Home Een Nederlandse vrouw in de Japanse kunst

Een Nederlandse vrouw in de Japanse kunst

  • Gepubliceerd op: 2 april 2021
  • Laatste update 28 apr 2021
  • Auteur:
    Hans Averdijk
  • 4 minuten leestijd
Een Nederlandse vrouw in de Japanse kunst

Het is tweehonderd jaar geleden dat Titia Bergsma overleed. Zij was de eerste westerse vrouw die voet aan wal zette in Japan, op het handelseiland Deshima. Voor Japanse kunstenaars was zij een bezienswaardigheid en via hun kunstwerken vond haar beeltenis haar weg naar allerlei producten die tegenwoordig in Japan te koop zijn. René Bersma, oud-diplomaat en schrijver, verdiepte zich in haar levensgeschiedenis.

Bersma raakte gefascineerd door Titia Bergsma toen hij ontdekte dat hij een nazaat van haar was. ‘Mijn fascinatie voor Titia begon toen ik in 1998 een stamboom van onze familie in handen kreeg. In die stamboom kwam ik een Titia Bergsma tegen die getrouwd was met Jan Cock Blomhoff. Later kwam ik in een Frans boek over Japan een zekere Blomhoff tegen die zijn vrouw naar Japan had meegebracht. Ik wist dat vrouwen in die tijd niet werden toegelaten in Japan, dus ben ik me in het onderwerp gaan verdiepen.’ Dat resulteerde uiteindelijk in een boek dat eerst in het Engels en Japans en toen in het Nederlands verscheen. Ook hield Bersma lezingen in binnen- en buitenland en verscheen in 2008 een documentaire waarin hij op zoek gaat naar de invloed van Titia op de Japanse kunst.

Een Friezin in Japan

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Titia Bergsma werd in 1786 geboren in Leeuwarden en in 1804 ontmoette ze Jan Cock Blomhoff. Hij was een voormalige page van de zoon van stadhouder Willem V, de latere koning Willem I. Al gauw vroeg Blomhoff om haar hand, maar Titia’s vader zag dit niet zitten. Daarop besloot Blomhoff om naar de Oost te gaan en daar zijn fortuin te gaan maken. In 1809 vertrok hij naar het eilandje Deshima in Japan. Daar hadden de Nederlanders als enige westerlingen een factorij vanwaar ze handel mochten drijven met de Japanners. Tijdens de Franse bezetting van Nederland hielp Blomhoff mee om het eilandje uit de handen van de Engelsen te houden, iets waarvoor hij later door Koning Willem I werd onderscheiden. Toen hij weer in Nederland was, liep hij in Den Haag Titia Bergsma weer tegen het lijf. Omdat hij nu een vermogend en belangrijk man was, mocht hij alsnog met haar trouwen.

In 1816 vertrok Jan Blomhoff samen met Titia, hun zoontje Johannes, de min Petronella Munts en de bediende Maraty naar Deshima. Hier werd Blomhoff opperhoofd van de factorij. Sinds 1639 was er een Japanse wet van kracht die buitenlandse vrouwen verbood om voet aan wal te zetten. Alleen mannen die handel dreven mochten Japan betreden. Volgens Bersma is het niet helemaal duidelijk waarom deze maatregel werd genomen. ‘Ik hoorde dat men in die tijd bang was voor kolonisatie. Het verbod moest ervoor zorgen dat er geen buitenlandse families gesticht konden worden op Japanse bodem.’

Japanse kunst

Blomhoff hoopte dat hij toch met zijn vrouw in Deshima mocht blijven, maar na drie maanden beval de shogun (de man die in Japan feitelijk de macht had) dat Titia weg moest. Samen met haar zoontje reisde ze in december 1817 terug naar Nederland, haar man in Deshima achterlatend. In haar korte tijd op Deshima werd zij echter veelvuldig geportretteerd door Japanse kunstenaars. De schildersgildes in Deshima moesten namelijk alles vastleggen wat er op het handelseiland aankwam. Titia werd beschouwd als iets exotisch, dus moest ze vaak voor de schilders poseren. Er zijn talloze afbeeldingen van haar gemaakt en haar beeltenis werd een motief op veel producten in Japan, die nog steeds te koop zijn. Schilderingen van Titia prijken vooral op verschillende soorten servies.

Bersma heeft in de loop der jaren een grote collectie van deze producten verzameld tijdens zijn reizen door Japan. ‘Door de verschillende lezingen die ik hield, namen ook de Japanners kennis van Titia Bergsma. Ze waren wel bekend met de haar beeltenis, maar wisten vaak niet dat zij een echt historisch persoon was. In 2006 is een aantal geïnteresseerde Japanners ook naar Nederland gekomen om Titia te gedenken.’ Titia zelf zou haar man na haar terugkeer in Nederland nooit meer terug zien. Ze overleed in 1821, drie jaar voordat haar man terugkwam.

‘Veel mensen vragen mij: waarom is Titia nu zo belangrijk?’, vertelt Bersma. ‘Ze is natuurlijk een passief element geweest in dit verhaal. Maar ze heeft wel een enorme cultuurexplosie in Japan teweeg gebracht. Er zijn meer dan vijf miljoen producten met haar beeltenis erop. Titia heeft niets gedaan om de schijnwerpers op zich gericht te krijgen, maar is toevallig op deze manier in de geschiedenis terecht gekomen.’

Veel Japanse families, vooral in Nagasaki, hebben een Titiapop in hun huis staan. Daarmee werd ze voor veel Japanners een representatie van een westerse vrouw uit de negentiende eeuw. In Nederland is Titia Bergsma vrij onbekend, en dat vindt Bersma jammer. ‘Het zou mooi zijn als Nederlanders de culturele contributie van Titia meer gaan waarderen. Ze zal nooit meer zijn dan een voetnoot in de geschiedenis, maar wel een voetnoot die men mag lezen.’

Op deze fles staat Titia Bergsma met haar kind en een hond afgebeeld. Vervaardigd in Japan, Arita, 1800-1850. (Keramiekmuseum Princessehof/bruikleen Ottema-Kingma Stichting).