Home Alexandrië – Edmund Richardson

Alexandrië – Edmund Richardson

  • Gepubliceerd op: 27 juli 2021
  • Laatste update 04 aug 2021
  • Auteur:
    Jeroen Vullings
  • 3 minuten leestijd
Alexandrië – Edmund Richardson

Het leven van de negentiende-eeuwse ontdekker van Alexandrië is grotendeels een mysterie. Zelfs zijn naam was een dekmantel. Toch weet biograaf Edmund Richardson veel van zijn avonturen te reconstrueren.

De titel Alexandrië. De zoektocht naar een verdwenen stad is natuurlijk een noodgreep. ‘Alexandrië’ was eeuwenlang verdwenen en werd in 1833 teruggevonden door de Engelse archeoloog Charles Masson. Maar het boek van Edmund Richardson gaat meer over de ontdekker dan over het ontdekte. Het leest als een biografie van Masson. Daar zijn goede redenen voor: deze pionier, die in de negentiende eeuw de sporen van Alexander de Grote volgde in Afghanistan, als eerste westerling het verdwenen Alexandrië terugvond, het British Museum verrijkte met talloze daar aangetroffen kunstschatten en relicten, is zélf namelijk vrijwel verdwenen uit de geschiedenis. Bovendien was zijn leven een groot mysterie.

Wie was Charles Masson? Zeker niet de heer uit Kentucky voor wie hij zich uitgaf; zijn plat-Londense accent paste daar al slecht bij. Hij kwam in Engeland ter wereld als James Lewis, een dubbeltje dat een kwartje wilde worden en daarom dienst nam bij de Britse Oost-Indische Compagnie. In India marcheerde hij voornamelijk in de brandende zon; ook nam hij deel aan gewapende strijd. Rijker werd hij er niet van. Alleen de officieren profiteerden, niet de haveloze ‘dubbeltjes’.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Op zeker moment deserteerde hij. Daarna doorkruiste hij barre landschappen op weg naar Afghanistan, werd beroofd, mishandeld, bijna slaaf gemaakt, leed honger en dorst, werd ziek, ontmoette schurken, westerse avonturiers, huurlingen en krankzinnigen.

Waarom deserteerde hij? Dat blijft ongewis. Sowieso leest Alexandrië als de biografie van een man zonder plan. Masson deed maar wat en het pakte goed uit – voor de archeologie. Niet zozeer voor Lewis, want toen hij naam maakte als selfmade archeoloog werd zijn ware identiteit verraden aan de Oost-Indische Compagnie, die hem daarna zonder scrupules chanteerde en als spion inzette.

Al tegen het slot van het eerste hoofdstuk (na de desertie) schrijft Richardson: ‘Best een goed verhaal. Al moet ik er meteen bij zeggen: zoals zoveel verhalen over Charles Masson is het misschien niet helemaal waar.’ Zo deserteerde Lewis samen met een andere soldaat, over wie hij zwijgt in zijn verslag. Waarom? Al bijna tweehonderd jaar blijft Charles Masson in nevelen gehuld. Veel geheimen nam hij mee in zijn naamloze armengraf in Engeland, in 1853. Maar Richardson heeft hem als biograaf in deze adembenemende hommage grandioos op zijn hielen gezeten.

Jeroen Vullings is criticus.

Alexandrië. De zoektocht naar een verdwenen stad

Edmund Richardson

394 p. Hollands Diep, € 24,99