Home Tijdschrift

Tijdschrift

  • Gepubliceerd op: 22 september 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Wim Berkelaar

Los nummer: euro 27,50. Tel. 024-36 02 294  

De Nederlandse republiek in de zeventiende en achttiende eeuw had een grotere persvrijheid dan de omringende koninkrijken. Er is wel gedacht dat hier alles maar kon worden gezegd en geschreven. Zo was het niet, schrijft Joop Koopmans in een artikel in het Jaarboek voor Nederlandse boekgeschiedenis (2004/11).



Veel van wat in de Republiek werd geschreven, was gericht tegen regeringen van de buurlanden. Dat konden de regenten in de Gouden Eeuw nog wel verdragen: toen verkeerde de Republiek op het toppunt van haar macht en kon ze zich lastige scribenten veroorloven. 

Maar in de achttiende eeuw was het met die macht gedaan en moest het land rekening houden met de buren – in de eerste plaats met Frankrijk. Dat land klaagde regelmatig over drukwerk uit de Republiek. Zo werden er in 1719 vier anonieme pamfletten verboden die de Franse regering op de korrel namen. Na een klacht van de Franse ambassadeur greep raadspensionaris Anthonie Heinsius in. 

Angst voor Frankrijk leidde soms ook tot preventieve censuur. In 1739 stond een kritische biografie op stapel over kardinaal Fleury, eerste minister van Frankrijk. Het boek werd nooit gepubliceerd. Toch slaagde de censuur er niet in alles tegen te houden wat in deze tijd over de machtige kardinaal dreigde te verschijnen. De Nederlandse ambassadeur in Parijs, Abraham van Hoey, deed een weinig vleiend boekje open over de eerste minister. Het leidde tot een verscherping van de censuur: vanaf dat moment moest voor elke uitgave toestemming worden gevraagd bij de stadsregering. 

Maar niet alleen boeken en pamfletten over hooggeplaatste personen werden door de censuur getroffen. Soms werd ook hun eigen werk verboden. Dat overkwam de Pruisische koning Frederik de Grote, wiens Poësies diverses in 1760 als godslasterlijk werden veroordeeld.     In latere decennia raakte het Pruisische hof verbonden met de Nederlandse stadhouder Willem V, die getrouwd was met de nicht van Frederik. Het leidde ertoe dat Pruisen zich begon te bemoeien met de censuur en een verbod eiste op een pamflet waarin de stadhouder werd voorgesteld als geadopteerd kind.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.