Home Stelling: ‘In de jaren zeventig werd op terrorisme verstandiger gereageerd dan tegenwoordig’

Stelling: ‘In de jaren zeventig werd op terrorisme verstandiger gereageerd dan tegenwoordig’

  • Gepubliceerd op: 27 januari 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maurice Blessing

Anton van Hooff
Voormalig hoofddocent klassieke geschiedenis aan de Universiteit Nijmegen

‘Ik zie niet in waarom overheden nu verstandiger op terrorisme zouden reageren dan in de jaren zeventig. De reacties van de Duitse overheid op de terreuracties van de Rote Armee Fraktion (RAF) in die tijd waren hysterisch. In plaats van zich te verdiepen in de beweegredenen van de beweging en een deel van de voedingsbodem weg te nemen, beperkte de overheid slechts de burgerlijke vrijheden. Telefoons werden afgeluisterd en burgers werden aangemoedigd elkaar te besnuffelen. Dit is te vergelijken met de hysterie van de huidige War on Terror.

Het terrorisme van de RAF, en gelijktijdige terreurgroepen als de Brigate Rosse in Italië en de Weathermen in de Verenigde Staten, vormde de uitwassen van linkse studentenprotesten. Zij ageerden tegen de oorlog in Vietnam, het kapitalisme en de gevestigde orde in het algemeen. In Duitsland kwam daar nog de verontwaardiging bij over de vele oud-nazi’s die hoge posten bekleedden bij de overheid.

Deze groepen werden enkel met repressie bestreden. Ze verdwenen pas voorgoed toen hun achterban door allerlei maatschappelijke en politieke veranderingen oploste. Het huidige islamistische terrorisme vindt zijn wortels in de gevoelens van diepe vernedering in de moslimwereld. Daaraan moet worden tegemoet gekomen. Repressie alleen zal nu dan ook geen succes hebben.’

Ruth Oldenziel
Amerika-deskundige en hoogleraar aan de Technische Universiteit van Eindhoven

‘De wijze waarop de Nederlandse overheid het terrorisme nu benadert is volstrekt anders dan in de jaren zeventig. Toen was er veel minder sprake van een ideologische tegenstelling tussen “wij” en “zij”. De terroristen van de RAF en de Molukse en Palestijnse groeperingen werden beschouwd als losgeslagen individuen, die streden voor linkse idealen die als zodanig wel op sympathie in de samenleving en de politiek konden rekenen. In het geval van de Molukse strijd speelden bovendien ook nog postkoloniale schuldgevoelens mee.

De Nederlandse overheid reageerde daarom op de Molukse acties niet met maatregelen die op de Molukse gemeenschap als geheel waren gericht. Men trachtte de radicale jongeren te isoleren van de meer gematigde, oudere generatie Molukkers door toenadering tot de laatsten te zoeken. De aanpak was dus eerder pragmatisch dan ideologisch.

De regering-Balkenende heeft zich echter sterk laten beïnvloeden door Bush’ ideologisch geïnspireerde War on Terror. Het gevolg is dat ook de Nederlandse terrorismebestrijding nu wordt beschouwd als een ideologische strijd ter verdediging van de kernwaarden van onze samenleving. Dit zie je terug in alle recente pogingen tot canonisering van ons verleden, en de heilloze discussie over wat deze Nederlandse kernwaarden nu precies inhouden.’

James Kennedy
Hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam

‘Ik denk dat je wel kunt zeggen dat er toen verstandiger op het terrorisme werd gereageerd. Ook in de jaren zeventig was de Nederlandse bevolking decennialang niet met terreur geconfronteerd geweest. Ook toen waren de mensen onthutst. Maar toch waren de reacties in Nederland op de opkomst van de Molukse dreiging betrekkelijk nuchter. Ook al waren er doden gevallen.

Er werd gediscussieerd over de vraag hoe hard er moest worden opgetreden en welke bevoegdheden de inlichtingendiensten hadden. In de samenleving bestond aarzeling om bepaalde maatregelen, zoals strenger toezicht door de veiligheidsdiensten en het inzetten van infiltranten, door te voeren. Bovendien werden de acties van buitenlandse terreurgroepen als de RAF, ETA en IRA beschouwd als nationale perikelen die lokaal opgelost moesten en konden worden.

Momenteel wordt de terroristische dreiging als veel groter gezien. Dit komt mede doordat die niet langer als een nationaal probleem wordt beschouwd, maar als onderdeel van een wereldwijde – en daardoor veel fundamentelere – dreiging. Er is ook minder geloof in een succesvolle bestrijding. En omdat men het gevoel heeft de zaak niet in de hand te hebben, worden er minder serieuze discussies gevoerd over de grenzen van de maatregelen. Terreurbestrijding is onderdeel geworden van onze way of life.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.