Home Cyprus heeft verleden nog niet verwerkt

Cyprus heeft verleden nog niet verwerkt

  • Gepubliceerd op: 16 maart 2010
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jessica Maas
  • 2 minuten leestijd

‘Nieuwe vermisten gevonden,’ zo kopt een Turkse krant op Cyprus. In een put zijn botten van vijftien tot twintig personen aangetroffen: stille getuigen van de gruwelijkheden die zich in de jaren zestig en zeventig op het eiland hebben afgespeeld.

Jarenlang werd er over de vermisten – in totaal zo’n 1800 – niet gerept. Ze waren hét taboe van het eiland, waar de Griekse en Turkse Cyprioten sinds de invasie van Turkije in 1974 gescheiden leven. Maar langzaam komt daar verandering in. Steeds meer Cyprioten beginnen te praten over het verleden en leiden het VN-comité voor Vermiste Personen, dat sinds 2006 werkt aan de identificatie van de vermisten, naar nieuwe massagraven.

Inmiddels zijn al zeshonderd lichamen gevonden, zowel van Turkse als van Griekse Cyprioten, meestal zo’n drie tot vijf lichamen per graf. Ze werden het slachtoffer van etnisch geweld in de jaren zestig en zeventig. Een kleine tweehonderd lichamen zijn overgedragen aan de nabestaanden.

De daders in beide gemeenschappen zijn nooit veroordeeld, maar lopen nog vrij rond. Journaliste Sevgul Uludag probeert al jaren het taboe te doorbreken. ‘Dat is noodzakelijk voor de vrede op Cyprus. We kunnen niet één land bouwen op de lichamen van onze vermisten.’

De spanningen tussen de Griekse en Turkse Cyprioten liepen eind jaren vijftig op, toen het eiland nog een Britse kroonkolonie was. Na de zelfstandigheid in 1960 nam onder invloed van het nationalisme in Griekenland en Turkije het geweld toe. Dat leidde drie jaar later tot de komst van een VN-vredesmacht. Maar de rust was van korte duur. In 1974 pleegden Griekse Cyprioten, die aansluiting zochten bij Athene, een staatsgreep. In reactie viel het Turkse leger binnen en nam de controle over op het noordelijke deel van het eiland. De tweedeling was een feit.

Het onderlinge wantrouwen is nog steeds groot. Hoe diep de wonden zitten, blijkt uit het moeizame vredesproces. De Grieks-Cypriotische president Dimitris Christofias en Memet Ali Talat, de leider van de Turkse Cyprioten, beloofden twee jaar geleden het eiland te herenigen, maar hebben nauwelijks vorderingen gemaakt. De problemen zijn te complex, het verleden te vers.

In april kiezen de Turkse Cyprioten een nieuwe leider. Grote kanshebber is de rechtse hardliner Dervis Eroglu. Met hem aan roer dreigt het vredesproces op Cyprus na de voorzichtige dooi opnieuw in de ijskast te belanden.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.