Het Frankrijk na de Franse Revolutie liet voor Markies de Rays te wensen over. Daarom stichtte hij zijn eigen, utopische kolonie: La Nouvelle France. Het moest een prachtige, welvarende en vredige samenleving worden, ergens op een eiland nabij Papoea-Nieuw-Guinea. Daar kwam niets van terecht: in plaats van goud, vruchtbare grond en rijkdom kampten de utopisten van de Markies met ziektes en kannibalen. Wat bezielde de Markies? En wat ging er mis? Eveline Rethmeier vertelt in haar boek De Markies, en zijn kolonie die nooit heeft bestaan het verhaal van deze megalomane dromer.
Hoe zag de ideale kolonie eruit voor Markies de Rays?
‘De avontuurlijke edelman Markies de Rays was niet tevreden met de stand van zaken in Frankrijk na de Franse revolutie. De kerk en adel hadden sindsdien veel prestige verloren. Hij droomde over een nieuw leven, ver weg van het land dat hij niet meer herkende. Hij vond een eiland in de Grote Oceaan waar hij een eigen utopie wilde stichten onder de naam La Nouvelle France.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Hij zag een kolonie voor zich waar iedereen in vrede, vrijheid en rijkdom samenleefde. Het had een perfect klimaat, vruchtbare grond en goudmijnen. Het eiland moest binnen korte tijd uitgroeien tot een welvarende handelspost waarin elke burger zonder veel moeite rijk kon worden.
La Nouvelle France moest een christelijke maatschappij worden, de Markies wilde de kerk en adel restaureren. Prestige en macht hingen af van grondbezit: des te groter je land, des te hoger je rang in de sociale hiërarchie. Helemaal bovenaan stond de Markies zelf, als koning van de kolonie.’
Voor wie was zo’n kolonie interessant?
”De Markies speelde goed in op de heersende onvrede onder de bevolking. Zijn eerste aandeelhouders waren van adel. Veel adellijke families verlangden namelijk terug naar de tijd dat mensen nog ontzag hadden voor hun status en titel. Zij wilden maar al te graag deel uit maken van de kolonie van de Markies en waren bereid weldadig te investeren.
Toch was de groep die uiteindelijk naar het eiland werd gestuurd behoorlijk divers. Er zaten jonge avonturiers en utopisten tussen, maar ook arme boeren, met name uit Noord-Italië, die in ruil voor werk gratis de overtocht mochten maken.’
Waarom viel het plan van de Markies in duigen?
‘Toen het eerste schip in 1880 aankwam, bleek het eiland volledig ongeschikt. Het was met een reden nog nooit gekolonialiseerd: de dichte bebossing en rotsachtige baai stonden het niet toe. Het regende stortbuien en was er snikheet. De Markies had gezegd dat de lokale bevolking graag wilde samenwerken, maar de kannibalen op het eiland waren hier niet van gediend.
Het eiland was totaal anders dan de Markies aan de gelukszoekers had beschreven. Ze wisten niet wat hen overkwam en moesten extreme hitte, regen, honger, ziektes en kannibalen trotseren, met sterfgevallen als resultaat. Toch bleef de Markies verse kolonialisten ronselen en nieuwe schepen sturen, terwijl hij zelf nog nooit voet had gezet op het levensgevaarlijke eiland. Enkele jaren later werd hij gearresteerd en veroordeeld voor fraude en nalatigheid.’
Werden mensen niet op de hoogte gesteld van de ervaringen van anderen op het eiland?
‘Nadat de eerste lichting kolonialisten was aangemeerd, gingen kranten berichten over de gevaarlijke omstandigheden op het eiland. Overheden waren op de hoogte en verboden popelende utopisten af te reizen naar La Nouvelle France. Toch bleven mensen in de visie van de Markies geloven. Kranten die iets negatiefs verkondigden over hun droom, vertrouwden ze niet. Zij geloofden liever in een sprookje.
Dit zie je tegenwoordig ook nog gebeuren. Als correspondent in Italië heb ik veel te maken gehad met migranten die van smokkelaars hoorden hoe prachtig het in Europa is. Media laten zien dat er geen gespreid bedje voor hen klaar ligt, maar zij geloven liever de smokkelaar. Het is van alle tijden: mensen geloven in verhalen die te mooi zijn om waar te zijn, in de hoop op een beter leven.’
Uw boek leest als een avonturenroman. Hoe zou u het genre van uw boek omschrijven?
‘Het is literaire non-fictie. Ik ben in de archieven van Parijs en Australië gedoken en citeer veel originele documenten. De Markies moest voor de rechtbank verschijnen en er is veel materiaal van het strafproces bewaard gebleven in juridische archieven, waaronder speeches en brieven. Dat gaf me een goed beeld van de manier waarop de Markies sprak en gaf me de mogelijkheid dialogen te reconstrueren.’
Volgens sommigen was de Markies een gek, volgens anderen een schurk, en weer anderen een genie. Wat denkt u?
‘Dat is lastig. Ik denk niet dat hij een en al schurk was. Hij was ook een beetje een visionair. In zijn jonge jaren stelde hij zich bijvoorbeeld een kolonie voor waarin zwarte en witte bevolkingsgroepen vredig samenleefden.
Hij was vooral een megalomane man. Hij dichtte zichzelf kwaliteiten toe die hij niet had. Dat is een pijnlijke combinatie. Hij raakte de controle kwijt maar durfde dit niet toe te geven, dus klemde hij zich vast aan zijn idiote plan. Hij draafde veel te ver door in zijn rooskleurige versie van de ‘waarheid’.’
De Markies en zijn kolonie die nooit heeft bestaan
Eveline Rethmeier, Hollands Diep 272p. € 21,99
Bestel in onze webshop.