Home DE ONDERGANG VAN DE BATAVIA

DE ONDERGANG VAN DE BATAVIA

  • Gepubliceerd op: 3 september 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jaap R. Bruijn

Is het nieuwste boek van de Britse historicus Mike Dash een roman over een historisch onderwerp of gewoon een goed geschreven geschiedenisboek? Ik ben geneigd voor het laatste te kiezen. Het is puur het onderwerp van De Ondergang van de Batavia dat leest als een roman, zij het een met een gruwelijke inhoud. De uitgever heeft er het etiket `roman’ op geplakt en op de achterzijde uit recensies de termen `jongensboek’ en `thriller’ toegevoegd. Vermoedelijk met succes, want de voorgaande aflevering van dit blad zette het boek boven in de top-tien.

        Het verhaal van de in 1628 gebouwde Oost-Indiëvaarder Batavia is bekend. Bij vertrek van het schip naar Batavia was de kern van een groot conflict reeds aan boord. De belangrijkste twee personen, opperkoopman Francisco Pelsaert en schipper Ariaen Jacobsz. [?of adriaen?] , konden niet met elkaar overweg en hadden op een eerdere reis grote ruzie met elkaar gehad. Dit keer ging het allemaal goed, tot de Kaap. Daar misdroeg schipper Jacobsz. zich in de ogen van koopman Pelsaert echter dusdanig dat hij hem openlijk tot de orde riep.
        Dat zette weer kwaad bloed bij Jacobsz., die daarop plannen voor een muiterij beraamde. De onderkoopman aan boord, de gesjeesde apotheker Jeronimus Cornelisz., werd zijn bondgenoot. De aanwezigheid van diverse vrouwen op het achterschip vergrootte de spanningen. Maar voordat de muiterij zou beginnen, liep de Batavia met haar bemanning van 332 koppen op 4 juni 1629 bij heldere maan op een rif voor de westkust van Australië.
        Wat er hierna gebeurde vormt de inhoud van het eerste hoofdstuk, waarmee Dash een sterke start maakt. Koopman Pelsaert en schipper Jacobsz. gingen met de boot naar Batavia. Daarvandaan voer een jacht van de Compagnie na vele maanden naar de rampplek en redde de overlevenden op de eilandjes bij de wrakplaats. Dat waren er veel minder dan mogelijk was geweest, want nadat de Batavia was vergaan hadden zich op de eilandjes namelijk gruwelijke taferelen afgespeeld. Jeronimus Cornelisz. had de muiterij ondanks de scheepsramp toch uitgevoerd en zich niet alleen met een flinke schare aanhangers van de goederen meester gemaakt; ook had hij meer dan honderd medeopvarenden in koelen bloede laten vermoorden, waarover de auteur ons geen detail bespaart.
        Cornelisz. en zijn muiters waren van plan om de redders uit Batavia te overmeesteren en met hun schip op zeeroof te gaan. In het waar gebeurde verhaal was er echter ook een goede held: soldaat Wiebe Hayesz. uit Winschoten, die de redders net op tijd kon waarschuwen. Daarna volgden de berechting en ophanging van de hoofdmuiters op de plaats des onheils.
        Al meer dan driehonderdvijftig jaar geleden verscheen De ongeluckige voyagie van ’t schip Batavia, het eerste boek over de rampspoedige reis van de Batavia. Het was rijk geïllustreerd en werd uitgegeven door Joost Hartgers, boekverkoper in de Gasthuyssteeg in Amsterdam. Er volgden meer publicaties. Omstreeks 1960 kreeg de ramp met de Batavia door maritiem-archeologisch onderzoek en studies van de Australische auteurs H. Drake-Brockman en H. Edwards nieuwe bekendheid. In Nederland volgden spoedig het boek Nederlanders ontdekken Australië (1976) van de historici Peter Sigmond en Loes Zuiderbaan, en natuurlijk de bouw van een replica van de Batavia in Lelystad.
        Het boek van Mike Dash voegt aan de hoofdlijnen van het verhaal geen nieuws toe, maar wel in details. Dash heeft voor archief- en literatuuronderzoek veel hulp gekregen van IISG-medewerker [?afkorting vergt verklaring] H. Looijesteijn. Ook raadpleegde hij, met name in West-Australië, vele deskundigen over medische, botanische en archeologische zaken. Aldus is een zeer volledig beeld ontstaan, niet alleen van de Oost-Indiëvaarder Batavia, maar ook van zaken als onderwijs en rechtspleging in de Republiek en overzee, particuliere smokkelhandel en gouverneur-generaal J.P. Coen. De zucht naar geld en vrouwen van koopman Pelsaert krijgt meer reliëf en een term als `Monnickendammer kus’ (het stukslaan van een glas op het hoofd van een tegenstander) zal ook niet iedere lezer kennen. Maar veruit de meeste nieuwe gegevens biedt het boek over de uiteindelijk als psychopaat gekenschetste hoofdpersoon Jeronimus Cornelisz.

Jaap R. Bruijn is hoogleraar zeegeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Leiden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.