In de Sint-Catharinakathedraal in Utrecht schittert deze winter een unieke achttiende-eeuwse Napolitaanse kerststal. Museum Catharijneconvent plaatste de figuren in een moderne setting, zoals de koning van Napels dat eeuwen geleden ook deed.
De traditie van het uitbeelden van het kerstverhaal gaat terug tot de Middeleeuwen. Volgens Merith Smals, die vanuit Museum Catharijneconvent meewerkte aan de kerststal, was het Franciscus van Assisi die in 1223 de eerste ‘levende’ kerststal opzette, met mensen en echte dieren. ‘Hij wilde daarmee het Bijbelse verhaal van Jezus’ geboorte dichter bij de mensen brengen’, legt Smals uit.
Zijn idee sloeg aan en verspreidde zich vanuit kerken naar koninklijke hoven. In de eeuwen die volgden plaatsen mensen steeds vaker kerststallen met kleine poppetjes in hun eigen huiskamer.
Kerststal verbeeldt het Napolitaanse straatleven
In de achttiende eeuw bereikte de kerststal zijn artistieke hoogtepunt in het koninkrijk Napels. Daar besloot de koning om het verhaal van de kerststal in een moderne, Napolitaanse setting te plaatsen. ‘De Napolitaanse kerststal kenmerkt zich door haar overdaad. Je ziet zowel het hemelse als het aardse: een heilige familie met engelen, maar ook marktlieden, muzikanten en zelfs zwervers’, vertelt Smals.
Honderden figuren vertellen het verhaal van de achttiende-eeuwse stad. ‘Napels was een bruisende internationale havenstad. Dat zag je terug in de figuren: handelaren uit Armenië, Georgië, Turkije en Noord-Afrika mengden zich met de lokale bevolking.’ Zelfs olifanten maakten soms deel uit van het achttiende-eeuwse kersttafereel. ‘De koning van Napels gebruikte dit soort kerststallen om zijn rijkdom en het vakmanschap van Napolitanen te etaleren.’
Van Bethlehem naar Utrecht
De kerststal in het Catharijneconvent maakt een bijzondere vertaalslag: Bethlehem wordt van Napels naar het historische Utrecht verplaatst. De kribbe staat niet in een stal, maar onder de Dom. ‘We wilden de Napolitaanse traditie een herkenbare, lokale draai geven’, zegt Smals. ‘Zodat bezoekers zich kunnen herkennen in de kerststal en het voelt alsof ze er zelf onderdeel van zijn.’
‘Uiteindelijk hebben we gekozen voor een decor met herkenbare Utrechtse gebouwen, zoals de Winkel van Sinkel.’ Maar wie goed kijkt, ziet Napolitaanse elementen terug aan de Utrechtse gracht. Zo speelt er een tarantella-band in een herberg en is er Napolitaanse mozzarella terug te vinden op de markt van de kerststal.
De figuren komen uit privécollecties die in de loop der jaren aan het museum zijn gedoneerd. ‘Onze Napolitaanse kerststal begon in 1932 met een donatie van ongeveer zestig figuren van een Rotterdamse familie, en een aantal jaar geleden kregen we de kans om er nog eens honderden bij te kopen uit Antwerpen.’
Nederland wordt steeds minder gelovig. Toch spreekt de kerststal zowel religieuze als niet-religieuze bezoekers aan, ziet Smals. ‘Tradities zoals de kerststal blijven belangrijk. Ze verbinden, geven betekenis en roepen nostalgische gevoelens op. Juist dat kerstgevoel – samenkomen, je verwonderen en genieten van schoonheid – spreekt iedereen aan, ongeacht achtergrond of overtuiging.’