Home CIVILISERING EN DECIVILISERING. STUDIES OVER STAATSVORMING EN GEWELD

CIVILISERING EN DECIVILISERING. STUDIES OVER STAATSVORMING EN GEWELD

  • Gepubliceerd op: 10 september 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Caroline Hanken
  • 3 minuten leestijd

De plotselinge transformatie van oppassende burger in gewelddadige partizaan, die zich bij zoveel mannen in de Balkanoorlog haast moeiteloos leek te voltrekken, blijft een fascinerend fenomeen. Af en toe was er op het hoogtepunt van de oorlog een glimp van zo’n onvoorstelbare omkering te zien op de televisie, zoals in een gesprek met een voormalige Servische tandarts die gefilmd werd in zijn schuilplaats in de bergen. We zagen de man in een geïmproviseerd kamp in de wildernis, waar hij zich met zijn kameraden in leven trachtte te houden met alles wat ze in het woud konden vinden.

        De tandarts was ongeveer dertig jaar, had zijn vak enkele jaren met succes uitgeoefend en gedroeg zich tijdens het gesprek als een ontwikkeld en zachtaardig mens, al hield hij wel voortdurend een geweer op zijn schoot. Hij vertelde hoe zijn oude leven binnen enkele dagen volstrekt overhoop was gehaald en hij, tot zijn eigen verbazing, was veranderd van een vreedzame academicus in een gewelddadige soldaat. De overgang was in zijn beleving vrijwel vanzelf tot stand gekomen. Welke wreedheden hij had begaan werd in het gesprek niet duidelijk, maar het was in de tijd dat er berichten verschenen over Serviërs die hun slachtoffers gruwelijk verminkten alvorens ze ter dood te brengen.
        Hoewel de toon van het gesprek ontspannen was, was de onderliggende boodschap verontrustend. Is dit nu het bewijs dat er in ieder mens, ongeacht zijn opvoeding, een barbaar schuilt? Is beschaving werkelijk niet meer dan een dun vernisje dat onder bepaalde omstandigheden als sneeuw voor de zon verdwijnt?
        Na de Tweede Wereldoorlog, toen duidelijk werd welke gruwelen zich in de concentratiekampen hadden afgespeeld, was men ook al met deze vragen geconfronteerd. Iedereen wist dat veel brave Duitse huisvaders probleemloos hadden kunnen veranderen in meedogenloze beulen. Er was hier echter nooit een bevredigende verklaring voor gevonden en de hele episode werd daarom vaak afgedaan als een aberratie of een collectieve ontsporing. Maar sinds zich de laatste jaren in de hele wereld veel van deze ontsporingen hebben voorgedaan en hele groepen beschaafde mensen vrij plotseling tot gewelddadige vervolging van politieke of etnische groeperingen blijken te kunnen overgaan, is het vraagstuk weer actueel geworden.

Uit balans
In zijn proefschrift Civilisering en decivilisering onderzoekt Ton Zwaan dit fenomeen los van alle emoties die het onderwerp kan oproepen. Met het werk van Norbert Elias als inspiratiebron, ziet hij een verband tussen politiek geweld, staatsvorming, civilisering, natievorming en nationalisme. In een vergelijkende studie analyseert Zwaan de vervolging van Duitse joden tussen 1933 en 1939, de massamoorden op de Armeniërs in het Ottomaans-Turkse rijk tussen 1894 en 1922 en het uiteenvallen van Joegoslavië tussen begin jaren tachtig en 1995. Om de vergelijking te verbreden beschrijft hij ook de geschiedenis van het vreedzame Nederland dat nauwelijks politieke vervolgingen heeft gekend.
        Zwaan gaat in zijn analyse van politiek geweld ver terug in de geschiedenis. Schijnbaar plotselinge uitbarstingen beschrijft hij als deel van lange-termijnontwikkelingen, in samenhang met de ontstaansgeschiedenis van de staat. Met behulp van sociologische en psychologische conflictmodellen komt hij vervolgens tot een aantal conclusies die, zonder recht te doen aan de nuanceringen in het boek, er eenvoudig gezegd op neerkomen dat massale vervolging van minderheden zich vooral voordoet in landen die intern uit balans zijn geraakt, bijvoorbeeld na een verloren oorlog.
        De auteur concludeert dat beschaving inderdaad slechts een dun vernisje is, dat vooral onder invloed van extreem nationalisme makkelijk verdwijnt als men te maken heeft met mensen die niet tot de ‘eigen’ groep worden gerekend. Overigens maakt Zwaan wel een onderscheid tussen natievorming en nationalisme. Zijn conclusie kan dan ook niet klakkeloos worden gebruikt als argument voor al die Nederlanders die uit angst voor ontsporingen het liefst iedere vorm van nationale trots afwijzen.
        Is het geweld echter eenmaal losgebarsten dan blijkt internationale druk en diplomatieke interventie doorgaans weinig effectief. Zwaan doet aan het slot van zijn boek dan ook de aanbeveling om een wereldwijd netwerk van onafhankelijke en gezaghebbende waarnemers op te richten dat zich bezighoudt met onderzoek, diagnostisering en doorlopende evaluatie van risicovolle ontwikkelingen in en tussen staten, een zogenaamd early warning system.
Caroline Hanken is cultureel-antropologe.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.