Milieuproblemen veroorzaakten in de jaren tachtig grote onrust in satellietstaten van de Sovjet-Unie. Ecologische rampen zoals die in Tsjernobyl maakten duidelijk dat het systeem niet alleen faalde in het beschermen van zijn burgers, maar ook in het erkennen van de waarheid. Milieu groeide daardoor uit tot een onverwacht thema voor maatschappelijk verzet in Oost-Europa.
Door: Marian van der Pluijm
Toen Michail Gorbatsjov in 2006 terugblikte op de val van de Sovjet-Unie, wees hij verrassend genoeg niet op zijn hervormingsbeleid als belangrijkste oorzaak. ‘Meer nog dan mijn lancering van perestroika, was Tsjernobyl misschien wel de echte oorzaak van de ineenstorting van de Sovjet-Unie vijf jaar later.’ De ramp met de kerncentrale in 1986 maakte dat overal in Oost-Europa burgers hun vertrouwen in het communistische systeem verloren.
Terwijl Sovjet-propaganda de schade van de kernramp bagatelliseerde, kregen bewoners in de besmette gebieden te maken met de gevolgen van stralingsziekte. Ze kregen last van onverklaarbare misselijkheid, diarree en brandwonden op hun huid. Sommige stierven zelfs aan mysterieuze bloedingen. Op boerderijen werden kalfjes en veulentjes geboren met kromme benen en vergroeide snuiten. De afstand tussen het officiële verhaal en de horrorachtige werkelijkheid werd steeds groter.
Na de kernramp groeide milieuprotest uit tot een relatief veilige uitlaatklep voor bredere maatschappelijke onvrede. Historici spreken ook wel van het ‘Tsjernobyl-effect’, want de ramp in de Oekraïense kerncentrale gaf een nieuwe impuls aan de al langer bestaande ontevredenheid over de communistische industrialisatiepolitiek. De communisten hadden de natuur altijd als een onuitputtelijke hulpbron beschouwd, die gebruikt kon worden om hun megalomane toekomstdromen te realiseren. Volgens de socialistische ideologie was milieuvervuiling een probleem van het kapitalisme, iets dat onder centraal geleide planning niet kon bestaan. Maar de realiteit bleek anders: het rivierwater kleurde bruin, uit de lucht viel zure regen en het grondwater raakte vergiftigd.
Het rivierwater kleurde bruin, uit de lucht viel zure regen en het grondwater raakte vergiftigd
In heel Oost-Europa wisten milieuactivisten burgers de straat op te krijgen die voorheen angstig thuis hadden gezeten. Milieuactivisme werd een van de aanjagers van de democratische omwentelingen van 1989: waar demonstranten hun boodschap succesvol wisten te verbinden aan bredere politieke sentimenten zoals nationalisme of anticommunisme, groeiden hun bewegingen uit tot motoren van maatschappelijk protest. In dit dossier leest u vijf voorbeelden uit de Oekraïense, Poolse, Oost-Duitse, Hongaarse en Bulgaarse milieubewegingen.
Meer weten:
- Jane Dawson, Eco-Nationalism: Anti-Nuclear Activism and National Identity in Russia, Lithuania, and Ukraine, 1996.
- Krista Harper, Wild Capitalism: Environmental Activists and Post-Socialist Ecology in Hungary, 2006.
- Kacper Szulecki, The Chernobyl Effect: Antinuclear Protests and the Molding of Polish Democracy, 2022.
