In 1948 doodden Zuid-Koreaanse soldaten op het eiland Jeju tienduizenden landgenoten die werden verdacht van communistische sympathieën. In een recent dispuut tussen de regering in Seoul en eilandbewoners worden zij op pijnlijke wijze aan die zwarte geschiedenis herinnerd.
‘Pro-Noord-Koreaanse linkse activisten’ en ‘commies’ – zo noemen parlementsleden van de regerende conservatieve partij in Seoul een groep activisten op Jeju die strijdt tegen de komst van een nieuwe marinebasis. De regering heeft afgelopen augustus een demonstratieverbod afgekondigd en oproerpolitie naar het eiland gestuurd.
De komst van de politietroepen doet veel eilandbewoners denken aan de voorgeschiedenis van het bloedbad in 1948. De toenmalige president Rhee Syngman had de oorlog verklaard aan iedereen die sympathie had voor de communisten in Noord-Korea. Op 3 april raakten bewoners van Jeju slaags met de politie, nadat een agent een schot had gelost tijdens een massale herdenking van de Tweede Wereldoorlog. Het incident leidde tot een opstand onder aanvoering van de communistische partij.
Seoul stuurde ongeveer 3000 soldaten naar Jeju. Syngman gaf hun een radicale boodschap mee: alles wat tegen ons is, ruikt naar communisme en moet worden uitgeroeid. Het gevolg was dat het leger 70 procent van de dorpen op Jeju platbrandde. Volgens een ruwe schatting werden er 30.000 eilanders gedood.
In Zuid-Korea was het vijftig jaar lang taboe om openlijk over de ‘3 april-moorden’ te spreken. Wie het toch deed, kon worden opgesloten en gemarteld. Pas in 2003 bood president Roh Mu-hyeon namens de staat excuses aan voor het bloedbad. Een officiële commissie begon in 2005 aan een diepgravend onderzoek naar de moorden op linkse activisten in heel Zuid-Korea, in het bijzonder die op Jeju. Na het onderzoek doopte de president Jeju tot ‘eiland van de vrede’.
Nu, vier jaar later, is Jeju opnieuw allesbehalve vredig. Volgens de regering is de nieuwe marinebasis nodig om de dreiging vanuit Noord-Korea het hoofd te bieden. Zij is vastbesloten zich niet te laten hinderen door het lokale protest. Sympathie voor het communisme is anno 2011 nog steeds bij wet verboden.
Bas Verbeek is correspondent in Seoul.
Dit artikel is exclusief voor abonnees