De ontdekking van proteïne zorgde eind negentiende eeuw ook al voor een ware hype. Net als nu werd de verkoop van eiwitpoeder aangejaagd door reclames, schreeuwende productverpakkingen en geblokte influencers, schrijft journalist Laurens Bluekens.
Doordat arbeiders tijdens de Industriële Revolutie van het platteland naar de stad trokken, hadden zij plotseling geen tijd meer om in hun eigen voedsel te voorzien. Een eiwitrijk dieet met houdbare ingrediënten werd daardoor belangrijker: een proteïnerijk voedselpatroon moest arbeiders fit maken voor het werk in de fabriek. In 1847 zou een man per dag een ons proteïne nodig hebben, was de schatting. Tegenwoordig geldt de aanbeveling van ongeveer de helft.
Al snel na de ontdekking van proteïne in de achttiende eeuw werd de voedingsstof ook buiten academische kringen omarmd. Ondernemers beweerden dat hun eiwitrijke producten goed waren voor arbeiders: zo verkocht de Duitser Justus von Lievig kookboeken en maakte hij advertenties voor ‘gezonde’ eiwitrijke voeding. Eind negentiende eeuw kwamen de eerste eetbare eiwitpoeders op de markt en was de proteïnehype geboren.
In het Verenigd Koninkrijk streden twee concurrenten om de eiwitmarkt: Plasmon en Emprote. Beide fabrikanten richtten zich op de sportieve mannelijke consument, want sportende of zwetende vrouwen golden als aanstootgevend. De oprichter en het boegbeeld van Emprote was de Britse tennisspeler Eustace Hamilton Miles, terwijl Plasmon de spierbundel Eugen Sandow reclame liet maken. In onderstaand artikel leest u hoe deze bodybuilder met zijn imperium van fitnesscholen een eiwit-influencer avant la lettre werd en hoe proteïne, mannelijke kracht en vlees in de publieke verbeelding onlosmakelijk met elkaar verbonden raakten.
Foto: Eugen Sandow laat een nieuwe pose zien in zijn Magazine of Physical Culture, 1902. Foto via Wikimedia Commons.
