Uit het archief – Ex-spion Vladimir Poetin, voormalig KGB’er, is enorm populair onder de bevolking, vooral vanwege zijn voornemen om de orde in het land te herstellen. Daarin lijkt hij op een andere ex-KGB’er en populaire leider: Joeri Andropov. Poetin is een groot bewonderaar van hem. Gaat Poetin regeren zoals Andropov dat deed: met harde hand en populistisch?
Is Vladimir Poetin de nieuwe Russische president? Wie het nieuws de laatste dagen een beetje heeft gevolgd weet het antwoord. Kort voor de verkiezingen op 26 maart 2000 moest dit nummer naar de drukker. Al weet je het nooit met de Russen, ik twijfel er niet aan dat Poetin heeft gewonnen: in één ronde, met bijna zestig procent van de stemmen.
20 December 1999: werknemers van de Russische veiligheidsdiensten vieren hun jaarlijkse feestdag: de Tsjekisten-dag – onder Lenin heette de KGB nog Tsjeka. In speeches worden de successen van de veiligheidsdiensten verheerlijkt. Uiteraard is het aantal verijdelde spionageactivititeiten weer hoger dan het jaar daarvoor. Boris Jeltsin spreekt jubelend: ‘De geschiedenis van de Federale Veiligheidsdienst (FSB, belangrijkste opvolger van de KGB, k.o.) is een deel van ’s lands geschiedenis. Briljante overwinningen en bittere nederlagen zijn hierbij onscheidbaar.’
De feestvierders hebben hernieuwd vertrouwen in de toekomst van hun organisatie, die na de val van het communisme flink aan invloed inboette. Vladimir Poetin gaat nog verder dan Jeltsin. Hij houdt de feestgangers voor: ‘Een aantal jaren geleden zijn we ten prooi gevallen aan de illusie dat we geen vijanden meer hebben. We hebben hier duur voor moeten betalen. Rusland heeft zijn eigen nationale belangen en die moeten we verdedigen. De organen van de staatsveiligheid hebben in ieder geval altijd de nationale belangen van Rusland verdedigd. Deze organen moeten dan ook nooit gescheiden worden van de staat en veranderd worden in een soort monster.’
Het meest opvallend op de feestdag is de onthulling van een gedenksteen. Het is een silhouet van Joeri Andropov, voormalig sovjetleider, dat opgehangen wordt aan de buitengevel van het FSB-hoofdkantoor: een vererende verwijzing naar de periode 1967-’82, waarin Andropov hier kantoor hield als KGB-voorzitter. Het monument hing al eerder aan dezelfde gevel aan het Moskouse Loebjankaplein, maar het werd in 1991, tijdens de val van het communisme door Jeltsin-aanhangers verwijderd.
En wie is de initiatiefnemer van de herplaatsing? Vladimir Poetin. Hij besluit tot herplaatsing rondom 15 juni 1999, de dag waarop Andropov 85 geworden zou zijn als hij 9 februari 1984 niet overleden was. Poetin is dan nog ‘spionnenbaas’ – voorzitter van de FSB. Hij legt die junidag ook nog bloemen op Andropovs graf bij de Kremlinmuur. Nauwelijks twee maanden later wordt Poetin premier van Rusland, en binnen een half jaar is hij interimpresident. Is er een nieuwe Andropov aangetreden?
Negen maanden Andropov
Poetin heeft, net als veel andere Russen, zijn grote bewondering voor Andropov nooit onder stoelen of banken gestoken. Ondanks of misschien wel dankzij Andropovs zeer korte regeerperiode, geldt de voormalig generaal-secretaris van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU) als een van de populairste leiders uit de sovjettijd. Hij werd 12 november 1982 partijleider; twee dagen na Brezjnevs dood. Vijftien maanden later overleed hij al. Eigenlijk heeft Andropov maar negen maanden effectief kunnen regeren; de overige zes maanden lag hij in het ziekenhuis.
Desondanks is hij de Russische geschiedenisboekjes ingegaan als een zeer kordaat optredend leider, die veel deed om het in het slop geraakte land weer vlot te trekken. Veel Russen denken dat als Andropov langer had geleefd, de Sovjet-Unie nog steeds één ongedeelde supermacht was geweest. Nu kwam Michail Gorbatsjov aan de macht en die heeft, vindt menige Rus, de Russische staatsmacht vernietigd en het land tot de bedelstaf gebracht. Of Andropov zonder veel bloedvergieten het uiteenvallen van de Sovjet-Unie had kunnen voorkomen, is de grote vraag. Waarschijnlijk was hem dat, gezien de politieke situatie en zijn persoonlijke geschiedenis, niet gelukt.
Andropov startte zijn politieke carrière als activist bij de Landelijke Liga van Jonge Communisten (Komsomol) in Noord-Rusland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog leidde hij een partizanenbeweging in Karelie. Daarna trad hij in diplomatieke dienst en was hij ambassadeur in Hongarije ten tijde van de Hongaarse opstand. Het was Andropov die de leiders van de belangrijkste hervormingsbeweging Hongaarse Vrijheidsvechters liet arresteren en executeren en ervoor zorgde dat de sovjettanks zonder problemen Hongarije binnen konden om de rest van opstandelingen af te slachten.
In 1967 werd Andropov hoofd van de KGB – juist in de tijd dat de dissidenten zich steeds openlijker begonnen te manifesteren. Andropov pakte ze met harde hand aan: veel schrijvers, artiesten en intellectuelen verdwenen lang in werkkampen; anderen werden gedwongen naar het buitenland te emigreren. De bekendste is Nobelprijswinnaar Aleksander Solzjenitsyn, die zijn land in 1974 moest verlaten.
Hard en populistisch
De economie raakte onder Brezjnev steeds meer in het slop. De corruptie tierde welig en met de arbeidsdiscipline was het erg slecht gesteld. Het waren de indirecte gevolgen van een geleide staatseconomie waarin terreur als dwangmiddel is weggevallen. Bij de dood van Brezjnev, het vleesgeworden symbool van de stagnatie, was de roep om de orde het liefst met harde hand te herstellen groot. Niet geheel toevallig kon Andropov vrijwel direct de macht overnemen.
Zijn opdracht was verre van eenvoudig. Als KGB-hoofd kende hij als geen ander de werkelijke – slechte – staat van het land; als een van de weinigen in het zwaar gecensureerde land had hij toegang tot alle informatiebronnen. Mede door zijn ervaringen tijdens de Hongaarse opstand wist hij heel goed dat de crisis gevaarlijk was voor het voortbestaan van het socialistische systeem in de Sovjet-Unie. Hij besloot tot hervormingen die het systeem niet zouden aantasten.
Een van zijn eerste maatregelen was tegelijk populistisch en hard. Hij stuurde legereenheden de straat op die te pas en te onpas mensen moesten oppakken die zich tijdens werkuren ophielden in publieke gelegenheden als theaters en banja’s (publieke badhuizen) om ze terug naar hun werk te sleuren. Onder het gewone hardwerkende volk werd deze aanpak toegejuicht; intellectuelen toonden zich minder enthousiast. Dit vonden ze slechts symptoombestrijding – de werkelijke oorzaak van het disciplinegebrek moest gezocht worden in het politieke systeem. Maar dat stond geen moment ter discussie.
Kritische pennenvruchten
Hoewel Andropovs hervormingsvoorstellen op zichzelf misschien nog niet zo slecht waren en nieuwe ideeën, zolang ze binnen de grenzen van het systeem bleven alle ruimte kregen, bleef het onduidelijk hoe hij fundamentele hervormingen op de lange termijn dacht te kunnen doorvoeren zonder het systeem zelf te veranderen. Gezien zijn achtergrond was het waarschijnlijk dat geweld daarbij op een gegeven moment onvermijdelijk was. In Andropovs politieke denken stond het staatsbelang ver boven het respect voor universele mensenrechten.
Het grootste gevaar voor de staatsveiligheid kwam van de intelligentsia die zich toegang had weten te verschaffen tot onafhankelijke informatiebronnen en, ondanks zware censuur, haar onafhankelijke en kritische pennenvruchten wist te publiceren. Vooral deze groep moest bij het doorvoeren van de hervormingen extra goed in de gaten gehouden worden. Andropovs jarenlange ervaring als KGB-leider zou daarbij heel goed van pas kunnen komen.
In februari 1984 overleed Andropov echter. Zijn opvolger Tsjernenko leek niet van plan om Andropovs weg van voorzichtige hervormingen te vervolgen. Ook hij kwam snel te overlijden. Opvolger Michail Gorbatsjov, die in maart 1985 aantrad, was een vertrouweling van Andropov en voorstander van hervormingen binnen het systeem. Toch kon zijn glasnost-en- perestrojka-beleid niet voorkomen dat het socialistische systeem en de Sovjet-Unie ophielden te bestaan. Omdat Gorbatsjov geen KGB-achtergrond had en universele mensenrechten minstens net zo hoog aansloeg als het staatsbelang, misschien zelfs hoger, is bij de ineenstorting van de Sovjet-Unie relatief weinig bloed gevloeid.
Geen liberaal
De grote waardering die Andropov geniet onder nogal wat Russen, onder wie ook Poetin, is dus gebaseerd op een nogal twijfelachtige staat van dienst. ‘Hij was niet zo liberaal als sommige mensen hem doen voorkomen’, zei de bekende voormalige dissident en huidig Jabloko-doemalid Joeri Rybakov onlangs. ‘Andropov kwam voort uit het totalitaire communistische systeem en was uit dit hout gesneden.’ Onder Andropov was Rybakov veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf wegens ‘antisovjetactiviteiten’.
Hoe is het mogelijk dat Poetin zo veel waardering heeft voor de vroeger secretaris- generaal van de Sovjet-Unie? Waarschijnlijk omdat Andropov voor hem een soort voorbeeldfunctie vervult. Andropov heeft net als Poetin eerst in de KGB carrière gemaakt voordat hij politiek leider werd. En Poetin ziet zich net als Andropov voor de enorme taak gesteld om de orde te herstellen en de corruptie te bestrijden zonder daarbij het systeem aan te tasten; in dit geval een sterke Russische eenheidsstaat. De situatie die Poetin van Jeltsin erfde, lijkt in bepaalde opzichten op de wanorde die Andropov van Brezjnev erfde.
Een groot verschil is dat er nu geen alom tegenwoordige communistische partij heerst, al lijkt Eenheid, Poetins populaire partij, wel steeds nadrukkelijker die rol op te eisen. De partij hield onlangs haar congres in het Kremlinpaleis, waar vroeger de Communistische Partij van de Sovjet-Unie haar bijeenkomsten hield. Partijleider Sergej Sjoigoe vergeleek dit symbolische congres zelfs met de terugkeer van de huidige Duitse regering naar de Reichstag. ‘Zij keerde ook terug omdat de Reichstag de historische zetel van de macht is, omdat het de zetel was van de partij van de macht.’
Pers gemuilkorfd
Een ander belangrijk verschil met Andropovs tijdperk vormen de vrijheid van meningsuiting en pers die in de huidige Russische grondwet zijn vastgelegd. Burgers kunnen in principe zonder enig gevaar voor vervolging kritiek op het overheidsbeleid leveren, ook in de pers. In principe, want deze burgerlijke vrijheden staan onder een druk die alleen maar zwaarder lijkt te worden. Sinds zijn aantreden als interimpresident heeft Poetin decreten en richtlijnen uitgevaardigd die de vrijheden bedreigen.
Poetin vindt dat de pers veel meer dan voorheen ten dienste van de overheid moet berichten. Russische media die zich tijdens de oorlog in Tsjetsjenië kritisch opstellen, krijgen domweg geen toegang meer tot het oorlogsgebied. En de lotgevallen van Andrej Babitski, journalist van Radio Svoboda, die verdween en weer boven water kwam, tonen aan dat Poetin afwijkende geluiden voortaan het zwijgen wil opleggen.
De interimpresident heeft de veiligheidsdiensten zeer uitgebreide bevoegdheden gegeven om, in nauwe samenwerking met andere rechtshandhavende instanties, telefoon-, email- en postverkeer tussen burgers af te tappen, zonder dat dat democratische gecontroleerd kan worden. Het lijkt er steeds meer op dat ook Poetin de intelligentsia, naast de Tsjetsjeense terroristen, als grootste gevaar ziet voor zijn politieke beleid om de orde te herstellen. En net als Andropov kan Poetin zijn KGB-ervaring goed gebruiken bij de bestrijding van andersdenkenden.
Onomkoopbare Duitsers
Aan het einde van zijn studie rechten werd Poetin in 1975 op de universiteit van Sint-Petersburg geronseld voor de KGB. Hij werkte jarenlang als spion in Oost- en West-Duitsland. In de DDR moest hij politici en burgers met democratische ideeën in de gaten houden en hen van de dwaalwegen afhelpen. Verder probeerde hij West-Duitse zakenlieden over te halen informant te worden voor de sovjets. Poetin zou in die tijd groot bewonderaar zijn geworden van de Duitse discipline. Duitsers waren in zijn ogen – anders dan de Russen – onomkoopbaar.
Na de val van de muur keerde Poetin naar Rusland terug waar hij adviseur werd van Anatoli Sobtsjak, de onlangs overleden eerste democratisch gekozen burgemeester van Sint- Petersburg. In die functie hield hij zich vooral bezig met het aantrekken van westerse investeerders, waarbij hij dankbaar gebruik maakte van zijn Duitse kennis en contacten.
Poetin werd de Grijze Kardinaal genoemd. Over hem werd beweerd dat hij achter de schermen feitelijk het dagelijks bestuur van de stad leidde. Hij moet een meester zijn geweest in het bespelen van tegenstanders van zijn baas Sobtsjak.
De patriottische kaart
Toen Sobtsjak in 1996 niet werd herkozen werd Poetin naar het Kremlin gehaald, waar hij functies in het presidentieel apparaat vervulde en excelleerde in de bestrijding van gouverneurs (soort commissarissen der Koningin) die zich te onafhankelijk van het Kremlin opstelden. Ook de corruptie bestreed hij met verve.
In 1998 promoveerde Poetin tot voorzitter van de FSB, de belangrijkste opvolger van de KGB. Ook daar zou hij zich met dergelijke taken hebben beziggehouden. Poetin streed tegen Kremlintegenstanders als de Moskouse burgemeester Joeri Loezjkov en ’s lands hoogste openbaar aanklager Joeri Skoeratov. Tijdens Poetins voorzitterschap speelden de rechtszaken tegen de twee Russische milieuactivisten Aleksander Nikitin en Grigori Pasko, door Amnesty uitgeroepen tot gewetensgevangenen, de eersten in Rusland sinds Andrej Sacharov. Pas onlangs zijn ze allebei ontslagen van rechtsvervolging.
Poetins eerste maatregel als premier – augustus vorig jaar zat hij voor het eerst op het regeringspluche – droeg een Andropov-signatuur: populistisch en hard. De premier begon antiterroristische acties, een typisch sovjetverhullende term voor de oorlog in Tsjetsjenië.
Hoe zal Poetin zich verder gaan ontwikkelingen? Veel meer dan Andropov speelt hij de patriottische kaart. Dat is nodig voor wie in Rusland op democratische wijze aan de macht wil komen. Anders dan in Andropovs tijd heeft een Russische president nu met een min of meer democratische rechtsstaat te maken. Regeren is, althans formeel alleen mogelijk met steun van de meerderheid van de bevolking. Poetin heeft echter al laten doorschemeren dat hij voorstander is van verlenging van zijn regeertermijn tot zeven jaar. En invloedrijke politieke medestanders hebben zich zelfs sterk gemaakt voor afschaffing van de presidentsverkiezingen.
Het lijkt de Russen niets uit te maken: Poetin is populair omdat hij staat voor law and order, en omdat zijn politiek handelen doet denken aan Andropov, aan wie menige Rus met nostalgische gevoelens terugdenkt. Poetin wil Andropovs karwei afmaken. Met andere middelen en in een andere context, maar toch.
Dit artikel is exclusief voor abonnees