Wat valt er over de Amerikaanse Burgeroorlog nog te zeggen? Is de strijd van het Zuiden tegen het Noorden niet uitputtend verbeeld in honderden speelfilms? Helemaal waar, maar Free State of Jones wekt een interessante episode in de marge van de strijd tot leven.
De film gaat nu eens niet over het Zuiden tegen het Noorden, maar over de interne strijd in het Zuiden. De verplicht in het zuidelijke leger vechtende Newton Knight, in het dagelijks leven een sappelende boer, deserteert in 1862 als hij het klassenaspect in de strijd ontdekt. Landeigenaren die meer dan twintig slaven bezitten hoeven niet in het leger, maar arme sloebers worden massaal de dood in gedreven. Ook is hij woedend over de zware lasten die de arme bevolking krijgt opgelegd voor het onderhoud van het leger.
Landeigenaren met meer dan twintig slaven hoeven niet in het leger, maar arme sloebers worden massaal de dood in gedreven.
Desperado Knight trekt zich met andere deserteurs terug in de moerassen langs de Mississippi. Samen met gevluchte slaven vormen ze een guerrillalegertje, dat na overwinningen ‘Vrijstaat Jones’ uitroept – een gebied iets groter dan de provincie Utrecht. Meer successen komen er niet door gebrek aan steun van de Unie, die in Knight een ongeleid projectiel ziet.
Free State of Jones wekt een interessante voetnoot in de geschiedenis tot leven, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de periode na de Burgeroorlog. De slavernij is dan afgeschaft, maar daarmee is het gewelddadige racisme nog niet verdwenen. De Ku Klux Klan vermoordt honderden ex-slaven en de zuidelijke autoriteiten saboteren burgerrechten, zoals het stemrecht, van zwarten. Het bijna tweeënhalf uur durende Free State of Jones is een tikkeltje schools, maar de boodschap komt over: het veelkoppige monster racisme was na de Burgeroorlog nog springlevend.
Jos van der Burg is filmrecensent bij Het Parool en de Filmkrant
Dit artikel is exclusief voor abonnees