse Senaat over de afschaffing van het kiesmannensysteem in de jaren negentienzestig.

D. Protest van de slachtoffers van de overstroming in New Orleans door orkaan Katrina tegen de wijze waarop de schade werd afgehandeld.

7. Willem I was tussen 1802 tot 1806 al eens regerend vorst geweest, namelijk van het Duitse Fulda. Van wie ontving hij dit prins-bisdom?

A. Van de paus: Willem stond bekend om zijn affiniteit met het katholicisme.

B. Van de Pruisische koning, die medelijden had met zijn landloze neef en zwager.

C. Van de gezamenlijke Duitse vorsten, door Napoleon gedwongen een schadeloosstelling voor de Oranje-vorst te organiseren.

D. Van de Engelse koning George III, die genoeg had van de balling in zijn land.

8. In het Midden-Oosten zijn veel kleine kleifiguurtjes gevonden in de vorm van schijfjes, tolletjes, piramides, cilinders etc. Ze worden tokens genoemd. Wat zijn het?

A. Een betaalmiddel.

B. Een voorloper van het spijkerschrift.

C. Onderdelen van een populair dobbelspel.

D. Kralen.

9. Wat was de ‘nachtwakersstaat’?

A. Een staat waarin de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met maatschappij en economie.

B. De negentiende-eeuwse ‘buurtpolitie’ die in gevaarlijke buurten de orde moest bewaken.

C. Een loge van de vrijmetselaars.

D. Een groep christenen die probeerden bezoekers van prostituees tegen te houden.

10. Wie zei over wie: ‘Sinterklaas bestaat, daar zit hij, achter de tafel’?

A. Minister-president Colijn over de Engelse president Neville Chamberlain, na zijn appeasement-politiek in München in 1938.

B. Hans Wiegel over Joop den Uyl, naar aanleiding van het uitgavenbeleid van de PvdA in 1978.

C. Matthijs van Nieuwkerk over omroep-Sinterklaas Bram van der Vlugt, na de overdracht zijn functie aan Stefan de Walle in 2011.

D. Geert Wilders over Mark Rutte, naar aanleiding van de uit de hand gelopen verbouwing van Huis ten Bosch in 2012.

11. Waarom zijn in Nederland naar verhouding zo weinig heksen veroordeeld?

A. Door de snelle opkomst van de wetenschap bestond hier al snel een sceptische houding ten opzichte van hekserijbeschuldigingen.

B. Er heerste hier een grote mate van religieuze tolerantie en weinig onvrede vanwege een bloeiende economie.

C. Doordat ‘heksen’ konden worden gewogen in de heksenwaag, werden de meesten onschuldig bevonden.

D. Mensen die van hekserij werden beschuldigd konden ontkomen aan een rechtszaak door een jaar in het rasphuis te gaan werken.

12. Wat hield de Monroe-doctrine in?

A. Amerika hielp Zuid-Amerikaanse landen economische stabiliteit te bereiken.

B. Amerika bood steun aan alle landen die zich bedreigd voelden door de Sovjet-Unie.

C. Amerika tolereerde geen Europese inmenging op het westelijk halfrond.

D. Amerikaanse presidenten mochten geen buitenechtelijke relaties hebben.

13. Waarom weigerde de Franse regering tot 1920 om Duitse krijgsgevangenen uit de Eerste Wereldoorlog te repatriëren?

A. Omdat men uit was op vergelding voor het gevangenzetten van Franse soldaten in Afrika nog na de wapenstilstand.

B. Omdat Frankrijk bang was dat Duitsland met terugkerende strijdkrachten een nieuw leger zou vormen.

C. Omdat Frankrijk dringend behoefte had aan arbeidskrachten om de schade aan het voormalig front te herstellen.

D. Omdat het door een uitbraak van de Spaanse griep gevaarlijk was om grote aantallen gevangenen terug te sturen.

14. Napoleon regelde het huwelijk tussen zijn broer Lodewijk Napoleon en Hortense de Beauharnais, de dochter van zijn vrouw Josephine. Waarom deed hij dat?

A. Hij zou hiervoor een grote hoeveelheid geld ontvangen van Hortenses familie.

B. Hij wilde zeker zijn van een opvolger voor de Nederlandse troon.

C. Hij wilde de dynastie redden, omdat Josephine geen kinderen meer leek te kunnen krijgen.

D. Hij was bang dat Lodewijk zou trouwen met zijn Nederlandse minnares.

15. Johan van Oldenbarnevelt, de landsadvocaat van Holland, werd in 1619 op het Binnenhof onthoofd. Hij was beschuldigd van landverraad, maar eigenlijk was het proces tegen hem het gevolg van een machtsstrijd met prins Maurits, over verschillende zaken. Welke twistappel hoort in dit rijtje niet thuis?

A. Religie.

B. De strijd tegen de koning van Spanje.

C. De oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.

D. De Slag bij Nieuwpoort.

16. Wanneer kregen Nederlanders voor het eerst een paspoort?

A. In 1813, toen Napoleon iedereen verplichtte een paspoort bij zich te dragen.

B. In 1830, om zich te onderscheiden van de net afgescheiden Belgen.

C. In 1914, om eigen burgers aan de grens te kunnen herkennen.

D. In 1940, toen de Duitse bezetter het persoonsbewijs invoerde.

17. Tijdens de Krim-oorlog kreeg Florence Nightingale van de Britse overheid toestemming om de verpleging van soldaten aan het front te verbeteren. Waarom?

A. De soldaten moesten worden opgeknapt omdat de aanvoer van nieuwe manschappen stagneerde.

B. De publieke opinie keerde zich tegen de regering, nadat kranten uitgebreid verslag hadden gedaan van de omstandigheden aan het front.

C. De soldaten weigerden te vechten tot hun omstandigheden zouden verbeteren.

D. De overheid liet zich overtuigen door Henri Dunant van het net opgerichte Rode Kruis.

18. Waarom moest de Amsterdamse burgemeester Van Hall in 1966 ontslag nemen?

A. Vanwege de rookbom die was gegooid tijdens het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus.

B. Vanwege het falende politiebeleid tijdens de Telegraaf-rellen.

C. Omdat een aannemer had gefraudeerd bij de aanleg van de metro.

D. Omdat hij leden van de Provo-beweging had laten afluisteren.

19. Wat was de Baedeker Blitz?

A. Een Duitse luchtaanval op de Franse Rivièra in 1941.

B. Het aanvalsplan op Noorwegen van de Duitse generaal Nikolaus von Falkenhorst, gebaseerd op informatie uit Baedeker-gidsen, die hij voor de gelegenheid had aangeschaft.

C. De bliksemsnelle geallieerde verovering van het Duitse stadje Essen, bakermat van de Baedeker-gidsen, in april 1945.

D. Een offensief van de Luftwaffe in 1942, waarbij deze zo veel mogelijk historische steden probeerde te raken in Engeland.

20. Wie zou de term ‘Randstad’ bedacht hebben?

A. Willem van Oranje, die in 1574 een reeks steden benoemde die hij wilde verdedigen tegen de Spanjaarden.

B. Civiel-ingenieur Theodoor Van Lohuizen, die in 1924 op een internationale vergadering in Amsterdam een kaart liet zien waarop men een rand van dichte bebouwing in het westen van Nederland ontdekte.

C. Ingenieur Lely, die rond 1900 opmerkte dat een reeks steden in het westen zou onderlopen bij een springvloed.

D. KLM-topman Albert Plesman; toen hij boven Nederland vloog zag hij een ring van steden rond een groene ruimte.

21. De falanx komt in de zevende eeuw voor Christus tot ontwikkeling als dé Griekse strijdwijze bij uitstek. Wat maakte deze dicht opeengepakte linies krijgers vernieuwend?

A. De discipline, waardoor het mogelijk werd om in een gesloten slaglinie te vechten..

B. De ijzeren bepantsering, die veel sterker was dan het oude brons.

C. Het korte zwaard van de hoplieten, dat in man-tegen-mangevechten veel handiger was dan de oude wapens.

D. De formatie in de vorm van een aaneengesloten vierkant, die aan alle kanten bescherming bood.

22. Welke periode uit de Nederlandse geschiedenis staat bekend als ‘De Ware Vrijheid’?

A. De eeuw na het sluiten van de Vrede van Munster in 1648, toen hier eindelijk godsdienstvrijheid heerste.

B. Het eerste Stadhouderloze Tijdperk tussen 1650 en1672.

C. Het regime van de Bataafse Republiek tussen 1795 en 1801.

D. Het einde van de Duitse Bezetting in 1945.

23. Waarom werd de film The Great Dictator van Charlie Chaplin, uit 1940, in Spanje pas in 1976 toegestaan?

A. De rechten van de film vervielen dat jaar, waardoor Spaanse bioscopen het zich eindelijk konden veroorloven hem te draaien.

B. De ban op de film werd opgeheven na de dood van Franco, die de film had verboden vanwege de vergelijking met Hitler.

C. In dat jaar erkende Chaplin pas het kind van een jonge Spaanse vrouw die hij had bezwangerd.

D. Chaplin stond niet toe dat zijn film werd gedraaid in een land waar een dictator aan de macht was.

24. Hoeveel stoommachines waren er in 1850 werkzaam in de Nederlandse nijverheid? Circa:

A. 28.

B. 290.

C. 1086.

D. 2086.

25. Richard Nixon moest zich in 1952 verdedigen tegen beschuldigingen dat hij ongeoorloofde schenkingen had aangenomen. Hij hield een vlammende rede op televisie. Waarom werd deze toespraak bekend als de ‘Checkers-speech’?

A. Nixon haalde furieus uit naar de ‘randdebiele’ boekhouders – checkers – die niets beter te doen hadden dan zijn bonnetjes controleren.

B. De naam verwijst naar de schaakterm checkmate, omdat Nixon zijn tegenstanders buitenspel zette in de toespraak.

C. In de toespraak zei Nixon dat hij één cadeau wilde houden – het hondje Checkers –, omdat zijn kinderen dat niet meer wilden afstaan.

D. Zijn toespraak weerlegde de beschuldigingen van New York Post-journalist Leo Checkers, die de zaak aan het rollen had gebracht met zijn artikel ‘Secret Rich Men’s Trust Fund Keeps Nixon in Style Far Beyond His Salary’.

Vul de quiz in op www.geschiedenisquiz.nl of stuur het formulier (één per persoon) in een gefrankeerde envelop naar:

De Grote Geschiedenis Quiz

p/a redactie Historisch Nieuwsblad

Postbus 57191

1040 BB Amsterdam

De buslichting van dinsdag 7 april, 18.00 uur, geldt als deadline. Ook de inzendingen via internet moeten voor dat tijdstip binnen zijn.

De juiste antwoorden staan op zaterdag 18 april in NRC Handelsblad, op ggq.nl en op historischnieuwsblad.nl/quiz. De finale wordt op 14 mei uitgezonden door de NTR/VPRO op Nederland 2.