De arrestatie van terrorist in de dop Thomas D. werpt opnieuw een schaduw over de zogenoemde Groot-Nederlandse gedachte. D. was lid van de Geuzenbond, een extreem-rechtse organisatie die de vereniging van Nederland en Vlaanderen nastreeft. De bekendste aanhanger van dat ideaal was historicus Pieter Geyl.
Meer dan vijftien jaar geleden pleitte PVV-leider Geert Wilders voor een ‘Groot-Nederland’ en toen Thierry Baudet vorig jaar een Vlaamse afdeling van Forum voor Democratie lanceerde zei hij het raar te vinden dat Vlaanderen bij België hoort.
Maar de bekendste en belangrijke Nederlandse pleitbezorger van de Groot-Nederlandse gedachte is toch echt Pieter Geyl (1887-1966). Al vroeg raakte de eminente geschiedschrijver betrokken bij Vlaams-nationalistische kringen, vertelt historicus en Geyl-kenner Wim Berkelaar. ‘In 1911 kwam hij in contact met Vlaamse studenten die zich verzetten tegen de dominantie van Franstalige professoren. Geyl had sympathie voor de Vlaamse zaak, maar zag hierin ook kansen om naam te maken als historicus. Robert Fruin en P.J. Blok bekeken de geschiedenis van de Nederlandse Opstand heel erg vanuit het prisma van het huidige Nederland. Maar wat als de scheiding tussen Nederland en Vlaanderen helemaal niet logisch was?’

Vehikel voor autoritaire ambities
Geyl was geen fascist en zat tijdens de oorlog in diverse concentratiekampen gevangen. Dat pleit hem vrij. Niettemin dringt de vraag zich op: is het mogelijk om voorstander te zijn van de vereniging van Nederland en Vlaanderen zonder in extreem-rechts vaarwater terecht te komen?
In de jaren dertig radicaliseerde een deel van de Vlaamse beweging richting fascisme en nazisme, vertelt Berkelaar. Figuren als Joris van Severen van Verdinaso (het Verbond van Dietsche Nationaalsolidaristen) zagen in het Groot-Nederlandse ideaal een vehikel voor autoritaire ambities. ‘Geyl hield daar afstand van. Hij geloofde in de Groot-Nederlandse gedachte als historicus, intellectueel en taalnationalist, maar taalnationalisme raakte niet zelden vermengd met etnische en raciale denkbeelden. Het pad dat Geyl bewandelde was gevaarlijk en smal.’
‘Het pad dat Geyl bewandelde was gevaarlijk en smal’
Critici, zoals de in 2024 overleden historicus Belgische historicus Lode Wils, verweten Geyl bruine sympathieën. ‘Maar Pieter Geyl was echter overtuigd van zijn democratische gezindheid’, zegt Berkelaar. ‘Hij schreef in de jaren dertig voor het Utrechts Nieuwsblad felle stukken tegen het fascisme en was betrokken bij de antifascistische en anticommunistische organisatie Eenheid en Democratie.’
Contacten met dubieuze figuren
Waarom bleef hij democraat, terwijl veel andere Groot-Nederlanders zich lieten verleiden door het fascisme? ‘Zijn contacten met sociaaldemocratische, Groot-Nederlandse Vlamingen, zoals Herman Vos’, zegt Berkelaar. ‘Dat was zijn redding. Hij bleef zich op democraten oriënteren.’
Toch moeten we Geyl niet als een antiracist beschouwen. ‘Hij was een kind van zijn tijd, zijn contacten met Zuid-Afrikaanse taalnationalisten illustreren dat. Geyl was geen uitgesproken voorstander van apartheid, maar bleef blind voor het droeve lot van zwarte Zuid-Afrikanen. Ook in zijn eigen context bleef hij een ‘gewoonteracist’: iemand die vanuit vanzelfsprekendheden sprak die wij vandaag als problematisch zouden bestempelen.’
De Groot-Nederlandse gedachte was na de oorlog niet salonfähig meer. Geyl besefte dat zelf ook wel en verdedigde niet langer een staatkundige eenheid tussen Nederland en Vlaanderen. Niettemin sprak Geyl begin jaren zestig nog een keertje op de IJzerbedevaart, een jaarlijks Vlaams-nationalistisch treffen om de Vlaamse gevallenen van de Eerste Wereldoorlog te herdenken. Berkelaar: ‘Geyl verdedigde zijn optreden en zei dat hij daar zijn eigen verhaal vertelde. Toch bleef hangen dat hij zich in onfrisse kringen begaf en contacten onderhield met dubieuze figuren. Een ander omstreden persoon, waarmee Geyl nooit de banden verbrak, was de NSB-advocaat A.J. van Vessem.’
In de praktijk bleek het Groot-Nederlandse ideaal een illusie, besluit Berkelaar. ‘Geyl lobbyde bij de gevestigde Nederlandse partijen voor zijn staatkundige stokpaardje, maar ving bot. Want de ARP, de CHU en de liberalen begrepen dat Nederland in conflict met België zou komen, mochten ze opeens de Groot-Nederlandse gedachte gaan aanhangen. Geyl had als professor invloed, maar echte macht had hij natuurlijk niet.’
Foto: De Geuzenbond protesteert in 2022 tegen het coronabeleid en zwaait daarbij met Prinsenvlaggen.
