Home Mijn verhaal: De treinramp bij Harmelen

Mijn verhaal: De treinramp bij Harmelen

  • Gepubliceerd op: 26 maart 2002
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Martine Postma
  • 4 minuten leestijd
Mijn verhaal: De treinramp bij Harmelen

Op 8 januari 1962 voltrok zich bij Harmelen de grootste treinramp uit de Nederlandse geschiedenis. De sneltrein uit Groningen en Leeuwarden knalde om 9.19 uur op een stoptrein naar Amsterdam. Er vielen 93 doden en 52 gewonden. Een van die gewonden was de toen 28-jarige Coos Haak uit Zuidlaren.

‘Ik moest die dag naar Delft, voor een cursus low cost automation; ik was technicus bij melkbussenfabrikant Van Wijk & Boersma. Het was hartstikke mistig die ochtend, je zag geen hand voor ogen. Met onze overbuurman, die naar Utrecht moest, had ik overlegd: “Joop, wat doen we? Gaan we met de auto of nemen we de trein?” We kozen voor de trein, want die was “veilig, vlug en voordelig”.
        
Na Utrecht reisde ik alleen verder. Opeens voelde ik dat de trein heel hard remde. O god, dacht ik, en van schrik deed ik mijn ogen dicht. Toen ik ze weer opendeed, lagen er mensen op mij en lag ik op mensen. Ik zag losse ledematen, een los hoofd, een vrouw met de borst helemaal open. Ik realiseerde me niet dat al die mensen dood waren. Ik dacht alleen: ik moet hieruit.
        

‘Dat vond ik het ergste van het hele ongeluk: die stilte. Zo onheilspellend’

Op handen en voeten kroop ik naar buiten. Op de spoordijk was het doodstil. Dat vond ik het ergste van het hele ongeluk: die stilte. Zo onheilspellend. Het duurde twee, drie minuten, en daarna kwam het gekrijs en gegil los; ook de mannen loeiden als stieren.
        
Ik weet nog dat ik de kabels van de trein op de grond zag liggen en dat ik dacht: overheen stappen, niet erop stappen. Ik was heel helder. In mijn hoofd herhaalde ik telkens: straks eerst mijn vrouw bellen. Want ik had in dienst geleerd dat je een shock kon voorkomen door constant ergens aan te denken.
        

Rode Kruis

Na een kwartier of zo kwam het Rode Kruis met koffie, en nog wat later kwamen ambulances over de spoordijk aangehobbeld. Verrekte vlot voor mijn gevoel. Ik werd als een van de eersten op een brancard gelegd.
        
Toen ik in het Diaconessenhuis in Utrecht bijkwam uit de narcose, stond Joan aan mijn bed. Dat was heerlijk; toen dacht ik: nu komt alles goed. Mijn enkel- en kniegewrichten waren uitgerekt – waarschijnlijk had ik vastgezeten onder een bank -, mijn ribben waren gekneusd, mijn wang lag helemaal open en mijn rechteroor was weg.
       

‘Psychologische begeleiding had je niet; het systeem was: relativeren, erom lachen en doorgaan’

Ik heb een week in het ziekenhuis gelegen. Met niemand over het ongeluk gepraat. Psychologische begeleiding had je niet; het systeem was: relativeren, erom lachen en doorgaan. Pas thuis drong alles tot me door. De eerste nacht hebben we samen aan één stuk door gebruld.
        
De weken daarna waren we een soort nationaal bezit. Mensen waren toen schaamtelozer dan nu; iedereen wilde die man met dat ene oor zien. We werden gek van alle aandacht. Maar het kwam niet in ons op om te zeggen: “Nu even niet.” Toen belde de vrouw van onze huisarts mijn vrouw op. Ze vroeg: “Hoe is het met u?” Mijn vrouw reageerde verbaasd: “Ík heb toch geen ongeluk gehad?” “Nee,” zei die vrouw, “maar hoe is het nou met ú?” Dat was ons traumateam.
        

Uitkering

Na een maand kwam er een groepje controlerend geneesheren langs, die moesten beoordelen of ik nog in aanmerking kwam voor een uitkering. Ze begonnen meteen formulieren in te vullen: punt A, punt B. Punt D was: “Heeft u nog naar uw oor gezocht?” Want ik was het dan weliswaar kwijt, maar ik moest wel verantwoorden waar het was gebleven. Zo’n tijd was het: zo ambtelijk, zo zakelijk. Tact werd totaal niet belangrijk gevonden.
        
Ik heb een tijdje een kunstoor gehad, dat vastzat aan een bril. Maar mijn vrouw zei: “Ik vind het zonder oor veel mooier.”
        
We hebben het ongeluk helemaal met z’n tweeën verwerkt. Van de Spoorwegen kregen we 4500 gulden smartengeld. Daar hebben we onze eerste Volkswagen Kever voor gekocht, en een radio. Die doet het nog steeds.”

In ‘Mijn verhaal’ vertelden lezers over een historische gebeurtenis waarbij zij betrokken waren.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Nieuws

Zeventiende-eeuwse jongen kreeg Staten-Generaal als peetouder

In 1668 kreeg een baby, de zoon van de graaf en gravin van Bentheim, een opmerkelijke voornaam. Het jongetje werd ‘Statius’ gedoopt, een afgeleide van het woord ‘Staten’. De Staten-Generaal van de Nederlandse Republiek waren namelijk peetouder van het kind. En zij hadden om die naam gevraagd.  Het was een opmerkelijke gang van zaken, want...

Lees meer
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Interview

‘Met Mark Rutte zocht ik naar de resten van Van Oldenbarnevelt’ 

Ronald van Raak ging op onderzoek onder het Binnenhof. Hij vertelt over zijn historische sensatie: ‘In mijn goede pak kroop ik door het stof.’ Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?  ‘Die heb ik zeker ervaren tijdens een koude januarinacht in 2019, het hagelde, toen ik met Mark Rutte afdaalde in de...

Lees meer
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Artikel

Lída Baarová: de onmogelijke liefde van Joseph Goebbels 

Rijkspropagandaminister Joseph Goebbels raakt zo verliefd op de Tsjechische actrice Lída Baarová dat hij er met haar vandoor wil. Het komt er niet van, en Baarová betaalt een hoge prijs voor de affaire. ‘Geen van mijn films is zo dramatisch geweest als mijn leven.’  Haar moeder pusht Lída (1914-2000) en haar zus Zorka Janů al...

Lees meer
Allegorie Willem I
Allegorie Willem I
Beeldessay

Het regent koninklijke lintjes, een onderscheiding die Willem I invoerde

Koning Willem I doet zijn best het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden op te stoten in de vaart der volkeren. Toch verliest hij de helft van zijn land. Op 30 november 1813 landt Willem Frederik van Oranje na een ballingschap van 19 jaar op het strand van Scheveningen. Twee dagen later wordt hij uitgeroepen tot soeverein...

Lees meer