Home Neonazi’s

Neonazi’s

  • Gepubliceerd op: 15 september 2000
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Gerard Mulder

Als nog altijd walmend uitlaatgas van een inmiddels gesloopte auto is de enige erfenis van ruim veertig jaar ‘socialistische’ opvoeding het geweld van neonazi’s in de voormalige DDR. Dat roept de vraag op naar de ware oorsprong van het nationaal-socialisme in Duitsland. Immers, de ook in Nederland populaire verklaringen voor de gestaag groeiende terreur van gespuis in de neuen Bundesländern – de hoge werkloosheid in Oost-Duitsland en de achterstelling bij West- Duitsland – zijn een beetje te geroutineerd, vind ik althans. Hetzelfde geldt voor de gangbare antwoorden op de vraag waarom het nazisme in de jaren dertig zo snel voet aan de grond kreeg in de toenmalige Duitse republiek. Ik zal zeker niet ontkennen dat de economische wereldcrisis, de rancune over de gevolgen van een verloren wereldoorlog en het gebrek aan democratische traditie een rol hebben gespeeld, maar dat is volgens mij nog steeds niet de kern.

        Mochten historici zich geroepen voelen die kern te gaan zoeken, dan is de maatschappij binnen de vroegere grenzen van de DDR een belangrijk onderzoeksgebied. Het verdwijnen van de communistische dictatuur was als het openen van een luchtdichte deur. Daarachter lag de samenleving er ongeveer zo bij als ze was aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. De Oost-Duitsers kunnen vóór de val van de Muur nog zo veel naar het Westfernsehen hebben gekeken, de vraag is of dat in wezen iets heeft uitgemaakt.
        Als de neonazi’s tussen Elbe en Oder iets hebben bewezen, is het wel dat veertig jaar nadrukkelijk ‘antifascistische opvoeding’ in de DDR geen sporen heeft nagelaten. Uit tal van reportages over de jonge racisten blijkt dat zij zich stilzwijgend gesteund voelen door hun ouders en buren wanneer zij gekleurde asielzoekers of anderszins ‘afwijkende’ voorbijgangers aftuigen of zelfs doodschoppen. Zoals een Duitse politieman in een recente reportage in de Volkskrantover dit fenomeen zei: ‘We hebben geen invloed op wat er aan de keukentafel wordt overgedragen.’
        De onderzoekende historici dienen dus het gesprek te zoeken met de ouders en vooral de grootouders van de skinheads wier daden we nu dagelijks in de media terugvinden. Wat zullen deze gesprekken opleveren? In eerste instantie een impressie van mensen die niets van de gebeurtenissen om zich heen in de laatste halve eeuw hebben begrepen, is mijn verwachting. In hun woorden zal, heel begrijpelijk, een grote verongelijktheid doorklinken over de wrede poetsen die het lot hun heeft gebakken. In de provinciestadjes in Brandenburg en Mecklenburg – in grote steden als Dresden en Leipzig zal het iets langer hebben geduurd – was het vooroorlogse contact met de werkelijkheid al verbroken door de propagandamachine van Goebbels. Toen raasde de desinformatie van de oorlog er nog eens overheen, meteen gevolgd door vijfenveertig jaar leugens en bedrog van de rode leiders Walter Ulbricht en Erich Honecker.
        Onvermijdelijk zullen historici zich gaandeweg verbazen over het grote aantal verknalde en verwrongen levens onder hun gesprekspartners, meestal een mengeling van eigen schuld en de druk van de omstandigheden. Twee factoren zullen eruit springen, is mijn these. De ene is de behoefte een zondebok te zoeken voor alles wat is misgegaan. En de andere, de belangrijkste naar mijn mening, is het permanente gevoel te worden bedreigd, zowel vroeger als nu. In mijn volgende column zal ik die laatste factor verder uitwerken.
Gerard Mulder

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.