In Ierland had de Heilige Moederkerk de touwtjes heel lang strak in handen. Nadat het land na een bloedige strijd in 1922 onafhankelijk van de Britten was geworden, werd de greep van de katholieke clerus op de bevolking helemaal knellend. De conservatieve moraal vertaalde zich in ingrijpende wettelijke verboden, waaronder die op echtscheiding, abortus en voorbehoedmiddelen. Een strikte censuur op boeken en films moest voorkomen dat Ieren met ongewenste gedachten en zedenbedervend gedrag in aanraking kwamen.
Enige tijd later werd Gralton, die inmiddels een nationale bekendheid was, in opdracht van de Ierse premier gearresteerd en als undesirable alien het land uit gezet. Nog steeds is Gralton, die de rest van zijn leven in Amerika woonde, de enige Ier die uit eigen land werd verbannen.
Dat Graltons geschiedenis Ken Loach aanspreekt, verbaast niet, want de 78-jarige filmmaker is een gestaalde socialist van de oude stempel, voor wie sociaal-democraten slippendragers van het kapitalisme zijn. Omdat Loach ook beseft dat een film over een Ierse communist de bioscopen niet meteen doet volstromen, heeft hij in het pakkende drama Jimmy’s Hall van Gralton een charmante progressieve vrijdenker gemaakt, die door de machtsbeluste katholieke elite als een vuiltje wordt weggewerkt. Het is een versimpeling van de werkelijkheid, want als het aan Gralton had gelegen, was Ierland communistisch geworden. Niet iedereen deelt de opvatting van Loach dat het land daarmee beter af was geweest.
Jimmy’s Hall
Ken Loach
Vanaf 14 augustus in de bioscoop
Dit artikel is exclusief voor abonnees