Deze nazomer is koningin Elizabeth de langst dienende monarch uit de Britse geschiedenis. Niet alleen de duur van haar koningschap is opmerkelijk, maar ook het gegeven dat ze in al die 63 jaar nooit een schandaal heeft veroorzaakt. Ze heeft altijd op beschaafde wijze haar plicht vervuld en is trouw gebleven aan de prins-gemaal. Hoofdschuddend moet ze de schandalen rond haar kinderen hebben gevolgd, al vallen die in het niet bij de taferelen ten tijde van de huizen van Stuart en Hannover in de zeventiende en achttiende eeuw. Dat blijkt eens te meer uit twee pas verschenen boeken.
Boeken over koningshuizen beginnen meestal met een stamboom, maar in het geval van The King’s Bed: Sex, Power and the Court of Charles II zou een organogram van alle maîtresses en andere liefjes nuttiger zijn. Dit is de koninklijke variant van Het seksuele leven van Catherine M. De toon wordt gezet met het verhaal over de 14-jarige Karel II (1630-1685) die naar Somerset reisde om aan de vooravond van de burgeroorlog steun te vergaren voor zijn vader – en prompt het doel van zijn missie vergat toen hij zijn oude min Christabella tegen het knappe lijf liep.
Tijdens zijn ballingschap in Frankrijk en Holland had Karel relaties met zeventien vrouwen, onder wie Lucy Walter, een pientere dame die hem zijn eerste zoon schonk. Die was de eerste in een uitdijende reeks onwettige kinderen, van wie er vier de naam Charles zouden krijgen. De enige vrouw bij wie Karel geen kinderen verwekte, was zijn echtgenote Catharina van Bragança. Het huwelijk was gedoemd vanaf het moment dat de Portugese in het echt minder knap bleek dan op het portret van Dirk Stoop.
De koningin zag tot haar spijt hoe het hof van haar echtgenoot in een bordeel veranderde. Met smaak beschrijven Don Jordan en Michael Walsh de komische taferelen. Bijvoorbeeld hoe de actrice Nell Gwyn – een naaktschilderij van haar hing achter een schuifpaneel in de koninklijke slaapkamer – op een avond laxeermiddel in het stuk taart van een liefdesrivale deed.
Aan besturen kwam de autocraat amper toe. Typerend was dat Karel de avond waarop Michiel de Ruyter de Theems-delta plunderde en het vlaggenschip de Royal Charles meenam motten aan het jagen was met zijn hoofdmaîtresse Barbara Villiers. Deze machtige functie – de vrouwen waren de baas – zou later worden overgenomen door de manipulatieve Louise de Kérouaille, een spionne van Lodewijk XIV. De Franse koning probeerde Karels rokkenjagerij uit te buiten om Britse steun te vergaren voor een aanval op Vlaanderen.
Karels hedonisme was een reactie op het puritanisme onder Oliver Cromwell, onder wiens bewind zelfs kerst en toneel te frivool waren. Good Time Charley genoot niet alleen van het gezelschap van knappe dames, maar ook van de Wits, een groep losbandige kunstenaars en edellieden. Voor satirici waren het hoogtijdagen. De gewone bevolking maakte zich vooral zorgen over het roomse gevaar in de paleizen. Toen ze werd belaagd door een boze menigte riep Nell Gwyn uit: ‘Goede mensen, wees aardig. Ik ben de protestantse hoer!’
Vruchtbaarheidsproblemen en antipapisme leidden ertoe dat het huis van Stuart begin achttiende eeuw moest plaatsmaken voor dat van Hannover. In de praktijk werd het ene excentrieke koningshuis ingeruild voor het andere, zo valt op te maken uit The Strangest Family: the Private Lives of George III, Queen Charlotte and the Hanoverians van Janice Hadlow. Een heerlijk boek over de aanpassingsproblemen van een immigrantenfamilie.
Bij de overgang van het ene huis naar het andere vormde Sophia van de Palts, die ooit de charmes van haar neefje Karel II had genegeerd, de spilfiguur. Sophia’s zoon Georg Ludwig was de eerste Duitser op de Britse troon. Een sombere man, die geen Engels sprak en het liefst een pijp rookte met Duits bier binnen handbereik. Zijn vrouw had hij achtergelaten in Duitsland. Om precies te zijn in een kasteel, waar ze de laatste dertig jaar van haar leven zou wonen als straf voor haar affaire met een Zweedse graaf. George I leefde op voet van oorlog met zijn oudste zoon en diens vrouw Caroline. Hij zou ze verbannen uit de paleizen en scheiden van hun kinderen.
George en Caroline koesterden een mysterieuze afkeer van hun oudste zoon, Frederik. Deze liefdevolle vader, echtgenoot en cricketspeler zou een ideale koning zijn geworden, ware het niet dat hij plotseling overleed aan een longontsteking. ‘Ik ben mijn oudste zoon verloren en ik ben er blij om,’ was de reactie van zijn vader.
Uiteindelijk werd de ban verbroken door poor Fred’s oudste zoon George, een verlegen moederskindje. Hij had het geluk dat de graaf van Bute, een erudiete familievriend uit Schotland, zich als mentor over hem ontfermde en voorbereidde op het koningschap. In de Britse gouden eeuw zou George III, zo toont Hadlow knap aan, uitgroeien tot de eerste verlichte koning, eentje die zichzelf beschouwde als een nobel voorbeeld voor het volk. Dat juist deze koning krankzinnig werd en de geschiedenis in zou gaan als de Mad King George, is bittere ironie. Hij stelde evenwel de toekomst van de monarchie veilig.
The King’s Bed: Sex, Power and the Court of Charles II
Don Jordan en Michael Walsh
354 p. Little, Brown Books Group
€ 27,50
The Strangest Family: the Private Lives of George III, Queen Charlotte and the Hannoverians
Janice Hadlow
684 p. William Collins
€ 34,-
Dit artikel is exclusief voor abonnees