Home Lifestyle & trends: Ik ben wat ik draag

Lifestyle & trends: Ik ben wat ik draag

  • Gepubliceerd op: 8 mei 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Leontien van Beurden

De hotspots in achttiende-eeuws Parijs. Lekker weg in de jaren dertig. Haute cuisine in de Middeleeuwen. Trends zijn van alle tijden. Culinaire avonturen, mode, wonen en uitgaan door de eeuwen heen.


Toen ik een jaar of acht was, had ik met twee vriendinnetjes een clubje. Het heette Het Vrolijke Drietal. We waren alleen clubje, want we deden er niets mee. Van papier maakten we vlaggetjes waarop we `HVD’ schreven. We staken er een speld door en prikten ze op onze kleren. Niemand mocht weten wat de letters betekenden. Als een geheim syndicaat, zo verhieven we ons boven de massa.
        Daaraan moest ik weer denken toen ik laatst iets las over de pacifisten die na de Eerste Wereldoorlog gebroken geweertjes op hun kleding droegen. Daar zeg je iets mee, nietwaar? Net als met het dragen van een kruisje, een davidsterretje, een roze driehoek, een palestijnendas of een ban-de-bom-speldje. Om maar niet te spreken over de frutseltjes in het knoopsgat waarmee de duizenden landgenoten die ooit een lintje hebben gekregen op televisie, recepties of andere sociale gebeurtenissen verschijnen. Het is een wonderlijke drang om via een speldje of iets dergelijks de wereld te wilen tonen wat of wie je bent en waar je voor staat of tegen bent.
        Bij deze versierseltjes is het niet gebleven, want in de jaren zeventig rees de drang om zich als individu te manifesteren helemaal de pan uit. Het `ik-tijdperk’ was aangebroken. Eerst kon men via truien en T-shirts vernemen waar de vakantie was doorgebracht en aan welke universiteit jongeren die vaak nauwelijks een mavo van binnen hadden gezien waren afgestudeerd. Algauw volgden de hartenkreten: `I love…’ gevolgd door de naam van een of andere ster of popgroep. Of allerhande meningen: `I rather have my girlfriend raped than my brother ride a Harley Davidson’ stond op het T-shirt van een Amerikaanse jongen. Ook de modeontwerpers gaven zich met verve aan de nieuwe trend over: Katharine Hamnett kwam met `Stop Acid Rain’ en `Integrity is Sexy’, en Vivienne Westwood met het woord `DESTROY’ waardoorheen een hakenkruis. In Nederland werden enige tijd T-shirts verkocht met beroemde dichtregels. En zo kunnen we nog wel even doorgaan.
        November vorig jaar doken in Duitsland posters op waarop T-shirts stonden afgebeeld met de tekst: `Ich bin stolz ein Deutscher zu sein’, in gotische letters, compleet met de Duitse adelaar. Het shirt van extreem rechts… gedragen door een allochtoon. `Soms moet je provoceren,’ zei de directeur van het reclamebureau dat de campagne had bedacht. Juist in die tijd woedde een hevig debat over de vraag wat precies Duits is en of immigranten zich verplicht moeten aanpassen.
        De vraag blijft in hoeverre `kleren de man maken’. Dit Duitse T-shirt in het bijzonder. Maar ook het davidsterretje, de palestijnendas, het roze driehoekje, het lintje en allerlei merknamen. Het ik-tijdperk van de jaren zeventig ligt, met zijn uitwassen, al lang achter ons. Toch is de drang om zich via allerlei uiterlijk vertoon kenbaar te maken nog onverminderd aanwezig.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.