Home Beatrix moet maar met pensioen

Beatrix moet maar met pensioen

  • Gepubliceerd op: 1 september 2000
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Mar Oomen

Binnenkort zit koningin Beatrix al weer twintig jaar op haar troon. De politiek bezint zich op dit moment op de taken van de monarch. En de Nederlandse bevolking? Is er anno 2000 nog een draagvlak voor onze monarchie en voor Beatrix in het bijzonder? Of moet Beatrix met pensioen? Een onderzoek.


Koningin Beatrix ziet de monarchie niet als een vanzelfsprekendheid. Politiek en maatschappelijk moet er behoefte aan zijn. Tenminste, dat vond ze twaalf jaar geleden, in 1988, tijdens een van de zeer schaarse gelegenheden dat ze zich voor een televisieportret had laten interviewen. Het koningschap, zei ze toen, ‘vindt zijn zin in het gedragen worden door een groot deel van de Nederlandse bevolking’. Misschien had ze, voordat ze deze uitspraak deed, eerst alle opiniepeilingen over het koningshuis geraadpleegd. In 1987 vond maar liefst negentig procent van de Nederlandse bevolking haar sympathiek tot zeer sympathiek. In 1985 was ze nog uitgeroepen tot vrouw van het jaar. Anno 1990 was het koningschap vrijwel onomstreden.

‘Toen Beatrix aan de macht kwam had ze veel krediet bij de pers. Ze was nieuw. Ze hield toespraken die de beleefdheidsfrases te boven gingen. Ze kon geen kwaad doen bij de pers, daardoor was ze ook populair onder het volk.’ (Voormalig Trouw-journalist Fred Lammers)

Inmiddels zijn we tien jaar verder en zit koningin Beatrix al weer twintig jaar op haar troon. Tijd voor bezinning. De politiek lijkt daar in ieder geval hard aan toe te zijn. In het weekblad Elsevierzegt Wim Kok dat ‘de monarchie getoetst moet worden aan de nieuwe normen over openheid en transparantie’. Volgens De Groene Amsterdammer laat de minister-president op dit moment onderzoeken hoe de macht van de koningin aan banden gelegd kan worden. De vorst(in) zou niet langer meer als voorzitter van de Raad van State mogen fungeren, noch als eerst verantwoordelijke voor het aanwijzen van de kabinetsformateur.
        Arme koningin. Zou al haar noeste arbeid voor niets zijn geweest? Zouden al haar pogingen haar ambt meer inhoud te geven, meer prestige vooral, nu een averechts effect hebben? De koningin bemoeit zich te veel met politieke zaken – het politieke draagvlak voor de monarchie is verdwenen – we veranderen de grondwet, we beperken de bevoegdheden tot het strikte protocol, zoals dit al jaren in Zweden gebeurt. De koningin mag voortaan alleen nog lintjes doorknippen.

‘Beatrix is iemand die oprecht in haar eigen sprookje gelooft. Hoe kan het ook anders als je vanaf je prilste jeugd omringd bent geweest door hielenlikkers en leugenaars? Ze meent dat ze zich overal mee moet bemoeien en doet dat zo goed mogelijk, maar juist die ijver is een onderdeel van haar falen, want vorstelijkheid gaat het best gepaard met distantie.’ (H. van den Bergh, emeritus hoogleraar cultuurwetenschappen, voorzitter van het Republikeins Genootschap)

Hoe denkt het volk daarover? Wordt de monarchie na twintig jaar Beatrix ‘nog gedragen door een groot deel van de Nederlandse bevolking’? Of wordt het tijd dat we meegaan in de vaart der Europese volkeren? We besloten het te onderzoeken. Aan 152 willekeurige Nederlanders legden we een lijst voor met zeven kennis- en vijf opinievragen. Onze veronderstelling was: als mensen veel over het koningshuis en Beatrix weten, betekent dat dat ze zich betrokken voelen, dat er een draagvlak is voor de monarchie. En de opinievragen zouden voor zich spreken: Geef Wilhelmina, Juliana en Beatrix een cijfer. Of: Wanneer moet Beatrix opgevolgd worden, nu meteen of nog lang niet? Moet ze nog wel opgevolgd worden?
        Simpele vragen, de antwoorden zijn wat ingewikkelder.
        Eén ding is duidelijk. Beatrix is niet meer zo populair als de opiniepeilingen ons willen doen geloven. In 1996 meldt NRC Handelsblad dat 94 procent van de Nederlanders Beatrix sympathiek vindt. Het NIPO komt dat jaar op 87 procent. In 1999 vindt nog 78 procent de koningin sympathiek, aldus het marktonderzoeksbureau.
        De Nederlanders die wij ondervroegen, namen het woord sympathiek bijna niet in de mond. Onze laatste vraag was: kunt u Beatrix in één woord karakteriseren. Twéé mensen kozen voor het woord sympathiek: 1,3 procent. Veel vaker noemt men Beatrix: zakelijk, standvastig, sterk, streng maar rechtvaardig, intelligent en koel, lief en hard, professioneel. Meer vorstin dan koningin. Maar ook: hooghartig, autoritair, koppig. En zelfs: een haaibaai, een kreng, ‘gewoon een tang’, een ‘engerd’.

‘Beatrix wendt zich af van het volk. Haar zestigste verjaardag wenste ze uitsluitend te vieren in gezelschap van de adel en de elite. Ze is hooghartig in haar optreden. P.R. vindt ze niet belangrijk, naarmate ze ouder wordt, wordt dat steeds duidelijker.’ (J.G. Kikkert, historicus)

Opvallend is dat vooral mannen niet zo te spreken zijn over de koningin. Zij geven haar gemiddeld een 6,4. Van de vrouwen krijgt Beatrix gemiddeld een 7,5. De hoogopgeleide mannen onder de veertig vinden de vorstin zelfs niet meer waard dan een 5,8.
        Veel positiever is iedereen over Beatrix’ moeder, Juliana. Zij krijgt gemiddeld een 7,5 (tegenover Beatrix een 7 en Wilhelmina een 6,7); de vrouwen geven haar een acht en de mannen een zeven. ‘Lief’ noemen de meeste respondenten haar, ‘warm’, ‘sociaal betrokken’, ‘menselijk’. De Moeder des Vaderlands. Echt een koningin van het volk. En dat is, vindt iedereen, koningin Beatrix niet, ook al is ze nog zo modern, zakelijk en past ze precies in de geest van de tijd.

‘Juliana heeft iets ontwapenends. Ze was een warhoofdig, wazig type. Dat blijken mensen leuk te vinden. Ze heeft altijd kans gezien elk schandaal te ontlopen. Zij was altijd onschuldig. Bij haar was het ook: als haar populariteit afnam bij een deel van de bevolking, nam het juist toe bij een ander deel. Vooral tijdens de Greet Hofmans-affaire was dat het geval.’ (J.G. Kikkert)

‘Bij Wilhelmina heeft populariteit nooit een rol gespeeld. Zij was een onmogelijke, autoritaire vrouw tot het toeval haar de oorlog in de schoot wierp, zodat zij – eenmaal gevlucht – vanuit Londen een mooie rol kon spelen.’ (H. van den Bergh)

Moet Beatrix dan maar opstappen? Is twintig jaar genoeg geweest? Moet ze plaatsmaken voor Willem-Alexander? Moeten haar macht misschien ingeperkt worden, zoals de politiek lijkt te willen? Of moet het koningshuis helemaal maar afgeschaft worden?
        Nou nee, dat laatste is nu ook weer niet nodig. Bijna driekwart van de ondervraagden (73 procent) vindt dat Beatrix nog wel opgevolgd mag worden. ‘Ach, dat koningshuis, dat heeft wel wat.’ ‘Het hoort bij de geschiedenis van Nederland.’ En: ‘Een president kost ook veel geld en geeft wellicht meer gedonder.’ ‘Een monarchie is wel grappig, een republiek saai.’
        Maar toch, er is wél iets aan de hand. Volgens het NIPO was in 1999, vorig jaar dus, 91 procent van de Nederlandse bevolking een voorstander van de monarchie. Dat is twintig procent meer dan in dit onderzoek het geval is. Hebben Nederlanders het afgelopen jaar dan zo de pest gekregen aan het koningshuis en de koningin?

‘Metingen naar de populariteit van het koningshuis zijn erg relatief. Als je een onderzoek houdt net na de commotie over de vakantie van de koningin in Oostenrijk – natuurlijk is iedereen dan wat kritischer. Maar inderdaad, misschien is twintig jaar wel genoeg. Er zijn wel wat haarscheurtjes in Beatrix’ reputatie. Na honderd jaar vrouwen op de troon is het misschien tijd voor een koning.’ (J.C.M. Pommer, voorzitter van de Bond van Oranjeverenigingen, tevens burgemeester van Maasdriel)

‘Sinds de media hun lakeienmentaliteit afschudden en openhartiger berichten over de onhebbelijkheden van ons staatshoofd, wordt Beatrix minder populair. Als het volk nu ergens duidelijk zou kunnen lezen welke tekorten aan het monarchale systeem kleven, zou het snel gedaan zijn met de resterende populariteit. Leden van het koningshuis betalen geen belasting, ze schenden artikel 1 van de grondwet, ontvangen een krankzinnig salaris en bedreigen continu de democratische besluitvorming.’ (H. van den Bergh)

Aan ons onderzoek deden meer vrouwen (89) mee dan mannen (63). Mannen staan veel kritischer tegenover het koningshuis dan vrouwen. Bijna eenderde van de mannen wil dat het koningshuis afgeschaft wordt. Het koningshuis vinden ze ouderwets, uit de tijd, niet democratisch. Hadden er meer mannen aan het onderzoek meegedaan, dan was de uitslag nog sterker richting afschaffing van het koningshuis geweest. Het aantal hoogopgeleiden (hbo/wo) (70) versus mensen met een lage opleiding (82) is redelijk verdeeld.
        Overigens vindt van de hoger opgeleiden tussen de 41 en 60 jaar bijna veertig procent dat het koningshuis opgeheven moet worden. Niet zo verwonderlijk. Dat is ook de generatie die rookbommen gooide op de trouwdag van Beatrix en Claus – ‘waar we nu overigens spijt van hebben, Claus is een fantastische man gebleken’, of stenen wierp tijdens haar inhuldiging – Geen kroning maar woning, was toen de leus.

‘Mannen hebben een afkeer van vrouwen aan het bewind. Vrouwen zijn gevoeliger dan mannen voor de magie en de mythe rondom het koningshuis.’ (J.G. Kikkert)

Ons koningshuis. De koningin. Twintig jaar Beatrix. De meeste respondenten hebben er geen moeite mee een oordeel te vellen, een mening te geven. Is die ook gestoeld op enige kennis van zaken? Nederland is een constitutionele monarchie. Samen met de ministerraad vormt de koning(in) de regering. Wat betekent dat, wat zijn daarvan de consequenties? Met andere woorden: wat weet de gemiddelde Nederlander van de politieke invloed van het koningshuis en van koningin Beatrix in het bijzonder? En wat weten ze überhaupt van de Oranjes en hun Trix? En zegt de hoeveelheid kennis van de respondenten iets over de betrokkenheid bij het koningshuis? Over dat laatste kunnen we kort zijn: nee. Respondenten die veel vragen goed hebben, zijn niet speciaal positief of juist negatief over de koningin of het koningshuis. Vrouwen hebben iets vaker vragen goed die in de persoonlijke levenssfeer liggen, mannen zijn beter in de ‘zakelijke, politieke’ vragen, maar het ontloopt elkaar niet veel.
        Meer dan de helft van de geënquêteerden heeft de meeste vragen (zie kaders) goed. Bijna tachtig procent van de ondervraagden weet dat de koningin Nederlands hervormd is. En de helft van de respondenten kan zich nog Beatrix’ bijnaam als prinses herinneren.
        Zolang er ogen en camera’s op haar gericht zijn, schrijft Fred Lammers in Koningin Beatrix: een instituut, blijft zij de spontaan lachende prinses. Ook al barst ze van de hoofdpijn. ‘Het levert haar de niet in dank geaccepteerde bijnaam “Prinses Glimlach” op.’ J.G. Kikkert weet dat ze zo voor het eerst genoemd werd in Suriname; haar eerste reis daarheen maakte ze in 1958. Veel respondenten tussen de 18 en 41 jaar dachten overigens dat Beatrix bijnaam de ‘Strenge Prinses’ was, of de ‘Slimme Prinses’. Oprecht verbaasd reageerden ze toen ze hoorden dat ‘Prinses Glimlach’ het goede antwoord was.

‘Ik zou haar de bijnaam “Rijkaard” geven. Beatrix behoort tot de rijkste vrouwen ter wereld. Haar internationale prestige ontleent ze aan haar rijkdom en niet aan haar status. Sterker nog: het Huis van Oranje staat niet hoog aangeschreven bij de Europese adel. De Oranjes zijn steeds met de verkeerde mensen getrouwd: te laag in de pikorde van de Europese adel.’ (J.G. Kikkert)

Enkele belangrijke gebeurtenissen in het leven van Beatrix – haar huwelijk, haar kroning – zijn gepaard gegaan met veel rumoer, om het maar eens zacht uit te drukken. We vroegen ons af of de Nederlandse bevolking nog wist waarom precies er rellen waren tijdens het haar huwelijk met Claus. In de bocht van de Raadhuisstraat ontploften drie rookbommen. Voor de opkomende provobeweging vertegenwoordigde de plechtigheid op 10 maart 1966 zo ongeveer alles waar men tegen was. Nederland, en de joodse gemeenschap en het voormalig verzet in het bijzonder, hadden er veel moeite mee dat Beatrix verliefd was geworden op een Duitser, iemand die nog bij de Hitler-Jugend had gezeten en in de Wehrmacht had gediend. ‘Wij kunnen niet feestvieren met een familie, die haar zoon in de tijd van onze diepste vernedering Hitler te hulp zond’, schreef het Nieuw Israelitisch Weekblad in 1965. Beatrix heeft nog voorgesteld in Baarn te trouwen. Het kabinet wilde er niet van weten. ‘Wij laten ons niet door het schorriemorrie uit Amsterdam verdrijven’, vond minister-president Cals.
        Ruim driekwart van de respondenten (65 procent van de mannen en 84 procent van de vrouwen) wist overigens waarom er die dag rellen waren: (onder meer) vanwege de Duitse achtergrond van Claus.

Twee vragen had bijna iedereen fout:
        Stamt Beatrix af van Willem van Oranje. Ja, zei negentig procent van de vrouwen en 67 procent van de mannen. Nee, is in werkelijkheid het antwoord, maar officieel wordt ermee gesjoemeld. In de mannelijke lijn is het geslacht Oranje uitgestorven met stadhouder-koning Willem III, die in 1702 van zijn paard viel en overleed. Hij had op dat moment nog geen kinderen. Beatrix stamt af van Jan de Oude, de jongere broer van de Vader des Vaderlands. Overigens is Beatrix ook uitsluitend via de vrouwelijk lijn lid van het Huis Oranje-Nassau. Beatrix is dus geen Nassau en ook geen Oranje. Volgens de oude grondwetsregels behoorden de kinderen van een regerende koningin tot het stamhuis van de vader. Dat zou betekenen dat bij opvolging het huis Lippe-Biesterfeld (of dus Von Amsberg-Lippe Biesterfeld) op de troon zou komen. In 1963 is daarom het begrip ‘stamhuis’ uit de grondwet verdwenen, en mag Beatrix zich Oranje-Nassau noemen.
        De tweede vraag waar vrijwel niemand het goede antwoord op wist, luidt: Wat is het geheim van Noordeinde? De Nederlandse grondwet verbiedt parlementaire discussie over het aandeel van de koningin in het regeringsbeleid. Dus alles waaruit een politiek standpunt van de koningin zou blijken, moet geheim blijven. Want volgens de grondwet van 1848 is de koning onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. Slechts zeven mannen (elf procent) en zeven vrouwen (acht procent) hadden het antwoord op deze vraag goed. De meeste ondervraagden namen het geheim heel letterlijk: ‘Daar hebben ze Maxima opgeborgen.’ ‘Is dat niet het onechte kind?’ ‘Het geheim is dat Beatrix er veel liefdes op nahield.’ ‘De Lockheed-affaire van Bernhard.’ ‘Daar zal ze wel een vriendje hebben zitten.’ ‘De crisis in het huwelijk van Juliana.’ ‘Dat er dit jaar een verloving komt.’ En tenslotte: ‘Dat is de trol in de toren van het paleis van Beatrix.’
        Als dan vrijwel niemand weet wat het Geheim van Noordeinde is, zouden de ondervraagden dan ook niet weten wat precies de macht en verantwoordelijkheden zijn van de koningin? Met andere woorden: weet het Nederlandse volk bijvoorbeeld dat Beatrix de ‘spelleider’ (de formateur) mag aanwijzen bij kabinetsformaties? Nee, niet iedereen wist dat, maar toch nog wel tweederde van de ondervraagden: 71 procent van de mannen en 62 procent van de vrouwen gaf op deze vraag het goede antwoord.
        Vond men, vroegen wij ook nog, het terecht dat de koningin de formateur mag aanwijzen? Of is haar politieke macht te groot? 13 procent wist het niet, 64 procent vond van niet en 25 procent vond van wel. Volgens een kwart van de Nederlandse bevolking moet Beatrix haar functies neerleggen, ze mag geen voorzitter meer zijn van de Raad van State en geen formateur meer aanwijzen. Of, is ook vaak gezegd, de situatie mag blijven zoals hij is, maar er moet wel veel meer openheid komen. Wederom zijn het vooral de mannen (bijna veertig procent) die vinden dat de macht van de koningin te groot is.
        Een vraag was ook of men zich kon herinneren of en zo ja bij welke gelegenheden de koningin in opspraak is gekomen. Hele waslijsten zijn genoemd, het vaakst natuurlijk het feit dat de koningin in Oostenrijk op vakantie is geweest, maar ook haar kritiek op de pers – ‘de leugen regeert’ – kon men zich nog goed herinneren.

‘Om je op een jubileum van hoofdredacteuren zo uit te laten over de pers, dat is enorm stom. Ze gaat onverstandig om met de pers. De ene keer strooit ze met gunsten, de volgende keer ziet ze niemand staan. Dat gaat irriteren. Journalisten praten daarover met elkaar.’ (Fred Lammers)

Haar huwelijk met Claus noemde men als aanstootgevend indertijd; enkele respondenten hebben zich duidelijk geërgerd aan Beatrix’ bezoek aan Japan terwijl er nog geen excuses aangeboden waren en aan haar bezoek aan Indonesië zonder dat ze zelf excuses aanbood. Wat opvallend veel respondenten irriteert, zijn Beatrix’ bemoeienissen met de vriendinnen van haar zoon Willem- Alexander, en met Emily in het bijzonder. Waar bemoeit ze zich toch mee, is een beetje de teneur, en: zij is toch ook getrouwd met de persoon die zij graag wilde.

Wordt het, vroegen wij tenslotte, niet eens tijd dat Beatrix opstapt? Onze vraag was: Wanneer mag Beatrix met pensioen?
        Welnu. Natuurlijk vonden veel respondenten, vrouwen vooral, dat Beatrix zelf mag weten wanneer ze van haar troon stapt. Maar bijna de helft van de ondervraagden wil toch dat ze binnen nu en drie jaar, als ze 65 jaar is, met pensioen gaat: bijna veertig procent van de vrouwen en meer dan vijftig procent van de mannen heeft het onderhand wel gehad met Beatrix.

‘Ik heb ook gehoord dat Beatrix niet al te lang meer wil regeren, omdat Claus een stuk ouder is dan zij. Als ze snel opstapt, kunnen ze samen nog van een gezonde oude dag genieten. In principe is Willem-Alexander klaar voor het koningschap, hij heeft een goede voorbereiding gehad. Hij zal een dimensie geven aan het koningschap die past bij de 21-ste eeuw.’ (J.C.M. Pommer)

‘Ik verwacht niet dat Willem-Alexander koning Willem IV wordt. Ons volk heeft in de zestiende eeuw niet voor niets het koningschap afgezworen. Op grond van puur humanitaire overwegingen zouden we deze gezonde jonge onbenul die onmogelijke rol ook niet moeten laten vervullen. Dat we zijn vader de depressie hebben ingedreven, lijkt me al erg genoeg.’ (H. van den Bergh)

Nog een paar jaar geleden waren het koningshuis en de koningin ongekend populair, volgens sociologen vanwege hun symboolfunctie. In een tijd dat Nederland opgaat in Europa en het geloof aan betekenis verliest, is het koningshuis nog het enige symbool dat ons een identiteit kan verschaffen. Maar met de huidige koningin lukt dat niet meer, de monarchie verliest de laatste jaren aan draagvlak. In de politiek, getuige de berichten in Elsevier en De Groene Amsterdammer, maar ook onder de bevolking, onder mannen én vrouwen.
        Als mannen geïnteresseerd zijn in de monarchie, dan is dat doorgaans vooral in de staatsrechtelijke kant: heeft de koningin ondanks de parlementaire democratie niet te veel invloed? In dit onderzoek is die belangstelling opnieuw gebleken. Vrouwen zijn vooral benieuwd naar de persoon achter de functionaris. Naar Beatrix zelf. Beide groepen zijn teleurgesteld. Beatrix is dan wel intelligent en ter zake kundig, maar ook erg afstandelijk en koel. Beatrix zelf krijgt niemand te zien. Tegelijkertijd is te vaak de indruk gewekt dat ze zich met zaken bemoeit, waar ze zich niet mee dient te bemoeien. Beatrix moet onderhand maar met pensioen.


De vragen en de antwoorden

Kennisvragen:

1. Stamt Beatrix af van Willem van Oranje?

Antwoord: Nee, ze stamt af van de jongere broer van Willem van Oranje, Jan de Oude. De lijn van Willem van Oranje stierf uit met Willem III, die in 1702 kinderloos overleed.

2. Welke bijnaam had Beatrix als prinses?

A. De strenge prinses
B. Prinses glimlach
C. De slimme prinses
D. Prinses wildebras
        
Antwoord: B. Prinses glimlach

3.Tijdens het huwelijk van Claus en Beatrix waren er rellen, waarom?

Antwoord: Claus was lid van de Hitler-jugend geweest, had in de Wehrmacht gezeten: het Duits- zijn van Claus. Maar ook: algemene gevoelens van ongenoegen onder jongeren.

4. Welk geloof belijdt de koningin?

A. Gereformeerd
B. Nederlands-hervormd
C. Luthers
D. Doopsgezind
E. Rooms-katholiek

Antwoord: B. Nederlands-hervormd

5. Wat is het geheim van Noordeinde?

Antwoord: Alles waaruit een politiek standpunt van de koningin zou kunnen blijken, moet geheim blijven. M.a.w. het politieke standpunt van de koningin moet geheim blijven.

6. Wie wordt door Beatrix rechtstreeks benoemd?
A. De minister-president
B. De formateur
C. De voorzitter van de Eerste Kamer
D. De voorzitter van de Raad van State

Antwoord: B. De formateur (De adviezen van de fractievoorzitters en de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer in gedachten houdend)
        
7. Noem drie gelegenheden waarbij Beatrix in opspraak kwam.

Antwoord: enkele voorbeelden
-De FPÖ met Haider in de Oostenrijkse regering was voor het staatshoofd geen reden om haar jaarlijkse ski-vakantie in Lech af te zeggen.
-In 1996 werd in de aanloop van een staatsbezoek van koningin Beatrix aan Zuid-Afrika de ambassadeur jhr. E. Röell uit Pretoria teruggehaald. Beatrix zou zich gestoord hebben aan de buitenechtelijke relatie van de ambassadeur.
-Beatrix vindt dat in de Nederlandse pers de leugen regeert, feiten worden onvoldoende gecontroleerd. Ze zei dit vorig jaar tijdens een bijeenkomst van het Genootschap van Hoofdredacteuren.


Opinievragen

I. Geef de volgende koninginnen een rapportcijfer en motiveer daarbij uw keuze:

– Wilhelmina
– Juliana
– Beatrix

II. Wanneer mag koningin Beatrix volgens u met pensioen?

– Als ze 65 is
– Als Willem-Alexander getrouwd is
– Als Willem-Alexander getrouwd is en zijn kinderen naar de middelbare school gaan
– Nu meteen, het is tijd dat Willem-Alexander haar opvolgt
– Ze moet zo lang mogelijk aanblijven, want Willem-Alexander is nog niet klaar voor het koningschap

III. Wim Kok wil de rechten en plichten van de koningin inperken. Wat vindt u daarvan? Is de politieke macht van Beatrix te groot?

IV. Moet Beatrix nog wel opgevolgd worden?

V. Kunt u Beatrix in één woord karakteriseren?


Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.