Home Het boeiende leven van de ‘verschrikkelijke’ Pieter Geyl

Het boeiende leven van de ‘verschrikkelijke’ Pieter Geyl

  • Gepubliceerd op: 25 januari 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Hans Renders
Het boeiende leven van de ‘verschrikkelijke’ Pieter Geyl

Johan Huizinga blijft Neerlands bekendste historicus, maar een goede tweede is toch wel Pieter Geyl (1887-1966). Huizinga heeft een bescheiden autobiografietje gepubliceerd; Geyl daarentegen liet een lijvig manuscript na, waarin hij zijn leven vastlegde tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog.


Dat deze herinneringen niet eerder aan de openbaarheid werden prijsgegeven, is goed te begrijpen. Deze door Wim Berkelaar, Leen Dorsman en Pieter van Hees voorbeeldig bezorgde uitgave bevat naast het boeiende verslag van Geyls wederwaardigheden als scholier, student, detectiveboekenschrijver, leraar, correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant in Londen en aandachttrekkend historicus een intiem relaas dat wel van grote invloed op zijn openbare leven geweest moet zijn.

Tussen alle hoogdravende opmerkingen over de lectuur van Racine, Molière, Voltaire en Anatole France duikt telkens de dramatiek op van het ouderlijk huis. Geyls vader was een zenuwzieke man, die nu eens in een inrichting zat, dan weer na een poging tot verminking van zijn vrouw op kamers woonde, en in zijn meest heldere ogenblikken bij zijn broer moest bedelen om zijn gezin te kunnen onderhouden. Pieter Geyls opvoeding, opleiding en zelfs de inrichting van zijn eerste huis in huwelijkse staat zijn door deze oom betaald.

Geyl schrijft er enigszins nuchter over, maar tegelijkertijd maakt hij duidelijk hoe deze toestand zijn hele jeugd met een grauwsluier overtrokken heeft. Kon hij vrienden ontvangen of was er de kans dat er thuis een gênante scène zou uitbreken? Wist zijn vader zich te gedragen als hij een vriendinnetje mee naar huis bracht?

Nu wil het geval dat Geyl, nadat zijn vader zelfmoord had gepleegd, zijn vriendinnetjes niet meer mee naar huis placht te nemen. De zelfmoord van je vader is voor niemand een lolletje, maar toen zijn zoon het horloge dat hem was nagelaten eens aandachtig bekeek, stond daarin gekrast: ‘Piet ellendige ploert Geyl.’

Een tweede thema in deze autobiografie betreft de onafzienbare stoet vrouwen (actrices, dienstmeisjes en dames wier beroep of bezigheid Geyl niet eens kende) die zich de charmes van Geyl lieten welgevallen. Ook hierover schrijft Geyl op het eerste oog terughoudend, maar na een paar van die minutieus beschreven verhoudingen met meisjes die op klaarlichte dag midden in Londen of in het donker van de bioscoop voor hem vallen, zal menig lezer verzuchten: ‘Wat een ongelooflijke opschepper is die Geyl toch!’

Deze autobiografie is er niet minder boeiend door. Geyl, die als historicus pas na de Tweede Wereldoorlog succes boekte, heeft, tot hij dit boek in 1942 schreef tijdens zijn gevangenschap in Sint-Michielsgestel, een erg boeiend leven gehad. Het is aan de toekomstige biograaf om uit te zoeken in hoeverre zijn particuliere ervaringen effect hebben gehad op de wijze waarop hij zich later als historicus manifesteerde.

In zijn jonge jaren kwam Geyl in Den Haag koningin Wilhelmina weleens tegen als die in haar hofrijtuig passeerde. De jonge Geyl weigerde op dergelijke momenten zijn hoed af te nemen, iets wat hij wel deed als een minister zijn pad kruiste. Het tekent de democraat, maar vooral de latere criticus van de Oranjes. Die kritische houding zorgde er in de jaren dertig wel voor dat zijn benoeming als hoogleraar lange tijd door de koningin werd tegengehouden.

Gelukkig maakt Geyl met zijn soepele en bij vlagen vermakelijke pen ook duidelijk dat de weerstand van de koningin nog niets was vergeleken met de andere vetes en achterbakse demarches die ook toen al door de academische wereld tot een tijdrovend geraffineerd tijdverdrijf werden verheven. De lezer slaat dit boek met een paradoxaal gevoel dicht: wat een verschrikkelijke man was Pieter Geyl, en tegelijkertijd kan hij niet genoeg geprezen worden omdat hij ons daarvan zo eloquent verslag doet.

Pieter Geyl
Ik die zo weinig in mijn verleden leef
483 p. Wereldbibliotheek, € 34,90

Afbeelding: Anje Jager

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.