Home TIJDSCHRIFT: Onvoltooid verleden

TIJDSCHRIFT: Onvoltooid verleden

  • Gepubliceerd op: 7 februari 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Wim Berkelaar

‘Mijn grootste talent is “the art of making enemies”. Ik ben alleen tot arbeid in staat, tactiek en diplomatie zijn me vreemd. Ik kan iemand zelfs geen doosje lucifers aanpraten.’ Dat schreef Kees de Dood (1892-1965). Wie was deze man met die opmerkelijke naam? Een duizendpoot: journalist, schrijver, vertaler en ook nog gemeenteraadslid van Amsterdam. De Dood is volstrekt in de vergetelheid geraakt – een lot dat hij met meer schrijvers gemeen heeft. Jeroen Brouwers heeft eens opgemerkt dat de uitdrukking ‘wie schrijft, die blijft’ een mythe is: de meeste schrijvers worden totaal vergeten, hoe groot hun oeuvre ook is.

Gelukkig zijn er (literatuur)historici die zo’n schrijver even aan de vergetelheid ontrukken. Dat heeft Bart Hageraats in het geval van Kees de Dood gedaan in Onvoltooid verleden(2000/10). De Dood, zoon van een Amsterdamse verffabrikant, ging filosofie studeren, volgde enkele colleges van de roemruchte Bolland maar stopte na zijn kandidaats. Hij werd journalist bij het socialistische dagblad Het Volk en schreef enkele maatschappijkritische romans, waaronder De wreedheid van Johan Krene (1930). Daarin wordt een kantoorklerk zo getreiterd door zijn directeur dat hij een mislukte poging doet zijn chef te vermoorden. De meeste aandacht kreeg De Dood toen hij als Amsterdams gemeenteraadslid in 1933 overstapte van de SDAP naar de CPH. Hij vond dat de SDAP te slap reageerde op de machtsovername door Hitler in Duitsland. Zijn stap baarde veel opzien, omdat De Dood kort tevoren nog hevig had geageerd tegen de communisten.
        De Dood is niet de enige marginale figuur die in de kolommen van Onvoltooid verleden figureert. De theoloog en socioloog Herman Noordegraaf, die al zijn hele leven schrijft over het merkwaardige slag volk dat zich ‘christensocialisten’ noemt, portretteert dominee J.W. Kruyt. Deze hervormde predikant was aanvankelijk een felle antimilitarist en bevriend met de bekende christenanarchist Bart de Ligt. Maar na de Russische Revolutie trad een verwijdering op tussen de twee vrienden. Kruyt was na een rondreis in 1920 namelijk laaiend enthousiast teruggekeerd uit de Sovjetunie. Hij meende dat de Revolutie met geweld moest worden verdedigd tegen ‘de kapitalisten’ – een argument dat nadien door fellowtravellers over de gehele wereld nog veelvuldig zou worden gebruikt.
        Nog meer marginalen: de Rotterdamse activist Gerrit Sterkman (1901-1980). Sjaak van der Velden schrijft zijn levensbericht.Van der Velden was in de jaren zeventig lid van de beruchte sekte Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland (marxisties-leninisties) – zoals de club voluit en in de destijds gangbare spelling heette. Hij leerde Sterkman kennen, nadat die de overstap had gemaakt van de CPN naar de KEN (ml). Wat zal de door studenten beheerste KEN(ml) blij zijn geweest met Sterkman. Een echte arbeider in de gelederen! Maar de vreugde was van korte duur: studentikoze blaaskaken uit het rode bolwerk Nijmegen achtten arbeider Sterkman anno 1972 niet in staat een lezing te geven, waarop hij het voor gezien hield. In het buitenland (de RAF in Duitsland) was extreem links in de jaren zeventig levensgevaarlijk, maar in Nederland was het altijd lachen geblazen om deze fanatici.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.