Home De Ottomaanse grootvizier

De Ottomaanse grootvizier

  • Gepubliceerd op: 25 november 2015
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jaap Scholten
De Ottomaanse grootvizier

In de buurt van het Hongaarse Turbéki ligt het hart van sultan Süleyman de Prachtlievende begraven. Maar waar? Jaap Scholten gaat op onderzoek uit.

Ik ben in een provinciestadje in het zuiden van Hongarije. In de lege pizzeria vraag ik aan het meisje of zij weet waar zich het hart van sultan Süleyman de Prachtlievende bevindt. Ze reikt mij vermoeid een fles aan. Een witte wijn met een bedenkelijk oranje waas. Op het etiket staan Szulejmán Könnye en een afbeelding van een Ottomaanse sultan in een goudkleurige attila afgezet met hermelijnenbont, zijn wijze hoofd bekroond met een groot wit hoofddeksel in de vorm van het uiteinde van een wattenstaafje. Ik koop de fles als aandenken. Als ik richting de deur loop zegt het meisje: ‘Misschien moet u in Turbéki zijn.’

Enkele kilometers verderop, op de heuvels met uitzicht op Szigetvár, zette begin augustus 1566 het 100.000 man sterke leger van Süleyman zijn tenten op. De sultan was van Constantinopel via Belgrado op weg naar Wenen. Het fort Szigetvár veroveren, dat halverwege lag, was een noodzakelijk kwaad. Doordat het fort in een moeras lag en de Hongaren het als leeuwen verdedigden, duurde de verovering veel langer dan voorzien. Maar de echte ramp, vanuit Ottomaans perspectief, was dat in de nacht van 5 op 6 september de 71-jarige sultan in zijn tent overleed.

Dat slechte nieuws mocht niet uitlekken. Men vreesde voor het moreel van de manschappen. Volgens de overlevering liet de grootvizier, in weerwil van de islamitische wetten, het lichaam van de sultan balsemen en hart en organen verwijderen en onder de tent begraven. Om zich van discretie te verzekeren liet de grootvizier de lijfarts en de balsemers wurgen. Het gebalsemde lichaam werd in vol ornaat op een troon voor de sultanstent gezet.

Op die plek ligt nu ‘het Hongaars-Turkse vriendschapspark’. Een winderige heuvel langs de provinciale weg met een ommuurd parkje, alles betegeld met fraaie turquoise Ottomaanse tegels. Op een bord lees ik: ‘On the spot of the park stood the tent of Süleyman I, the greatest ruler of the Ottoman empire.’ Als deze tekst correct is, zou hier dus ergens het hart van de grote sultan begraven moeten liggen.

Volgend jaar is het 450 jaar geleden dat de sultan stierf. Voor veel Turken is hij een superheld, een heilige. Er is een geromantiseerde televisieserie over Süleyman gemaakt, die wekelijks door 200 miljoen mensen in 52 landen bekeken wordt. Op het arme Hongaarse platteland likkebaardt men bij de gedachte aan drommen bedevaartgangers die halal goulash komen eten en vrijdenkende moslims die Süleyman-de-Prachtlievende-wijn willen kopen.

Voor de zekerheid liet de grootvizier de lijfarts en de balsemers wurgen

Een Hongaars interdisciplinair wetenschappelijk team speurt sinds enkele jaren naarstig naar het hart. Ik stel mij voor dat het in zijde gewikkeld in een gouden mandje of in een parelmoeren kistje zat, een sultanwaardige verpakking. Burgemeesters en middenstanders in de omgeving van Szigetvár dromen, met Turkse liratekens in hun ogen, dat het hart in hun gemeentegrond zal opduiken.

Nadat fort Szigetvár op 6 september 1566 door de Ottomanen was ingenomen, deed de grootvizier nog zeven weken lang alsof de sultan het prima maakte. Pas toen de opvolger van Süleyman, zijn zoon Mehmed II, uit Anatolië arriveerde werd bekendgemaakt dat hij gestorven was.

Op de plek waar het hart begraven lag werd een imposante moskee plus een derwisjklooster gebouwd, bewaakt door een permanent garnizoen van 69 soldaten. Spoedig werd dit een belangrijk pelgrimsoord. Herbergen en een Turks bad voorzagen in de wensen van de bedevaartgangers. De türbe dijde uit tot de florerende nederzetting Turbéki.

Dat is de plek waar het pizzeriameisje mij naartoe stuurt. Nu is er alleen het probleem dat het huidige Turbéki een boerengat blijkt te zijn, met niet meer dan een failliete kolchoze. De imposante moskee die op de begraafplek van het hart werd gebouwd is van de aardbodem verdwenen. Met de herovering van Szigetvár in 1689 werd door het overwinnende leger, bijgestaan door vlijtige jezuïeten en meeliftende boefjes, vrijwel alles wat Ottomaans was – waaronder türbe, moskee en dorp – met de grond gelijkgemaakt.

Op weg naar wat nu Turbéki genoemd wordt geef ik een tweetal van middelbare leeftijd een lift en vraag of zij weten waar ik het hart van Süleyman kan vinden. Ze wijzen mij op een kerk te midden van velden verkleurde zonnebloemen. Aan de voorgevel van de kerk is een marmeren plaquette met Arabisch schrift bevestigd. De Hongaarse vertaling staat eronder: ‘Het vorstelijke hart en de inwendige organen van sultan Süleyman zijn op deze locatie begraven.’

Dit is de tweede plek waar het hart geclaimd wordt. Het Hongaarse onderzoeksteam spit ondertussen op een geheimgehouden plek in een wijngaard in de nabijheid van Turbéki aarde om en heeft aldaar Chinees porselein, zilveren munten en Perzisch aardewerk gevonden, maar türbe noch hart. Ik rijd terug naar Szigetvár en bezoek het historische fort. Daar vertelt een museummedewerker mij dat het hart midden in het fort begraven ligt, onder het museum. Het duizelt me. Waar is dat verdomde hart? Waar is Turbéki? Waar zijn de organen van Süleyman de Prachtlievende gebleven?
 
Als ik op de grote verlaten parkeerplaats bij mijn auto terugkom, fietst er een goedgehumeurde oude dame naar me toe, die vertelt dat ik 200 forint parkeergeld moet betalen. Ze int het en geeft me geen bonnetje. We maken een praatje. Ze vertelt dat deze parkeerplaats zwart had moeten zien van de auto’s van bedevaartgangers. Bij het weggaan vraag ik haar of zij toevallig weet waar het hart van Süleyman de Prachtlievende is. Ze maakt een wegwuifgebaar, wrijft haar wijsvinger en duim over elkaar alsof ze iets verkruimelt in de wind en fluistert met een brede grijns: ‘Nergens!’

Jaap Scholten is schrijver.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.