De ene locatie is te sterk verbonden met het Franse koningshuis, de andere roept te veel associaties op met Napoleon. Net als Nederland wil Frankrijk een museum bouwen voor de vaderlandse geschiedenis, en net als hier is het geen sinecure een geschikte plek te vinden.
In één opzicht is de zoektocht in Frankrijk aanzienlijk eenvoudiger: la province (alles buiten Parijs) valt af. ‘Het museum van de Franse geschiedenis moet in de regio Parijs staan, want daarvandaan is de nationale eenheid opgebouwd,’ aldus historicus Max Gallo. Bovendien vindt president Nicolas Sarkozy dat alle schoolklassen in Frankrijk een bezoek aan het toekomstige museum moeten brengen, waardoor eveneens transportknooppunt Parijs de meest logische keuze is.
Binnen Parijs vielen de locaties een voor een af, vooral omdat ze te zeer gelieerd waren aan een bepaald aspect van de geschiedenis. In het Hôtel des Invalides bevindt zich de tombe van Napoleon en het herbergt bovendien al vier musea. Het paleis van Versailles herinnert aan de Zonnekoning, en dat van Fontainebleau is ook al een symbool van de monarchie.
De beste kanshebber lijkt op dit moment het kasteel van Vincennes, van oorsprong een middeleeuws fort, bij de eindhalte van metrolijn 1 net buiten Parijs. Een museum op deze plek zou een goede impuls betekenen voor de oostzijde van de stad, die minder rijk is bedeeld met monumenten en publiekstrekkers dan het westen. Outsider is het Ile Séguin, een eiland in de Seine waar vroeger Renault-fabrieken stonden.
Maar de locatie is niet het enige probleem. De komst van het nationale geschiedenismuseum is niet los te zien van het debat over de Franse identiteit dat Sarkozy vorig jaar heeft gelanceerd. Veel historici zijn sceptisch en vrezen dat bepaalde historische perioden onderbelicht zullen blijven, zoals het collaboratieregime in Vichy of de koloniale tijd.
En, zo vragen ze zich af, waar begint de Franse geschiedenis? Bij Vercingetorix, die een aantal Gallische stammen verenigde en door de Romeinen werd verslagen bij Alesia? Bij Clovis, die zich bekeerde tot het katholicisme? Of pas later, toen het rijk van Karel de Grote uiteen was gevallen?
Historicus Alain Decaux begrijpt in het geheel niet waarom Parijs een geschiedenismuseum nodig zou hebben: ‘Ik zie er het nut niet van in, simpelweg omdat Parijs een immens museum voor de Franse geschiedenis is.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees