Home De overheid trad hard op tegen spoorwegstakers

De overheid trad hard op tegen spoorwegstakers

  • Gepubliceerd op: 3 juni 2022
  • Laatste update 22 feb 2023
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
  • 3 minuten leestijd
De overheid trad hard op tegen spoorwegstakers

In 1903 legden spoorwegstakers het hele land plat. Maar de stakers waren niet erg succesvol: het kabinet-Kuyper stelde zogeheten ‘worgwetten’ tegen hen in en duizenden verloren hun baan.  

‘De staking begon in januari in de haven van Amsterdam,’ vertelt George Harinck. Hij is kenner van Abraham Kuyper en hoogleraar in de geschiedenis van het protestantisme aan de VU en de Theologische Universiteit Kampen. ‘Het punt van onenigheid ging over de vraag of arbeiders lid mochten zijn van een vakbond. Sommige werkgevers vonden van niet. Daarop sloeg de staking over naar het spoorwegpersoneel. Dat was de hoofdader van de Nederlandse economie en dat lag heel gevoelig. Je zag hier de kreet op de beroemde prent van Albert Hahn in werking: “Gansch het raderwerk staat stil als uw machtige arm het wil.” Werkgevers gaven snel toe: arbeiders mochten zich organiseren en het loon over de stakingsdagen werd doorbetaald.’

De spotprent van Albert Hahn.

Maar de staking veroorzaakte ook een schok in de rest van de samenleving: velen vonden het verontrustend dat alles kon worden platgelegd en mensen zo hun zin konden krijgen. ‘Voor de bestuurlijke klasse rook het naar wetteloosheid. De pers labelde de spoorwegstakers als anarchisten.’

Premier Abraham Kuyper begreep dat er iets moest gebeuren, maar hij zat in een lastige positie, zegt Harinck. ‘Met de ARP had hij zich sterk gemaakt voor de gewone man. Hij wilde daarom alleen antistakingswetgeving als de arbeidsvoorwaarden zouden verbeteren. Maar hij zat in een conservatief kabinet en de liberalen in de Tweede Kamer eisten een harde aanpak.’

De arbeidsvoorwaarden werden niet verbeterd. Wel kwam er wetgeving die werknemers in overheidsdienst of publieke functies, zoals de spoorwegen, voortaan verbood te staken. Ook werden duizenden arbeiders die betrokken waren bij de spoorwegstaking ontslagen. ‘Eigenlijk was dat niet Kuypers inzet, maar hij werd de Kop van Jut. Gesproken werd van de “worgwetten” van Kuyper.’

De nasleep was groot. ‘De SDAP van Pieter Jelles Troelstra had aan de kant van de spoorwegstakers gestaan. De partij had gehoopt zo algemeen kiesrecht af te dwingen, maar dat was mislukt. Tegelijk had Troelstra ook begrip voor Kuyper; hij wilde hervormingen langs parlementaire weg afdwingen. Dat leidde tot een verwijdering met het meer anarchistische deel van de SDAP.’

Christenen en sociaal-democraten waren tot de staking op weg naar een gezamenlijke arbeidersbeweging. Door het conflict liep die samenwerking spaak. ‘Dat was het laatste moment waarop sociaal-democraten en christenen elkaar hadden kunnen vinden.’ In de jaren daarop ontstonden er gescheiden vakbonden.

Kuyper verloor de verkiezingen van 1905, zijn premierschap gold als mislukt. Hij kreeg geen volgende termijn. Het stakingsverbod voor ambtenaren en spoorwegpersoneel werd pas in 1979 opgeheven.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.