Bestaan ze nog, avonturiers die op de bonnefooi de wijde wereld in trekken en van het een in het ander rollen? De Joodse Amsterdammer Sam Wagenaar (1908-1997) was zo’n man. Als twintiger ging hij naar Amerika, waar hij in de filmindustrie terechtkwam. Hij werkte als publiciteitsman bij de MGM-studio in Los Angeles en later voor dezelfde studio in Parijs. Toen hij er genoeg van had, stond hij een paar jaar als operettezanger op de Parijse podia. Kort voor de oorlog vertrok hij weer naar Amerika, waar hij werd gevraagd voor bijrollen in anti-nazifilms.
In dezelfde tijd dat hij nazi’s speelde, verdwenen zijn ouders uit Amsterdam naar een vernietigingskamp. Aan het einde van de oorlog werd Wagenaar oorlogscorrespondent en trok hij met de Amerikaanse troepen mee naar Auschwitz. Na de oorlog reisde hij als fotograaf de wereld over, wat een aantal fotoboeken opleverde. Ook schreef hij een boek over Mata Hari. Documentairemaker Pim Zwier portretteert deze avonturier in Never a Dull Moment, dat alleen maar uit archiefbeelden bestaat. Hij baseert zich op Wagenaars ongepubliceerde autobiografie. Het levert het weinig diepgravende beeld op dat Wagenaar van zichzelf uitdroeg: een altijd optimistische levensgenieter.
Never a Dull Moment
Vanaf 21 augustus in de filmtheaters
Dit artikel is exclusief voor abonnees