Home Apocalyptische angst voor asielzoekers

Apocalyptische angst voor asielzoekers

  • Gepubliceerd op: 7 september 2021
  • Laatste update 27 aug 2024
  • Auteur:
    Teun Willemse
  • 4 minuten leestijd
Apocalyptische angst voor asielzoekers

Verzet tegen de komst van asielzoekers is niets nieuws, vertelt hoogleraar migratiegeschiedenis Leo Lucassen. Toen er in de jaren negentig een vluchtelingenstroom uit Joegoslavië op gang kwam, vreesden politici al een aanzuigende werking en waren sommige Nederlanders bang dat vluchtelingen hun baan zouden inpikken. Wat volgens Lucassen echter nieuw is, zijn de apocalyptische vormen die de angst voor asielzoekers aanneemt en de extreemrechtse taal waarmee dat gepaard gaat.

In 1994 kreeg Nederland een recordaantal van 52.500 asielaanvragen. Kwamen die asielzoekers vooral uit Joegoslavië?

‘Slechts een kwart van de asielzoekers in de jaren negentig kwam uit Joegoslavië. Het meerendeel kwam net als nu uit het Midden-Oosten en de Hoorn van Afrika. Toch was er destijds vooral aandacht voor het conflict in Joegoslavië, want die oorlog was dichtbij. Bovendien zaten er Nederlandse militairen in het gebied.’

Leo Lucassen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Stond de politiek destijds welwillender tegenover de opvang van vluchtelingen dan nu?

‘Ministers stonden er niet om te springen. Het devies was toen al: “houd asielzoekers zo veel mogelijk af”.  De politiek wilde het beeld naar buiten brengen dat het geen pretje is om naar Nederland te komen en dat asielprocedures hier lang duren. In 1993 deed een foto van asielzoekers die in een maïsveld moesten slapen veel stof opwaaien, maar achter de schermen vonden de ministers dat wel prima. Ze hoopten dat die beelden anderen zouden afschrikken om naar Nederland te komen. Het idee dat we moeten uitkijken voor een aanzuigende werking leeft nog steeds − het rekken van asielprocedures is nog altijd bewust beleid – maar die werking is nooit wetenschappelijk aangetoond.’

Dacht de bevolking er anders over dan de politiek?

‘Wanneer er veel aandacht is voor een conflict, zijn de eerste geluiden vaak positief. Een voorbeeld is de Eerste Wereldoorlog, toen er aanvankelijk veel sympathie was voor Belgische vluchtelingen, maar de eerste asielzoekers al na een paar maanden werden teruggestuurd. Diezelfde golfbeweging was zichtbaar in de jaren negentig. Toch was de stabielere publieke opinie wel positief over de opvang van vluchtelingen. De steun daarvoor is nog steeds veel groter dan je zou opmaken uit de schreeuwers die via sociale media en bij demonstraties de meeste aandacht krijgen. Met een protest van twintig jongeren en drie kratjes bier vullen we in Nederland tegenwoordig een week lang de talkshows.’

Vluchtelingen in Bosnië, 1993.

 Was er in de jaren negentig ook protest tegen de komst van asielzoekers?

‘Zeker. Ook toen hoorde je leuzen als “wat moeten die lui hier” en “ze passen zich niet aan”. Die sentimenten waren al aanwezig in de Eerste Wereldoorlog en bij de opvang van Joodse vluchtelingen in de jaren dertig. Wat wél veranderd is, is de rabiate, extreemrechtse taal die je nu bij protesten hoort. In de jaren negentig waren er geen partijen die het vuurtje aanstookten zoals die van Wilders of Baudet. Daardoor heerst er nu een meer apocalyptische angst voor vluchtelingen.’

 Zijn er meer oorzaken voor die verandering?

‘Anders dan in de jaren negentig zijn vluchtelingen nu op bootjes van mensensmokkelaars aangewezen om Europa te bereiken. Die boten maken hun komst veel zichtbaarder, dramatischer en mediagenieker. Hoewel er in het afgelopen decennium aanzienlijk minder asielaanvragen zijn  ingediend dan in de jaren negentig, is het idee dat de kraan wagenwijd openstaat daardoor veel groter. Met hekken in Oost-Europa breidt Fort Europa zich nu steeds verder uit. Dat er miljoenen Afghanen deze kant op komen, lijkt me dan ook erg onwaarschijnlijk.’

Leo Lucassen is directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Hij is gespecialiseerd in de geschiedenis van migratie en integratie en stadsgeschiedenis. Lucassen is lid van de Academia Europaea en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).