Home De Stelling: ‘De Eerste Kamer moet worden afgeschaft’

De Stelling: ‘De Eerste Kamer moet worden afgeschaft’

  • Gepubliceerd op: 21 februari 2011
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Maurice Blessing

Anton van Hooff:
‘Ja, de Eerste Kamer is een overbodig instituut. Het is de taak van de Raad van State om toezicht te houden op de kwaliteit van de wetgeving. Probleem is alleen dat dit laatste instituut tegelijkertijd onze hoogste bestuursrechter is, wat strijdig is met de scheiding der machten. Die taken moeten dus worden gescheiden. Tegelijkertijd moet de Grondwet een echte basiswet worden, waaraan rechters wetgeving mogen toetsen en waarop burgers zich kunnen beroepen. Nu is dat niet het geval.
Een grondwet die niet is wat de naam suggereert en een Raad van State die op twee benen hinkt, zijn het resultaat van een troebel staatsbestel dat is ontstaan door het geleidelijk uitkleden van de absolute monarchie van de Willems. Hadden we nu maar een radicaal-democratische revolutie gehad!
Historisch is er ook geen reden om de Eerste Kamer te handhaven. Zij is niet het advies- en overlegorgaan dat in oude staten tussen de volksvergadering en de uitvoerende macht stond, zoals de senaat in Rome en de Raad van Vijfhonderd in Athene. Federale staten hebben behoefte aan een senaat als vertegenwoordiging van de individuele staten. Maar in de eenheid die Nederland is, zijn de provincies geen constituenten van een bondsstaat; de Eerste Kamer vertegenwoordigt dus niets.’

Ruth Oldenziel:
‘De Eerste Kamer werd in 1815 in het leven geroepen om de “Belgische” aristocratie te verzoenen. De leden werden rechtstreeks door de koning benoemd. Puur historisch gezien hebben tegenstanders dus een punt wanneer zij de Eerste Kamer als “elitair” en te weinig democratisch karakteriseren.
Thorbecke wilde de Eerste Kamer dan ook afschaffen, maar uiteindelijk werd in 1848 voor een – tweede – compromis gekozen. De leden werden niet langer aangewezen door de koning, maar door de regio’s – die meer invloed wensten ten koste van het centraal gezag. Zo ontstond het huidige getrapte kiesstelsel voor de Eerste Kamer.
In het huidige bestel is het echter de vraag wat de regio’s nog voorstellen. Tegelijkertijd bestaat grote behoefte aan een “kamer van reflectie” om tegenwicht te bieden aan de waan van de dag in de Tweede Kamer. Deze politici bedrijven hun politiek steeds vaker aan de tafels van Pauw & Witteman en DWDD. De Raad van State kan de reflecterende rol niet zomaar overnemen: zij is zowel hoogste bestuursorgaan van de rechterlijke macht als adviseur van de wetgevende macht.
De Eerste Kamer moet niet worden afgeschaft. Wel moet haar controlerende functie ten opzichte van de Tweede Kamer worden versterkt. Tegelijkertijd moet de rol van de Raad van State worden herzien.’

James Kennedy:
‘De voorstanders van afschaffing van de Eerste Kamer hanteren twee argumenten: ze willen een directere volksmacht en een slagvaardiger parlement. In het recente verleden zijn daartoe ook daadwerkelijk pogingen gedaan. Zo heeft Zweden sinds 1970 een één-Kamer-systeem. En ook Nebraska heeft, als enige staat in de VS, sinds 1934 één enkele Kamer. Daar wilde men af van de achterkamertjespolitiek die kan ontstaan zodra twee Kamers met elkaar in overleg treden.
Het afschaffen van de Eerste Kamer zou een stimulans betekenen voor leden van de huidige Tweede Kamer om hun werk beter te doen. Maar het is ook belangrijk dat een volksvertegenwoordiging tegenspel krijgt. Zeker in de Verenigde Staten wordt er in de Senaat veel ondeugdelijke wetgeving afgekeurd, waarna er betere voorstellen tot stand komen. Senatoren vertegenwoordigen daarenboven staten en afgevaardigden districten, wat tot verschillende perspectieven leidt.
Ten tijde van de Republiek was er hier slechts één wetgevende instantie, de Staten-Generaal. Ook de Raad van State vormde geen belangrijke tegenmacht. Niettemin was er een noodzakelijk tegenwicht: de leden van de Staten-Generaal vertegenwoordigden namelijk echt de provincies en steden. Vanuit die autonome provincies kon er op de rem worden getrapt, zodat men in Den Haag extra gestimuleerd werd de wetgeving goed te overdenken.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.