Home COLUMN | Martin Sommer: Terug naar de oersprong

COLUMN | Martin Sommer: Terug naar de oersprong

  • Gepubliceerd op: 22 januari 2015
  • Laatste update 04 apr 2023
  • Auteur:
    Martin Sommer
  • 4 minuten leestijd

Dik van der Meulen kennen we als de sympathieke winnaar van de Libris Geschiedenis Prijs voor zijn meeslepende biografie van koning Willem III. Voordien schreef hij ook al prijswinnend over het leven van Multatuli. Maar zijn eigenlijke hartstocht, vertelde hij me bij de prijsuitreiking, is de natuur. Ook daarover schreef hij een boek: Het bedwongen bos, Nederlanders & hun natuur (2009).

Dat boek begint prikkelend met een verhaal over het zogeheten Beekbergerwoud. In de buurt van Apeldoorn was halverwege de negentiende eeuw nog het laatste restje Nederlands oerbos te vinden, een zompig stuk land met essen en berken. Tegenwoordig doorkruist de A50 luidruchtig het gebied en verder is er ook niets meer, behalve de naam Het Woud voor wat singels en weilanden.

Niets meer? Dat is een onderschatting van de natuurminnaars die het oerbos willen laten herleven. Dit zou moeten gebeuren met ‘genetisch correct bronnenmateriaal’ van een paar boomstobben die daar kennelijk in de grond zijn gevonden. Wat is dat toch met die natuur? De brochure met ‘Het Beekbergerwoud herleeft’ erop is al klaar. Vanwaar die koortsachtig gevoelde behoefte om terug te gaan naar de oorsprong – ik zou bijna zeggen oersprong?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Ik ben dol op natuur. Ik heb een vogel-app, ik fiets elke week in de duinen – waar me altijd de stilte weer opvalt, omdat de vogels liever in de stad zitten. Ik ben tegen lelijke nieuwbouw en kan razend worden over de afstotelijke kantorenschimmel langs de snelwegen. En ik lees alles over de komst van de wolf.

Maar ik moet ook bekennen dat het erg leuk is om gedreven natuurminnaars te jennen. Met hun snik als er een hertje dreigt te worden afgeschoten, het dogma dat er niets mag gebeuren aan de Oostvaardersplassen, of het rare begrip ‘teruggeven aan de natuur’ – teruggeven aan wie? En vooral het herstel van dingen die er nooit geweest zijn, ongeveer zoals de SP een gedroomd ideaal koestert van de jaren vijftig, toen we met z’n allen samen gezellig arm waren.

Het is een religie die het van zichzelf niet wil weten. Lees maar bij Dik van der Meulen. De oorspronkelijke betekenis van het begrip ‘natura’ is alles waar de mens geen vat op had, letterlijk het bovennatuurlijke. Daar gaan al die verhitte debatten dan ook in werkelijkheid over. Niet over de voors of tegens van het bijvoederen of over het aantal hectares dat een wolf minimaal nodig heeft. Maar over een religieuze, morele orde. Een hogere orde dus, en dat maakt discussiëren zo moeilijk.

Ik las hoe in 1995 de eerste wolf werd teruggeplaatst in het Amerikaanse Yellowstone Park, na een halve eeuw ruzie en debat. De liefhebbers spraken van ‘de verlossing’ en de betrokken wolf werd toegesproken als ‘heilig kind’, als stond de kerstkribbe op hem te wachten. Dit verklaart het merkwaardige licht in de ogen van Marianne Thieme van de Partij voor de Dieren. Menig voormalig marxist, die eigenlijk al een vermomde katholiek was, maakt zich nu weer sterk voor de natuur.

In deze religie is er een natuurlijke orde der dingen waar de mens inbreuk op heeft gemaakt. Dat is de bijbelloze zondeval. Op de keper beschouwd hebben we te maken met een radicaal multiculturalisme. Niet alleen allerlei volken en culturen moeten hun eigen ding kunnen doen, maar ook planten en dieren. Dit denken is sterk in opmars. Het is afgelopen met het houden van circusdieren en ik hoorde op de radio dat een Argentijnse rechter heeft verboden om een orang oetan achter tralies te houden, aangezien hij vanwege zijn DNA-structuur eigenlijk al bijna mens is.

Dat kan nog tot rare toestanden leiden. Dieren worden steeds meer mensen – akkoord. Met dierenrechten. Maar de kat zal het muisje blijven oppeuzelen, en ook verder gaat het er in de natuur niet zachtzinnig toe. Wat dan? In zijn uiterste consequentie moeten we dieren verantwoordelijk stellen voor hun daden. Dan zijn de Middeleeuwen niet ver meer, toen niet alleen in de geest van Gerard Reve dieren heilig werden verklaard, maar er ook tegen ze werd geprocedeerd. Ik zou dat geen vooruitgang durven noemen.