Home Dansmarathons in de Roaring Twenties

Dansmarathons in de Roaring Twenties

  • Gepubliceerd op: 26 oktober 2021
  • Laatste update 01 nov 2021
  • Auteur:
    Amber Heemskerk
  • 3 minuten leestijd
Dansmarathons in de Roaring Twenties

Het tv-programma De Dansmarathon kwam bedenker John de Mol op veel kritiek te staan: het zou onverantwoordelijk zijn om mensen vijftig uur lang te laten dansen. Honderdduizenden kijkers zagen kandidaten flauwvallen en hallucinerend rondlopen. Talpa noemde het spektakel ‘uniek’, maar een eeuw geleden ontstond er al een ware gekte rondom het ‘marathondansen’.

In de jaren twintig van de vorige eeuw begon het marathondansen onschuldig. Deelnemers dansten niet langer dan twaalf uur in de hoop een kleine geldprijs binnen te slepen. Tijdens de Grote Depressie begonnen de dansmarathons echter extremere vormen aan te nemen. De geldprijzen werden groter en de kandidaten fanatieker. Bovendien speelde het betalende publiek een steeds grotere rol. Promotors deden er alles aan om mensen op de tribune te vermaken. Dansende koppels werden omgetoverd tot personages: juichte jij voor het schattige stelletje of hoopte je dat de troublemakers zouden winnen?

Een verandering van de regels bij het marathondansen maakte steeds extremere vormen mogelijk: tijdens het dansen werd een korte pauze ingelast waarin deelnemers te eten kregen en even mochten rusten. Als gevolg van deze regelgeving konden dansmarathons weken, zelfs maanden doorgaan. In 1930 duurde een marathon in Chicago meer dan 115 dagen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Met het heviger worden van de Grote Depressie in de jaren dertig veranderden het deelnemersprofiel en het publiek. Een kwart van de Amerikaanse werkenden zat thuis en had tijd om dagenlang naar het spektakel te kijken. Bovendien kregen deelnemers voedsel en onderdak aangeboden, behoeften die niet langer voor iedereen vanzelfsprekend waren.

Tegelijkertijd begon de kritiek op de marathons toe te nemen. Tijdens de spektakels vielen dansers flauw, raakten enkelen in coma en werden er zelfs sterfgevallen gerapporteerd. Het boek They Shoot Horses don’t They? gaf inzicht in de donkere kant van de dansmarathons. In de openingsscène vermoordt marathondeelnemer Rob zijn danspartner om haar uit haar lijden te verlossen.

De afkeurende geluiden kwamen uit allerlei hoeken van de samenleving. Ook medici lieten van zich horen. Zo zei een gezondheidscommissaris uit Chicago dat de marathons ‘absoluut schandelijk en schadelijk voor de gezondheid’ waren. Ook vond hij dat ‘geen enkele beschaafde gemeenschap zo’n walgelijk schouwspel zou moeten laten voortduren’, maar dat ‘mensen het recht hebben om zichzelf voor paal te zetten wanneer ze dat willen’.

Stad na stad besloot de dansmarathons te verbieden. Enkele decennia later leefde het fenomeen opnieuw op, maar deze keer als liefdadigheidsactie. Nog steeds organiseren Amerikaanse universiteiten dansmarathons om geld op te halen voor kinderziekenhuizen. De onschuldige aard van het marathondansen keerde daarmee terug, maar dansers die op de Nederlandse televisie flauwvallen, neigen weer naar de gevaarlijke kant van het fenomeen.