Op vrijdag 10 april organiseert Historisch Nieuwsblad de collegedag Koude Oorlog. Vier sprekers behandelen verschillende facetten van deze cruciale periode in de twintigste-eeuwse geschiedenis. Hoe konden de grote crises van de Koude Oorlog ontstaan? Was de CPN echt gevaarlijk? En hoe bereidden de NAVO en het Warschaupact zich voor op een eventuele oorlog? ‘De Koude Oorlog bood zekerheden.’
Duco Hellema, hoogleraar Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Utrecht, begint met een overzicht van de Koude Oorlog. ‘Wanneer begon de Koude Oorlog precies? En hoe valt de Koude Oorlog het beste te verklaren?’ Hij stelt dat er ruwweg drie interpretaties zijn. ‘Men kan de Koude Oorlog opvatten als een ideologische confrontatie tussen het vrije, kapitalistische Westen en het totalitaire, communistische Oosten. Een andere lezing luidt dat de Koude Oorlog een geopolitiek machtsspel was. Volgens de derde interpretatie was het Westen juist de boosdoener. De Sovjetunie zou ten onder zijn gegaan aan de druk van imperialistische staten.’ Ondanks de voortdurende oorlogsdreiging zijn er tegenwoordig veel Nederlanders die terugverlangen naar de Koude Oorlog. ‘De periode viel samen met de opkomst van de welvaartsstaat in Nederland, en de internationale verhoudingen boden zekerheid. De vijand zat in Moskou, zijn legers stonden achter het IJzeren Gordijn. Hij pleegde geen terroristische aanslagen.’
Willem Melching, docent Nieuwste geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam, vertelt over de oorzaken van de grote crises van de Koude Oorlog. ‘Men denkt vaak dat deze crises een confrontatie waren tussen Oost en West, maar de meeste waren het gevolg van de zwakte van de Sovjetunie en de satellietstaten.’ De Berlijnse Muur is het beroemdste voorbeeld. ‘In de jaren daarvoor waren bijna drie miljoen mensen via Berlijn Oost-Duitsland ontvlucht. Dat kon niet zo doorgaan.’ In het Westen werden dergelijke acties vaak opgevat als uitingen van Russische agressie. ‘Het harde ingrijpen in Hongarije in 1956, of in Tsjecho-Slowakije in 1968, was eerder het gevolg van paniek. De hervormingen in die landen dreigden uit de hand te lopen.’ Melching zal het ook hebben over economie. ‘In de jaren ’80 was de productiviteit in het Oosten nog maar een derde van die in het Westen. Sinds de jaren ’50 was het Oostblok in economische zin steeds verder achterop geraakt. De Sovjetunie exporteerde alleen olie en gas. En dat terwijl marxistische economieën in theorie superieur waren. Het falen van de economie betekende het falen van de ideologie.’
Auteur en voormalig hoofd contraspionage van de BVD Frits Hoekstra bespreekt de rol van de Binnenlandse Veiligheidsdienst tijdens de Koude Oorlog. ‘Om te beginnen was er nooit serieus sprake van een dreigende Russische aanval’, stelt hij. ‘De Russen hadden er de middelen niet voor, en bovendien waren ze niet krankzinnig genoeg om daadwerkelijk aan te vallen. De angst voor de Russen werd wel bewust aangewakkerd. Zo konden de Amerikanen hun invloed in West-Europa vergroten.’ In 1949 had CPN-leider Paul de Groot verkondigd bij een eventuele Russische invasie aan de zijde van de Sovjetunie te staan. Echt gevaarlijk was de CPN echter niet. ‘In 1966 stelde een studie al vast dat de CPN niet langer staatsgevaarlijk was. Toch werden communisten nog tot midden jaren ’80 geregistreerd, ook nadat de CPN in 1968 afstand had genomen van de Sovjetunie als gevolg van het neerslaan van de Praagse Lente.’
Ben Schoenmaker, expert op het gebied van militaire geschiedenis en verbonden aan het Ministerie van Defensie en de Universiteit Leiden, spreekt over de operatieplannen die klaarlagen in geval van oorlog. ‘De NAVO en het Warschaupact hoopten elkaar in de eerste plaats met kernarsenalen af te schrikken. Toch moesten ze zich grondig voorbereiden op een oorlog, anders zou de afschrikwekkende werking verloren gaan.’ Beide kanten kampten met dezelfde dilemma’s. ‘Hoe lang konden ze een oorlog onder controle houden? Hoe snel zou de strijd nucleair escaleren?’ Schoenmaker bespreekt verschillende verdedigingsplannen die in de loop der jaren werden opgesteld. ‘In eerste instantie vormden de Rijn en de IJssel samen de belangrijkste verdedigingslinie in West-Europa, maar die linie schoof steeds verder op naar het oosten. Dat noemde de NAVO forward defense.’ De Nederlandse krijgsmacht dacht druk mee over een eventuele oorlog. ‘Men overwoog bijvoorbeeld wat potentiële Nederlandse doelwitten waren voor Russische kernraketten.’