Home Amsterdam in de Gouden Eeuw: het bezoek van Maria de’ Medici

Amsterdam in de Gouden Eeuw: het bezoek van Maria de’ Medici

  • Gepubliceerd op: 24 april 2014
  • Laatste update 18 apr 2023
  • Auteur:
    Femke Deen
  • 12 minuten leestijd
Amsterdam in de Gouden Eeuw: het bezoek van Maria de’ Medici

Het bezoek van de Franse koningin-moeder Maria de’ Medici in 1638 wordt gezien als erkenning van de jonge Republiek in de Gouden Eeuw. De festiviteiten verliepen ogenschijnlijk vlekkeloos, maar achter de schermen liepen de irritaties hoog op.

De Gouden Eeuw: Amsterdam toont zijn macht

Op 1 september 1638 lag het openbare leven in Amsterdam stil. Op de daken, in de bomen, in de masten van de schepen in het Damrak: overal stonden, zaten of hingen nieuwsgierige Amsterdammers. Maria’s koets moest stapvoets door de mensenmassa rijden om te voorkomen dat mensen onder de wielen terechtkwamen. Zo hard werd het grof geschut van de stad afgevuurd dat de aarde ervan trilde en de lucht in brand leek te staan.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De koets van de koningin-moeder stopte bij een grote triomfpoort. Op het toneel boven in de poort zag Maria de’ Medici een voorstelling van haar eigen huwelijk met koning Hendrik IV van Frankrijk, in 1600. Het tableau vivant, een levend schilderij, toonde het echtpaar dat werd gekroond door twee engelen. Om hen heen stonden de mythologische figuren Hercules, Mars en Pallas. Maria was zo geboeid door de voorstelling dat ze pas wegreed toen de gordijnen van het toneel werden gesloten.

Maria trok vervolgens via een andere theaterpoort op de Varkenssluis naar het Prinsenhof. Daar ontving ze, gezeten op een troon, de burgemeesters en andere hoogwaardigheidsbekleders. Pensionaris Willem Boreel hield een gloedvolle welkomsttoespraak. Buiten marcheerden tot laat in de avond de schuttersvendels langs. De vele vuurpijlen die de lucht in werden geschoten gaven zoveel licht dat het wel dag leek.

De Staten-Generaal wilden dat het bezoek niets zou kosten en niet uitbundig werd gevierd. De spaarzaamheid van de Gouden Eeuw ten top

Drie dagen vol uitbundige festiviteiten later was duidelijk dat Amsterdam alles op alles had gezet om de koningin-moeder van het machtige Frankrijk groots te ontvangen.

Het feestelijke bezoek is de geschiedenisboeken in gegaan als een belangrijke symbolische erkenning van de toen nog jonge Republiek. De zeventiende eeuw, voor Nederland de Gouden Eeuw, was net goed op gang gekomen. De koningin-moeder van het machtige Frankrijk maakte een tour door het land dat door de Spaanse koning Filips IV nog werd beschouwd als opstandig gebied.

Met name Amsterdam greep de komst van de koningin-moeder aan voor een staaltje onvervalste citymarketing. Amsterdam was de machtigste en rijkste stad van de Republiek, misschien zelfs wel van de westerse wereld. De Gouden Eeuw was begonnen. Daar waren de stadsregeerders uitermate trots op. Schilders, dichters, architecten, allemaal werden ze ingezet ter meerdere glorie van Amsterdam.

Schilders, dichters en handelaren in de Gouden Eeuw

Eerder dat jaar was de prachtige schouwburg van Jacob van Campen geopend met een opvoering van Vondels toneelstuk Gijsbrecht van Aemstel. Daarin werd de herrijzenis van de machtige koopstad Amsterdam gevierd. Een paar jaar eerder was de Westerkerk opgeleverd, de grootste protestantse kerk ter wereld en een grote bron van trots voor de Amsterdammers.

De intocht van Maria paste naadloos binnen deze uitingen van chauvinisme. Blijde inkomsten, zoals de feestelijke verwelkoming van een vorst in een stad heetten, waren een dankbaar voertuig voor propagandaboodschappen. Zowel de vorst als de gastheer gebruikte intochten om hun goede verhouding te bevestigen. Met de blijde inkomst van Maria liet Amsterdam zien dat de stad een wereldmacht was die op gelijke hoogte stond met koningen en koninginnen.

Het duidelijkst klonk die boodschap in de spectaculaire show op de Amstel, twee dagen na Maria’s aankomst. Het schouwspel was het hoogtepunt van het bezoek.  Hier werd de rijkdom van de Gouden Eeuw pas echt duidelijk. Maria de’ Medici zat in een sloep overdekt en bekleed met de duurste tapijten. Naast haar zat Amalia van Solms, vrouw van stadhouder Frederik Hendrik – zij begeleidde als gastvrouw Maria tijdens haar verblijf in de Republiek.

Terwijl hun boot door de sluis voer, kwam uit de tegenovergelegen sluis Neptunus, zittend in een zeeschelp die werd voortgetrokken door zeepaarden. Daarachter voer Mercurius, god van de handel, in een schip met voorop de stedenmaagd – een duidelijke verwijzing naar de machtige handelspositie van Amsterdam in de Gouden Eeuw.

De dag erna liet Maria zich rondleiden langs de chique winkels in de stad. Ze vroeg zelf naar de prijzen van het porselein en de andere goederen, sprak vriendelijk met de kooplui en dong af als een echte burgervrouw. Daarmee kwam het bezoek ten einde. De volgende dag deed een uitbundig uitgedoste ruiterij haar uitgeleide en keerde ze terug naar Den Haag.

Amsterdam had de culturele elite ingeschakeld om de festiviteiten te bedenken en uit te voeren. Het propagandistische potentieel van de intocht werd ook na afloop grondig uitgemolken. Hoogleraar en schrijver Caspar Barlaeus kreeg de opdracht een verslag te schrijven in het Latijn dat kon dienen als relatiegeschenk, dat in 1639 verscheen.

In datzelfde jaar kwam ook een vertaling uit van het werk door Joost van den Vondel. Barlaeus’ verslag was een grote lofzang op het Amsterdam van de Gouden Eeuw. De beschrijvingen van de festiviteiten vulde hij aan met eigen litanieën. Naar aanleiding van het bezoek van de koningin-moeder aan het Oost-Indisch Huis, het hoofdkantoor van de VOC, schreef hij bijvoorbeeld: ‘De VOC doet en brengt dingen teweeg die niet veel verschillen van de macht van de allergrootste vorsten en koningen.’

Gewestelijke belangen in de zeventiende eeuw

Amsterdam had Maria begroet als een gelijke. De stad presenteerde zich bijna als een soevereine macht. Die boodschap was ook bedoeld voor de Staten-Generaal. Die hadden alle steden juist opgeroepen om de koningin-moeder respectvol, maar sober te ontvangen. Dordrecht, Rotterdam, Den Haag en Haarlem gaven gehoor aan die oproep. Zij verwelkomden Maria de’ Medici ook, maar de festiviteiten waren relatief sober, met plechtige toespraken, een erehaag van schutters, het afschieten van kanonnen en musketten, en luxe diners.

Alleen Amsterdam legde met zijn overdadige ontvangst de oproep van de Staten-Generaal demonstratief naast zich neer. Met de intocht maakten de Amsterdamse burgemeesters duidelijk ze zich niet de wet lieten voorschrijven.

In de particularistische Republiek van de Gouden Eeuw hadden steden en gewesten vaak tegengestelde belangen. Tijdens het bezoek van Maria de’ Medici kwamen die tegenstellingen weer eens op pijnlijke wijze naar voren. De Staten-Generaal wilden liever niet te veel ruchtbaarheid geven aan de komst van de Franse koningin-moeder. Ze zaten behoorlijk met haar bezoek in hun maag.

Maria de’ Medici was namelijk allesbehalve vrijwillig in de Republiek. Ze leefde al jaren in onmin met haar zoon, de Franse koning Lodewijk XIII, en met diens rechterhand kardinaal Richelieu. De afgelopen jaren had ze in ballingschap geleefd in de Spaanse Nederlanden, maar daar was ze niet meer welkom, omdat ze de diplomatieke betrekkingen tussen Frankrijk en Spanje belemmerde. Nu wilde ze via de Republiek naar Engeland, waar haar dochter regeerde als vrouw van koning Karel I.

De Staten-Generaal verkeerden in een moeilijke positie. Frankrijk moest te vriend worden gehouden. Drie jaar eerder was het bondgenootschap tussen Frankrijk en de Republiek tegen Spanje vernieuwd. Een te vriendelijke ontvangst van de in ongenade geraakte Maria zou de Franse machthebbers weleens heel boos kunnen maken. In 1630 was Maria verbannen, nadat was gebleken dat ze een complot had gesmeed tegen Richelieu.

De kardinaal was ervan overtuigd dat Maria nog steeds tegen hem samenspande. Het hielp niet dat de voormalige koningin in de Zuidelijke Nederlanden een entourage om zich heen had verzameld van rebellerende Franse edelen. Publicisten in haar gevolg schreven het ene na het andere pamflet waarin Richelieu werd zwartgemaakt.

Aan de andere kant was Maria verwant aan maar liefst drie koningshuizen. Haar jongere zoon was troonopvolger zolang Lodewijk XIII geen kinderen had, en met hem stond ze wel op goede voet. Twee van haar dochters waren getrouwd met koningen: die van Spanje en Engeland. Het beeld van Maria als moeder van koningen en koninginnen hield ze zelf zorgvuldig in stand. Ze legde er steeds weer de nadruk op dat zij hun positie te danken hadden aan haar bemiddeling en invloed.

Met dit laatste argument overtuigde stadhouder Frederik Hendrik de Staten-Generaal er uiteindelijk van dat ze Maria de’ Medici niet direct vanuit Zeeland naar Engeland moesten laten varen. Ze verdiende het om met meer egards te worden ontvangen, aldus Frederik Hendrik. Schoorvoetend gingen de Staten-Generaal akkoord.

Deze aarzelende houding staat haaks op het bestaande beeld van een trotse Republiek die het bezoek van Maria de’ Medici zag als informele erkenning door een buitenlandse vorst. De Staten-Generaal stelden juist als voorwaarde dat haar bezoek niets zou kosten en dat haar komst niet al te uitbundig werd gevierd. Brieven met die boodschap werden met ijlbodes naar de grote steden gestuurd. De rijkdom van de Gouden Eeuw kwam toch immers voort uit spaarzaamheid?

Amsterdam negeerde deze oproep, omdat het andere belangen had dan de Staten-Generaal. Het bondgenootschap tussen de Republiek en Frankrijk was tegen de zin van Amsterdam gesloten. De belangrijkste stad van de Republiek wilde vrede met Spanje, ook omdat de stad niet langer wilde bijdragen aan de instandhouding van een duur leger. Door de politiek tegenstander van de ongewenste bondgenoot groots te onthalen maakten de burgemeesters duidelijk dat met hen niet te spotten viel. Tegelijkertijd greep de stad Maria’s komst aan om zichzelf te promoten.

Amsterdam was niet de enige stad die het bezoek gebruikte voor promotiedoeleinden. Maria de’ Medici zelf liet ook een uitgebreid verslag schrijven van de tocht door de Republiek. Daarin was een hoofdrol weggelegd voor het bezoek aan Amsterdam. Het pamflet staat vol verwijzingen naar het eerbetoon dat de koningin-moeder ten deel viel, al is duidelijk dat de inkomst in Amsterdam verreweg de uitbundigste was.

De stad Amsterdam refereerde vooral aan Maria als moeder der vorsten, niet als politieke tegenstander. De tweede theaterpoort waar ze de avond van haar inkomst langs reed, toonde Maria als Berecynthia, mythische moeder der goden. Zittend in een triomfwagen, getrokken door vier leeuwen, werd ze geflankeerd door drie nimfen die Frankrijk, Spanje en Engeland voorstelden. Lodewijk XIII en zijn troonopvolger zaten eveneens in de triomfwagen.

Politieke belangen van Maria de’ Medici

Wie alleen de beschrijving van de spectaculaire intocht in Amsterdam leest, zou nooit vermoeden dat de politieke rol van de koningin-moeder bijna uitgespeeld was voordat ze aankwam in de Republiek, die zijn Gouden Eeuw doormaakte. Haar positie in de Zuidelijke Nederlanden was verslechterd. Het Spaanse hof wilde niet langer opdraaien voor de enorme kosten van haar levensonderhoud.

Haar aanwezigheid was diplomatiek gezien een doorn in het oog, en Maria’s gevolg maakte zich ook nog eens schuldig aan braspartijen, complotten en onderlinge intriges. Haar gastheren lieten de koningin-moeder in steeds duidelijker bewoordingen weten dat ze niet meer welkom was.

Eenmaal in de Republiek wist de koningin-moeder al snel Amalia van Solms en Frederik Hendrik voor haar karretje te spannen. Volgens de Franse ambassadeur in de Republiek, die de koningin-moeder in opdracht van Richelieu nauwlettend in de gaten hield, had Maria Amalia helemaal ingepakt met haar vleierijen. De koningin-moeder had een belangrijke troef in handen.

Maria de’ Medici leefde in onmin met haar zoon en kardinaal Richelieu

Ze beloofde zich in te zetten voor een huwelijk van haar kleindochter met de zoon van Frederik Hendrik en Amalia als ze eenmaal in Engeland was. Deze koppelpoging zou uiteindelijk slagen. De stadhouder en zijn vrouw hadden grote ambities: ze wilden de Nassau-dynastie vorstelijke allure geven. Wat was een betere bekroning van die ambitie dan een huwelijk van de erfopvolger met de dochter van de koning van Engeland?

In ruil voor de toezegging van Maria tot bemiddeling stelde Frederik Hendrik de Staten-Generaal voor een afgezant naar Parijs te sturen om te polsen of Lodewijk openstond voor toenadering tot zijn moeder. Weer aarzelden de Staten-Generaal aanvankelijk, en weer gaven ze uiteindelijk toe. Het was een gok die verkeerd uitpakte.

Richelieu en Lodewijk XIII waren woedend dat de Republiek zich mengde in de zaak. De gezant werd direct teruggestuurd, en de Staten-Generaal werd gesommeerd haast te maken met het vertrek van Maria naar Engeland.

In Engeland was de koningin-moeder echter ook niet direct welkom. Haar reputatie was haar vooruitgesneld, en koning Karel I probeerde de financiële strop die haar komst met zich mee zou brengen zo lang mogelijk uit te stellen. Diplomatieke gevoeligheden speelden ook een rol. Zelfs de koningin zag haar moeder liever niet komen. Naar verluidt verzuchtte ze, toen ze hoorde van haar moeders komst: ‘Vaarwel, vrijheid.’

Uiteindelijk kon Karel I haar met goed fatsoen niet langer de toegang weigeren. Na enkele weken uitstel vertrokken Maria en haar gevolg naar Engeland. De Staten-Generaal slaakten een zucht van verlichting. Maar uiteindelijk liftte ook de Republiek mee op het succes van de Amsterdamse intocht.

Nu de directe diplomatieke problemen van haar aanwezigheid niet meer speelden, konden de geschiedschrijvers van de Gouden Eeuw een positievere draai geven aan de komst van Maria de’ Medici. Haar verblijf ging de geschiedenisboeken in als een eervolle gebeurtenis voor de Republiek in de Gouden Eeuw.

Meer weten

De intocht van Maria de’ Medici is in het Latijn beschreven door Caspar Barlaeus in Medicea Hospis (1638). Voor dit artikel is gebruikgemaakt van de vertaling door Joost van de Vondel, getiteld Blyde inkomst der allerdoorluchtighste koninginne Maria de Medicis t’Amsterdam (1639). Het verblijf in de Republiek werd beschreven door Jean Puget de la Serre, die meereisde: Histoire de l’entrée de la reyne mere du roy tres-chrestien, dans les Provinces Unies des Pays-Bas (1639). Een gezaghebbende analyse van de inkomst van Maria in Amsterdam is te vinden in D.P. Snoep, Praal en propaganda. Triumpalia in de noordelijke Nederlanden in de 16e en 17e eeuw (1975). Over de ballingschap van Maria gaat het artikel van Tony Osborne ‘A queen mother in exile. Marie de Medicis in the Spanish Netherlands and England, 1631-41’ in de bundel van P. Mansel en T. Riotte (red.), Monarchy and Exile (2011).

Maria de’ Medici

Wandel net als Maria de’ Medici door de wereldstad die het zeventiende-eeuwse Amsterdam was met een speciale plug-in van Google Earth.

Maria was de grootmoeder van de Zonnekoning. Ontdek de flamboyante Lodewijk XIV en lees bijvoorbeeld een artikel over zijn militaire ambities of kijk een documentaire over Versailles.

Afbeelding: Maria de’ Medici door Peter Paul Rubens (1622).