Home Brieven: Fortuyn verdient zijn uitverkiezing

Brieven: Fortuyn verdient zijn uitverkiezing

  • Gepubliceerd op: 7 december 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Mat Herben

Historici hekelden het historisch besef van degenen die hun stem uitbrachten op Pim Fortuyn. ‘Als Pim Fortuyn objectief de grootste Nederlander zou zijn, dan zou Nederland een land van debielen zijn en dat is het toch niet,’ zo maakt H.W. von der Dunk een aanvechtbare vergelijking.


Helaas voor hem: geschiedschrijving is geen exacte wetenschap en historici zijn allerminst de objectieve wetenschappers die ze pretenderen te zijn. Veel spraakmakende historici zijn subjectieve ideologen die niet in staat zijn het heden op ‘de juiste historische wijze’ te beoordelen. Die ‘juiste wijze’ houdt in het noodzakelijke evenwicht te vinden tussen betrokkenheid en distantie, zoals geformuleerd door de socioloog Norbert Elias. Dat evenwicht is bij mensen als Van der Dunk en Maarten van Rossem volledig zoek.

Ook in omringende landen zagen we dat de kiezers vooral keken naar de contemporaine geschiedenis. De keus voor Adenauer was in Duitsland omstreden: Was deze politicus groter dan Einstein, Goethe, Luther of Bach? De discussie in Engeland vertoonde treffende gelijkenis met die in ons land. Was Churchill (lees: Fortuyn) groter dan Newton (Anthonie van Leeuwenhoek), Shakespeare (Erasmus), Elizabeth de Grote (Willem van Oranje) of Nelson (De Ruyter)? Het Nederlandse stemgedrag wijkt helemaal niet af, vooropgesteld dat je in staat bent over je subjectieve politieke mening heen te stappen.

In zijn boeiende boek Het regime van de tijd beschrijft de Amsterdamse hoogleraar sociologie Johan Goudsblom de functie van het fenomeen tijd, dat werkt als een geweten. Dat begon al met de uitvinding van de zonnewijzer, die de maag verdrong als signaal om te gaan eten. Elke tijd meet zijn verleden met het heden. Daarom drukken de grote figuren die ons zijn voorgegaan terecht hun stempel op ons oordeel. In die zin zijn de politicus Drees, de geleerde Erasmus als de voorvechter van gewetensvrijheid en Willem van Oranje, die zijn leven heeft gegeven voor wat uiteindelijk Nederland zou worden, de wegbereiders voor Pim Fortuyn geweest.

De genoemde kenmerken van deze grote drie zijn verenigd in de eigentijdse persoon Fortuyn. Het is zijn veelzijdigheid die mij en veel burgers aanspreekt. Uitblinkers op één terrein – zoals Rembrandt, Newton of Bach – zullen altijd afvallen. Het blijft appels met peren vergelijken, daarom hecht ik ook geen absolute betekenis aan de uitslag. Een tweede of derde plaats is ook eervol. Sterker, ik hoop dat Pim Fortuyn over 25 jaar van de eerste plaats is verdrongen, want ik gun iedere generatie een inspirerend politicus als Pim Fortuyn. Met zijn analyse heeft Fortuyn de agenda voor de toekomst bepaald. Hierin ligt zijn grote betekenis, niet bij de inschatting of hij zelf een goede premier zou zijn geweest.

Van Rossem komt in zijn misprijzen niet verder dan een badinerende vergelijking van de LPF met de Boerenpartij. Alsof de politieke invloed van de Boerenpartij te vergelijken zou zijn met die van de LPF, welke partij een belangrijke invloed heeft gehad op de totstandkoming van het Strategisch Akkoord en nog wekelijks beslissend is bij stemverhoudingen in het parlement. Alsof onze samenleving niet tot in haar wortels is geraakt door de opkomst en ondergang van Pim Fortuyn. Zeker na de moord op Theo van Gogh en alle maatschappelijke commotie die daarna ontstond, zou ik iets meer begrip hebben verwacht voor de historische rol die Fortuyn en de LPF in 2002 hebben gespeeld.

Het was Frits Barend die mij er op die historische avond van 6 mei 2002 telefonisch op attendeerde dat het land in rep en roer raakte, waarna ik RTL-4 verslaggever Roelof Hemmen vroeg mij buiten het partijkantoor op de monitor de beelden te laten zien. Dat overtuigde mij ervan dat het nodig was om door te gaan met de LPF, omdat naar mijn mening deelname aan het democratisch proces de enige manier was om maatschappelijke onrust te kanaliseren.

Ik heb mij afgevraagd wat er zou zijn gebeurd als we op het verzoek van de familie hadden afgezien van verkiezingsdeelname, of erger nog, als we ons door onze verontwaardiging hadden laten verleiden tot een oproep tot maatschappelijk verzet. De commotie die dan zou zijn ontstaan, zou misschien historische, ja Troelstra-achtige proporties kunnen hebben gehad. Stof voor historici, dat wel, maar een schande voor de reputatie van Pim Fortuyn, voor wiens eerherstel ik mij blijf inzetten.

Fortuyn was een democraat in hart en nieren die het land uit de greep van regenten wilde verlossen en teruggeven aan de burger, die opkwam voor de vrijheid van meningsuiting, voor de emancipatie van vrouwen en homo’s, die opkwam voor Nederland. Toen hij door Leefbaar Nederland als lijsttrekker werd afgezet, omdat hij geen doekjes wond om het fundamentalistisch-islamitische gevaar, sprak hij de gedenkwaardige woorden: ‘Ik sta voor dit land dat in vijf, zes eeuwen is opgebouwd.’ Fortuyn was er trots op Nederlander te zijn en verdiende daarom zijn uitverkiezing.

De Nederlandse samenleving is Pim Fortuyn grote dank verschuldigd, omdat hij de verworvenheden van de moderne Westerse samenleving op overtuigende wijze wist te formuleren. Er is voor de oppervlakkige waarnemer immers nog maar weinig wat ons bindt. Zelfs God en Oranje niet. De maatschappij is geseculariseerd. We zijn de verzuiling voorbij, of preciezer gezegd: de verzuiling bestaat alleen nog in politieke partijen en in de omroepen.

De moderne burger herkent zich niet langer in het links-rechtsdenken. Politieke denkbeelden uit de negentiende eeuw, zoals liberalisme en socialisme, zijn uitgewerkt. Pim Fortuyn identificeerde de kernwaarden van de moderne Westerse samenleving, zoals de scheiding van kerk en staat, de parlementaire democratie, de gelijkwaardigheid van man en vrouw, van homo en hetero, de vrijheid van meningsuiting, individuele verantwoordelijkheid én gemeenschapszin. Deze kernwaarden lijken vanzelfsprekend, maar zijn in hun beschreven eenvoud even geniaal als de muziek van Mozart. Ze kregen een ongehoorde actualiteit in de confrontatie met het islamitisch-fundamentalisme.

Het stemt mij tot tevredenheid dat politici als Wouter Bos en Jozias van Aartsen de betekenis van Fortuyn erkennen. We vinden het begrip ‘kernwaarden’ zelfs terug in het nieuwe PvdA-beginselprogramma. Nu de historici nog.

De burger beseft beter dan deskundigen dat in 2002 geschiedenis werd geschreven. Historici menen die gebeurtenissen vanuit hun studeerkamer te kunnen beoordelen met slechts de heilige drie-eenheid van NRC, NOS en NOVA als informatiebron. Tot dusver heeft alleen de Leidse politicoloog Jouke de Vries bijvoorbeeld de moeite genomen mij te interviewen over wat ons bewoog en wat er werkelijk gebeurde in 2002. Kennelijk is verhalende geschiedschrijving op basis van schriftelijke én orale bronnen in Nederland nog niet geaccepteerd. Althans niet als het gaat om een persoon die men snel naar de mestvaalt der geschiedenis wil verwijzen.

Een historicus als Georges Duby is er in Nederland niet. Ik ga ervan uit dat toekomstige generaties historici met meer inlevingsvermogen en distantie over Fortuyn zullen oordelen dan de hedendaagse. De tijd zal het leren.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.