Home COLUMN Annejet van der Zijl

COLUMN Annejet van der Zijl

  • Gepubliceerd op: 25 februari 2015
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Annejet van der Zijl

Voor bomen worden geen grafredes gehouden. Ten onrechte, meent Annejet van der Zijl, want oude bomen hebben veel meegemaakt en veel plezier geschonken. Ze ontrukt één imposante – en bedreigde – eik alvast aan de vergetelheid.

 Twee keer woonde ik jarenlang op een zolderverdieping en keek ik vanuit mijn raam recht in de kruin van een oude boom. Mensen die dat nooit meegemaakt hebben, kunnen zich niet voorstellen hoezeer je daaraan gehecht kunt raken – aan het intieme leven in zo’n boom, waar gepaard en genesteld wordt, waar blaadjes ontluiken en weer afvallen, waar vogels komen en gaan. Er waren dagen dat ik zo twintig verschillende soorten telde. En dat midden in het hart van een oude, drukke binnenstad.

Twee keer raakte ik mijn boom ook weer kwijt. De eerste keer was onverwacht. ’s Ochtends was ik nog gewoon onder de populieren door naar school gefietst, maar toen ik ’s middags thuiskwam was de kade kaal en mijn uitzicht veranderd in een rechthoekig stuk lege lucht. De tweede keer was het een aangekondigde dood. De iep voor mijn raam was de grootste en oudste van de gracht; ik wíst dat hij er ooit aan zou gaan. En ja hoor. Op een nacht werd ik wakker van een voorjaarsstorm die over de stad raasde, en tot het ochtendgloren hoorde ik mijn boom kraken en kreunen onder de windvlagen, zijn takken vervaarlijk zwiepend tegen het raam. Nog een paar weken heeft hij zielig uit het lood over de gracht gehangen, alvorens de zaagploeg definitief een einde maakte aan zijn veelbewogen bomenleven.

Graag had ik een grafrede voor hem gehouden. Niet alleen over al het plezier dat hij mij had bezorgd, maar ook over wat hij in zijn bijna honderdjarig leven als boom op de Amsterdamse wallen, recht tegenover het voormalig stadhuis, allemaal had meegemaakt. Hij was directe getuige van het huwelijk van Beatrix en Claus, om maar wat te noemen, en ook de krakersrellen had hij van dichtbij meegemaakt.

‘Die eik stond er al voor de auto was uitgevonden’

 
Maar ja, grafredes voor bomen houdt men nu eenmaal niet. Tenzij het natuurlijk Bekende Bomen – BB’ers – betreft, zoals de kastanjeboom van Anne Frank of de troeteleik van Anneville. Misschien kent u die laatste niet bij naam, maar u bent er vast weleens langs gereden. Het is die imponerende oude eik in de middenberm van de A58, ten zuiden van Breda, waarvan iedereen zich afvraagt: wat doet die boom hier?

Wel, die boom was hier al ver voordat het snelverkeer hier dag en nacht voortjakkerde, ver voor de auto ook maar uitgevonden was. Hij werd ooit – toen nog een sprieterig jong eikje – geplant als onderdeel van de oprijlaan van het halverwege de negentiende eeuw gebouwde landgoed Anneville, dat eigendom was van de Brabantse historicus en verzamelaar Prosper Cuypers van Velthoven. Jarenlang kon hij hier zorgeloos uitbotten en met zijn tientallen mede-eiken uitgroeien tot een schitterende bomenrij langs de oprijlaan.

Dat zag de restaurateur die Anneville in de jaren dertig van de familie huurde om uit te baten als hotel-restaurant annex theeschenkerij. En dat zag de Duitse bezetter, die het landgoed in 1940 vorderde en een groot deel van het belendende bos rooide. En dat zag ook prins Bernhard, die een fijne neus had voor fraaie en door Duitsers van gevulde wijnkelders voorziene landgoederen. In het najaar van 1944 nam hij samen met de staf van zijn Binnenlandse Strijdkrachten zijn intrek in het elegante witte landhuis bij Ulvenhout. ‘Anneville – dat was onze sprookjestijd,’ zoals Erik Hazelhoff Roelfzema later schreef in Soldaat van Oranje.

In het voorjaar van 1945 deed het landgoed nog kortstondig dienst als onderkomen voor de uit ballingschap teruggekeerde koningin Wilhelmina en waren de eiken getuige van dagenlange bevrijdingsdefilés en andere spontane uitbarstingen van feestvreugde. Kroonprinses Juliana voegde zich bij haar, en moet de oprijlaan menigmaal afgetuurd hebben, zich afvragend waar haar echtgenoot na jaren scheiding toch bleef. Daarna keerden de familie en de rust terug op Anneville.

Tot in 1989 de Vooruitgang het gebied bereikte, in de vorm van een autosnelweg die de binnenstad van Breda verkeerstechnisch moest ontlasten en een snellere verbinding met het zuiden mogelijk moest maken. Een groot deel van het landgoed, waaronder de oprijlaan, werd onteigend en de eiken gingen de ene na de andere tegen de grond. Waarom de wegenbouwers hun hart verzachtten voor uitgerekend déze boom zal wel altijd een raadsel blijven. Feit is dat ze hem spaarden en het tracé zelfs een beetje omlegden, zodat hij precies in de middenberm terechtkwam. En dat toen twee jaar later bleek dat de boom jaarlijks maar de helft van zijn benodigde 80.000 liter water binnenkreeg, Rijkswaterstaat zelfs een aparte leiding aanlegde vanaf een naburig viaduct, om hem regenwater te brengen.

Nu moet de A58 verbreed en wordt de boom weer bedreigd. Maar de ‘Troeteleik van Rijkswaterstaat’ is inmiddels zo populair geworden dat de projectmanagers zelfs een aparte site in het leven hebben geroepen in de hoop op ideeën om hem te kunnen behouden.

Zelf heb ik trouwens ook maatregelen genomen. In mijn geval voor twee dennenbomen, die oud en krom gewaaid maar nog altijd imposant, mijn huidige uitzicht uit werk- en slaapkamer bepalen. In bomenleeftijd zijn ze onmiskenbaar ouder dan ik als mens, en bij storm kreunen ze al even alarmerend als mijn iep aan de gracht destijds. Dus vorige herfst hebben we er twee flinke jonge dennen pal naast geplant.

Ik weet best: het leven komt met verlies, daar is niets aan te doen. Maar zo’n akelige rechthoek kale lucht waar een geliefde boom behoorde te zijn, dát zal mij niet meer overkomen. 
 

Deze column is opgedragen aan mijn vader Cornelis van der Zijl (31 oktober 1932 – 27 januari 2015), leraar, natuur- en bovenal bomenliefhebber.  
 
    
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.