Dina Sanson (1868-1929) was de eerste politievrouw van Nederland. Historicus Tsila Rädecker kwam haar op het spoor toen ze van familieleden van Sanson een boodschappentas kreeg met foto’s en documenten. In Voor vrouw en kind reconstrueert Rädecker het leven van de politievrouw. ‘Door Dina’s inzet verbeterde de hopeloze situatie van veel kinderen.’
Hoe kwam Dina Sanson bij de Rotterdamse politie terecht?
‘Ze zat al vroeg in verschillende feministische clubs en zette zich in voor het vrouwenkiesrecht. Deze clubs waren niet zo radicaal als de suffragettes en Dina was hierin ook niet echt uitgesproken. Door haar opleiding tot sociaal-maatschappelijk werker viel ze hoofdcommissaris Theodorus Marinus Roest van Limburg op; hij zocht een vrouw om de kindersterfte in kosthuizen voor arme kinderen aan te pakken. De kinderen leefden er onder erbarmelijke omstandigheden en stierven vroegtijdig door ondervoeding. Dina bezocht de kosthuizen en deed verslag van de gruwelijkheden die zij tegenkwam. Daardoor moesten veel huizen sluiten.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees
Hoe verging het haar bij de politie?
‘Ze kreeg veel goede reacties op haar werk. Ze had een andere aanpak dan haar collega’s. Als politieassistente droeg Dina nooit een uniform. Er stonden bloemen op haar bureau en ze ontving haar gasten in een huiselijke sfeer. Of haar vrouwelijkheid haar in de weg zat, is niet terug te vinden. Wel verdiende ze minder dan haar collega’s, maar dat wijt ik ook aan haar opleidingsniveau.’
Wat trof ze in Rotterdam aan?
‘Onder de rook van hoge stookovens was de stad flink gegroeid, net als de armoede. Prostitutie en criminaliteit bepaalden het straatbeeld. Ongehuwde moeders probeerden het hoofd boven water te houden, waardoor ze hun kinderen soms naar een kosthuis moesten sturen. Het aantal tehuizen groeide enorm. Horrorverhalen over de kosthuizen gingen snel rond in de dichtbevolkte stad, waardoor de maatschappelijk druk om ze te sluiten groter werd.’
Waarom was de situatie van Dina Sanson uniek?
‘Dina kwam uit een welvarend Joods gezin. In haar tijd stonden vrouwen met een goede maatschappelijke positie bekend als “verveelde” vrouwen, die niet hoefden te werken. Gewone vrouwen werkten, dus dat zij aan de slag ging was uitzonderlijk. Als chique vrouw werd ze raar aangekeken als ze tussen de arme kinderen stond. Maar ze gingen haar echt aan het hart. Door Dina’s inzet verbeterde de hopeloze situatie van veel kinderen en er kwam wetgeving op het houden van pleegkinderen. De jeugdzorg die we nu kennen, hebben we onder andere te danken aan Dina Sanson.’

Voor vrouw en kind. Dina Sanson, de eerste politievrouw (1868-1929)
Tsila Rädecker
280 p. Walburgpers, € 24,99
Openingsbeeld: Rotterdamse politieagenten circa 1900. Bron: Stadsarchief Rotterdam.