ADVERTORIAL – Amsterdam staat al jaren bekend als een tolerante stad met een bloeiende homogemeenschap. In de jaren negentig was Amsterdam zelfs Gay Capital of the World. Deze vrijheden zijn echter niet zonder slag of stoot verkregen.
In de vierde aflevering van de Historische BoekenCast vertelt Monique Doppert meer over haar boek. Luister de aflevering hier.
Homoseksualiteit was vanaf 1811 niet meer bij de wet verboden in Nederland, maar het bleef een immens sociaal taboe. Begin twintigste eeuw zat vrijwel iedere homoseksuele man en vrouw in de kast. Openlijk homoseksueel zijn gaf problemen met werk, vrienden en familie. Het was beter om contact met ‘zo iemand’ te vermijden. De politie hield de gedragingen van iemand die bekend stond als homoseksueel nauwlettend in de gaten. Kortom, uitkomen voor homoseksualiteit betekende leven als een paria. Natuurlijk ontmoetten homoseksuele mannen en vrouwen elkaar. Er waren vriendenkringen, er bestond een bescheiden kroegleven, en het straatleven bood enige ruimte. Maar álles in het geniep. Vrouwen waren op hun beurt nog onzichtbaarder dan mannen, al was het maar omdat de laatsten meer bewegingsvrijheid en vaak ook meer geld hadden.

Het leven in de kast was een leven in isolement en anonimiteit. De opties voor een homoseksuele man of vrouw waren: homoseksuele ‘neigingen’ onderdrukken of een dubbelleven leiden. Levenslang stopten mensen hun gevoelens zorgvuldig weg of leidden een gecompliceerd dubbelleven, inclusief systematisch liegen en bedriegen. Constant achterdochtig en angstig, want wat als iemand zijn mond voorbijpraatte? Wat doet dat met iemands gemoed? Vaak camoufleerden homoseksuele mannen en vrouwen hun geaardheid met een schijnverloving, waarna ze trouwden, een gezin stichtten en zo gevangen zaten in een verstandshuwelijk. Anderen bleven ongetrouwd en waren de ietwat vreemde, ongetrouwde en kinderloze tante of oom.
In Amsterdam, de roze geschiedenis vertelt Monique Doppert de geschiedenis van homoseksuele mannen en vrouwen in de hoofdstad: van heimelijke homoseksuele praktijken in kroegen en krochten aan het begin van de twintigste eeuw via de eerste stapjes van de homo-emancipatie naar de bloei van een provocatieve subcultuur vanaf de jaren zeventig en de openstelling van het huwelijk in 2001.

De rol van de gemeente Amsterdam is in honderd jaar tijd 180 graden gedraaid. Voorheen waren het stadsbestuur en zijn politieagenten bestrijders van homoseksuele mannen en vrouwen, maar tegenwoordig steunt en beschermt Amsterdam haar queergemeenschap. Amsterdam, de roze geschiedenis richt zich op domeinen waarin de regenboogfamilie in de stad het meest zichtbaar is: cultuur, activisme en emancipatie, horeca en uitgaan.
Het boek beent in tien hoofdstukken door de roze stadsgeschiedenis, van sodomieten, tribaden, homofielen, potten en flikkers tot en met lhbtiq+’ers. Het begint met een korte inleiding over homoseksueel gedrag vóór 1900. Vervolgens over de eerste behoedzame stappen op het emancipatiepad, de primeur van een homodemonstratie in Amsterdam, Gay Games, om te eindigen in 2022 met onder andere de heropening van het iconische café ’t Mandje.

Amsterdam, de roze geschiedenis
Monique Doppert
288 p. Boom uitgevers Amsterdam, €29,90