Home Dossiers Zuid-Afrika Bouwmeester van apartheid

Bouwmeester van apartheid

  • Gepubliceerd op: 18 december 2012
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bas Kromhout
Bouwmeester van apartheid
Apartheid Zuid-Afrika
Dossier Zuid-Afrika Bekijk dossier

‘Apartheid was voor hem meer dan een politieke filosofie, het was een religie,’ schreef de Britse oud-premier Harold Macmillan in zijn memoires over Hendrik Verwoerd. In februari 1960 voerde Macmillan dagenlange gesprekken met zijn Zuid-Afrikaanse ambtsgenoot in een zeventiende-eeuws landhuis aan de voet van de Tafelberg. ‘Het was gedurende deze dagen dat ik me volledig bewust werd van de onbuigzaamheid, grenzend aan fanatisme, waarmee dr. Verwoerd zijn beleid verdedigde.’

Niet dat Verwoerd onvriendelijk was voor zijn collega uit Groot-Brittannië, het moederland van Zuid-Afrika. ‘Zijn charmante lach, zijn hoffelijkheid en zijn bereidwilligheid om zijn opvattingen openhartig en uitvoerig uiteen te zetten, waren in zekere zin indrukwekkend,’ aldus Macmillan. ‘Maar ze vervulden me met somberheid.’

De prime minister was naar Kaapstad gekomen met de boodschap dat Afrika een nieuw tijdperk binnentrad. Er woei een ‘wind of change’, zei hij in het Zuid-Afrikaanse parlement. Groot-Brittannië gaf zijn koloniën de vrijheid. Het was uit met de blanke overheersing, en daarom kon Londen het apartheidsbeleid niet goedkeuren.

Verwoerd diende zijn gast onvoorbereid van repliek. ‘Er moet niet alleen rechtvaardigheid geschieden jegens de zwarte man, maar ook jegens de blanke man in Afrika,’ zei hij. ‘Dit is ons moederland. Wij kunnen nergens anders naartoe.’ Met ‘wij’ bedoelde Verwoerd de Afrikaners, afstammelingen van de Nederlanders die zich vanaf 1652 op de zuidpunt van het continent hadden gevestigd. Zij konden zich niet terugtrekken in Europa, zoals de Britten deden. Zuid-Afrika was hun land en ze waren vastbesloten het aan niemand af te staan.

Volgens Macmillan viel met Verwoerd niet te discussiëren. Hij vergeleek hem met de calvinistische leiders ten tijde van de Reformatie, die net zo heilig overtuigd waren geweest van hun eigen gelijk. ‘Hij zou een goede indruk hebben gemaakt op de Synode van Dordrecht.’

De ouders van Hendrik Frensch Verwoerd kwamen uit een gereformeerd Nederlands milieu. Vader Wilhelm was geboren in het Zuid-Hollandse Bodegraven. In 1898 trouwde hij met de Friese Anje Strik en samen verhuisden ze naar Amsterdam. Hier kwam op 8 september 1901 Hendrik ter wereld.

Wilhelm Verwoerd was aannemer, maar wilde zendeling worden in Zuid-Afrika. Zijn patriottische hart was sneller gaan kloppen tijdens de Boerenoorlog (1899-1902) tussen het Britse imperium en de Afrikanerrepublieken Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Toen Paul Kruger, de president van Transvaal, op 19 december 1900 Amsterdam bezocht, stonden Wilhelm en Anje in de menigte te zwaaien.

In november 1903 vertrok de tweejarige Hendrik met zijn ouders, broer en zus per boot uit Nederland, om nooit meer terug te keren. Het gezin vestigde zich in Wynberg, bij Kaapstad. Omdat zijn vader geen theologische opleiding had, pakte hij aanvankelijk zijn oude beroep op. Pas na tien jaar werd hij als ‘oefenaar’ naar een kerkgemeente in Rhodesië uitgezonden. Later kreeg hij een baantje als bezorger van christelijke lectuur in de voormalige Oranje-Vrijstaat.

Hier werd de jonge Hendrik ondergedompeld in de cultuur van de Afrikaners, met wie hij zich identificeerde. Na zijn schoolexamen in 1919 ging Hendrik naar de universiteit van Stellenbosch om theologie te studeren. Hij raakte er in de ban van het nationalisme.

Het Afrikaner nationalisme was ontstaan als reactie op de verloren Boerenoorlog. Sinds de eenwording van het land in 1910 maakte Zuid-Afrika deel uit van het Britse Rijk. De economie kwam in handen van Brits kapitaal en in de politiek woei een liberale wind. De nationalisten zagen met afgrijzen hoe veel Afrikaners Engelse gewoonten overnamen en hun eigen cultuur vergaten.

Bovendien vertrouwden zij het rassenbeleid niet aan de Britten toe. Deze hadden tijdens de Boerenoorlog steun geworven onder de zwarte meerderheid door politieke rechten te beloven. Hoewel de Britten na de overwinning hun belofte ijskoud braken, waren de Afrikaner nationalisten dit ‘verraad jegens blanke broeders’ niet vergeten. De liberale Britten deelden mensen in op basis van ontwikkeling, niet op basis van ras. Wanneer zwarten en ‘kleurlingen’ (mensen van gemengde afkomst) beter onderwijs zouden krijgen, konden ze op den duur de blanken domineren.

Dan was er nog het gevaar van ‘gelijkstelling’ tussen blank en niet-blank. Gelijkstelling trad op wanneer zwarten en kleurlingen emancipeerden, maar ook wanneer blanken afgleden. Door de Boerenoorlog was ongeveer eenderde van de Afrikaners verdreven van het platteland naar de industriesteden, waar ze leefden in achterbuurten tussen arbeiders van allerlei huidskleur.

Verwoerd bezocht in 1920 zo’n gemengde buurt in Kaapstad. Geschokt door wat hij zag schreef hij een verslag in het universiteitsblad: ‘Dikwijls treft men zelfs aan dat blanke en gekleurde gezinnen samen in één huis wonen. Geen wonder dat de jonge Afrikaners er geen bezwaar in zien om in het huwelijk te treden met hun vroegere [gekleurde] speelkameraden.’ Gemengd wonen leidde tot ongewenste bloedvermenging, aldus Verwoerd.

Verengelsing, zwarte emancipatie en blanke armoede: dat waren de gevaren die volgens nationalisten zoals Verwoerd het Afrikaner volk in zijn voortbestaan bedreigden. Daartegen ging de overlevingsstrijd.

Verwoerds ambitie om dominee te worden leed in 1920 schipbreuk. De manier waarop was tekenend voor zijn karakter. Om te worden toegelaten tot de kerkelijke opleiding had de negentienjarige een aanbeveling van een predikant nodig. Omdat hij de dominee van Stellenbosch niet persoonlijk kende, schreef hij aan de scriba (secretaris) van de kerkenraad dat hij deze man niet om een getuigschrift kon vragen. De toelatingscommissie concludeerde dat Verwoerd onvoldoende eerbied had voor kerkelijke regels. Toch mocht hij de domineesopleiding gaan volgen, mits hij zich voor zijn brief verexcuseerde. Maar dit weigerde Verwoerd. Hij had het toch niet kwaad bedoeld?

Van twijfels aan zichzelf zou Verwoerd nooit last hebben. Toen hem later eens door een journalist werd gevraagd of hij ’s nachts wel goed kon slapen, luidde zijn antwoord: ‘Natuurlijk slaap ik goed. Ik hoef me immers geen zorgen te maken of ik het misschien bij het verkeerde eind heb.’

Nu de weg naar de kansel was afgesloten, koos Verwoerd voor de psychologie. Hij promoveerde en werd op 27-jarige leeftijd hoogleraar. In 1932 bekleedde Verwoerd de eerste leerstoel voor sociologie in Zuid-Afrika, een initiatief van de regering. In 1924 was namelijk voor het eerst de Nasionale Party (NP) aan de macht gekomen. Premier Barry Hertzog wilde iets doen aan de armoede onder Afrikaners. De nieuwe sociologieleerstoel moest wetenschappers opleveren die het armblankesvraagstuk konden oplossen.

Volgens Verwoerd werd het probleem veroorzaakt doordat zwarten in groten getale naar de steden trokken en ‘blanke’ banen inpikten. Op een congres zette hij uiteen hoe dit proces kon worden teruggedraaid. Zwarte werknemers moesten van bepaalde beroepen worden uitgesloten. Lokale zwarte arbeiders konden in de mijnen gaan werken; zij die van verder weg kwamen moesten worden ‘teruggestuurd’ naar de stammenreservaten die vanaf 1913 waren gecreëerd. Deze moesten dan wel economisch worden ontwikkeld om de prikkel tot arbeidsmigratie weg te nemen. Het einddoel was absolute segregatie op basis van kleur.

Zo formuleerde Verwoerd al in de jaren dertig het apartheidsbeleid dat hij twintig jaar later zou uitvoeren. Hij was niet de enige architect van de apartheid, maar wel de belangrijkste bouwmeester.

Hoewel de Nasionale Party tijdens het Interbellum de premier leverde, kon zij nog geen extreem segregatiebeleid voeren. Hertzog moest rekening houden met zijn coalitiepartner, de pro-Britse South African Party (SAP) onder leiding van Jan Smuts. In 1934 gingen de NP en de SAP zelfs samen verder als de Verenigde Party (VP).

Eén nationalistisch parlementslid zette de Nasionale Party voort. Dit was Hans Strijdom, een goede vriend van Verwoerd. Toen NP-aanhangers in oktober 1935 de nieuwe krant Die Transvaler oprichtten, werd Verwoerd hoofdredacteur. Hij zei de universiteit vaarwel en verhuisde naar Johannesburg, samen met zijn vrouw Betsie en zeven kinderen. Als vakantieverblijf kocht hij een zuivelboerderij, waar hij zich een echte Boer kon wanen.

De Zuid-Afrikaanse politiek in de tweede helft van de jaren dertig stond in het teken van de oorlogsdreiging in Europa. Moest het land aan Britse zijde meevechten? Deze vraag verdeelde Engelssprekenden en Afrikaners tot op het bot. De nationalisten werd sympathie voor nazi-Duitsland verweten, maar Verwoerd wees deze beschuldiging van de hand. ‘Het werkelijke standpunt van de nationalist is dat hij noch pro-Duits, noch pro-Engels is,’ schreef hij in Die Transvaler. ‘Hij staat voor de belangen van Zuid-Afrika alleen.’

De kwestie spleet ook de Verenigde Party. Drie dagen na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nam de Volksraad een motie van Smuts aan, waarin Zuid-Afrika zich solidair verklaarde met Groot-Brittannië. Voor Hertzog en zijn aanhangers was dit reden om zich weer bij de Nasionale Party aan te sluiten, die daardoor flink groeide.

De nieuwe regering van Smuts was voor krantenredacteur Verwoerd een dankbaar mikpunt. De premier vertegenwoordigde bijna alles waar de nationalisten van walgden. Smuts, eens een fanatieke Boerengeneraal, had zich neergelegd bij de nederlaag. De geschiedenis leerde hem dat kleine naties moesten opgaan in grotere eenheden zoals het Britse Empire. Het Afrikaner nationalisme vond hij achterhaald.

Dit gold ook voor het streven naar segregatie. De urbanisatie en ‘detribalisering’ van de zwarte bevolking konden niet meer worden teruggedraaid, zei Smuts in 1942. Verwoerd daarentegen vond dat de reservaten het ‘ware vaderland’ van de zwarten waren. Segregatie gaf volgens Verwoerd ‘de naturel [inheemse] een kans om wat hem eigen is, verder te ontwikkelen, zodat hij trots en zelfrespect kan hebben, in plaats van voortdurend te worden vernederd als een mislukte na-aapblanke’.

Na de oorlog kreeg Verwoerd de mogelijkheid zijn ideeën om te zetten in beleid. In 1948 won de Nasionale Party bij verkiezingen een absolute meerderheid. Twee jaar later bood premier Daniel Malan hem de post van minister van Naturellesake aan. Als een bezetene ging Verwoerd aan het werk om zijn apartheidsvisioen te verwezenlijken.
Hij liet achterbuurten opruimen en de bewoners verplaatsen naar gescheiden woonwijken. In de reservaten – die voortaan thuislanden of bantoestans heetten – creëerde hij tribale bestuurslichamen en beloofde hun autonomie. Verwoerd maakte een tournee langs de thuislanden om de zwarte bewoners ervan te overtuigen dat hij het beste met hen voorhad. Sommigen geloofden hem.

De vorige minister had een commissie ingesteld die moest onderzoeken of apartheid zou leiden tot het gewenste doel: een hoofdzakelijk blank Zuid-Afrika. De uitslag was negatief. De commissie schatte dat in 2000 het aantal zwarten de 21 miljoen zou belopen, tegen 5 miljoen blanken. Zelfs als het zou lukken – wat hoogst onrealistisch was – om 70 procent van de zwarte bevolking in de thuislanden te huisvesten, dan nog zou er in het ‘blanke’ gebied een zwarte meerderheid blijven.

Verwoerd trok zich van deze cijfers niets aan. Onverstoorbaar bouwde hij verder aan zijn luchtkasteel. De zwarten die in de blanke gebieden woonden, of er zelfs waren geboren, degradeerde hij tot ‘gastarbeiders’ met beperkte rechten. Slechts met een pasje mochten zij zich buiten hun bantoestans bewegen. Het probleem was echter dat de blanke economie zoveel zwarte arbeiders nodig had dat van grootschalige ‘remigratie’ naar de thuislanden geen sprake kon zijn. Verwoerd probeerde dit te ondervangen door ondernemers te overreden hun industrieën naar de grenzen van de bantoestans te verplaatsen, maar zonder veel succes. Het apartheidsbeleid was gebouwd op drijfzand.

Verwoerds achterban had hier net zomin oog voor als hijzelf. Kort nadat Strijdom – hij had in 1954 Malan als premier opgevolgd – was overleden, koos de Nasionale Party op 2 september 1958 Verwoerd tot nieuwe leider. Het Nederlandse immigrantenkind bekleedde nu de hoogste politieke functie in Zuid-Afrika.

Langzaam maar zeker groeide het verzet tegen apartheid. Op 21 maart 1960 organiseerde het Pan-Afrikaans Congres (PAC) een betoging voor het politiebureau in de township Sharpeville bij Vereeniging. Zenuwachtige agenten openden het vuur en 69 demonstranten kwamen om. Het bloedbad zorgde wereldwijd voor protesten. In één klap was Zuid-Afrika een internationale paria geworden. ‘De dingen lijken me soms zo donker, omdat we maar met een handjevol zijn tegen de hele, ganse wereld,’ schreef Betsie Verwoerd aan vrienden. ‘Maar onze zaak is zo zuiver, dat we moeten winnen!’

Enkele dagen later was haar man doelwit van een moordaanslag. Verwoerd bezocht op 9 april 1960 een landbouwshow in Johannesburg, toen een onbekende man op de tribune klom en de premier van dichtbij tweemaal in het hoofd schoot. Wonder boven wonder richtten de kogels geen ernstige schade aan. De dader, de Engelstalige boer David Pratt, werd opgesloten in een psychiatrische inrichting en pleegde zelfmoord.

Verwoerd herstelde net op tijd voor wat misschien wel zijn politieke huzarenstuk zou worden. Op zijn initiatief mochten blanke Zuid-Afrikanen zich in een referendum uitspreken over de vraag of hun land een republiek moest worden. Sinds de Boerenoorlog droomden de Afrikaner nationalisten ervan het Britse juk weer af te werpen.

Op 5 oktober 1960 was het zover. Een krappe meerderheid stemde vóór een republiek. Een halfjaar later leidde Verwoerd zijn land bovendien uit het Britse Gemenebest van oud-koloniën. ‘Na zestig jaar heeft Zuid-Afrika de Boerenoorlog gewonnen,’ schreef in Nederland De Telegraaf.

Bij zijn achterban was Verwoerd nu populairder dan ooit. Zelfs veel Engelstaligen schaarden zich achter de premier, die als enige in staat leek het blanke fort te verdedigen tegen alle binnen- en buitenlandse vijanden. Mede dankzij het genadeloze optreden van de geheime politie werd de zwarte oppositie in toom gehouden.

In 1963 verdwenen alle leiders van de militair-revolutionaire tak van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC), onder wie Nelson Mandela, achter tralies. In de ogen van veel blanken maakte de anti-apartheidsbeweging deel uit van een communistisch wereldcomplot tegen de christelijke beschaving. Als westerse regimes kritiek uitten op Zuid-Afrika, dan snapten zij niet dat het gevaar ook hen bedreigde.

De schok was dan ook groot toen er op 6 september 1966 een abrupt einde kwam aan Verwoerds leven. Voorafgaand aan de behandeling van een wetsvoorstel in de Volksraad beende een bode naar de regeringsbank en boog zich voorover naar de premier, ogenschijnlijk om iets aan te reiken. Het volgende moment plantte hij een jachtmes in Verwoerds borst. Met drie steken was hij dood. Betsies reactie was onbedoeld ironisch: ‘Die Here maak nooit ’n fout nie.’

De moordenaar, Demitrios Tsafendas, was een kleurling van Grieks-Mozambikaanse afkomst. Hij haatte Verwoerd en zijn apartheidsregels en had de moord goed voorbereid. Maar omdat Tsafendas leed aan psychotische wanen, kon het regime zijn daad gemakkelijk afdoen als een apolitieke dollemansactie.

Verwoerds dood had nauwelijks politieke consequenties. Nadat duizenden afscheid hadden genomen tijdens de staatsbegrafenis in Pretoria, gingen zijn opvolgers door op de ingeslagen weg. Verwoerd had ooit tegen de predikant Nico Smith gezegd dat hij het apartheidssysteem zo diep in de maatschappij wilde verankeren dat latere generaties het niet meer zomaar konden loswrikken. Het duurde na Verwoerds dood inderdaad nog bijna dertig jaar voordat Zuid-Afrika zich van zijn erfenis had bevrijd.

Meer weten

Boeken
In 1974 verscheen in Zuid-Afrika de tweedelige biografie Dr. Hendrik Frensch Verwoerd 1901-1966 door G.D. Scholtz. Opgedragen aan Betsie Verwoerd, dus dan weet u wel uit welke hoek de wind waait.

In The Rise and Fall of Apartheid (2009) beschrijft David Welsh de geschiedenis van de apartheid van begin tot eind. De auteur heeft zich de vraag gesteld hoe het kon dat tussen 1990 en 1994 het apartheidsregime op vreedzame wijze werd opgeruimd.

De Nederlandse romanschrijver Henk van Woerden geeft in Een mond vol glas (1998) een indringende beschrijving van het bizarre leven van Verwoerds moordenaar Demitrios Tsafendas, gebaseerd op een gesprek dat de auteur met hem had in een inrichting.

Internet

Delen uit een soortgelijk interview met Tsafendas en historische beelden van Verwoerd zijn te zien in een aflevering van de Britse tv-serie Infamous Assassinations uit 2007, te bekijken op YouTube.

Afbeelding: Contributiecertificaat van de Nasionale Party

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.